Wraking van Rechtbank Gelderland, 21 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Gelderland

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Zutphen

Meervoudige wrakingskamer

Rekestnummer: 137030 KG RK 13-31

Beslissing van 21 mei 2013 van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van:

De stichting

Stichting Garantie- en waarborgfonds Nederland,

gevestigd te Zutphen,

hierna: verzoekster,

vertegenwoordigd door [naam 1], voormalig bestuurder van SGWN,

strekkende tot wraking van:

mr. C. Hoogland,

rechter in deze rechtbank,

hierna: de rechter.

  1. Het verloop van de procedure

    Het verloop van de wrakingsprocedure blijkt uit:

    - Het proces-verbaal van wraking, opgemaakt ter zitting van 18 december 2012. Aan dit proces-verbaal zijn gehecht de aantekeningen van verzoekster en het door [naam 1] mede ondertekende handgeschreven proces-verbaal van de griffier;

    - De schriftelijke reactie van de rechter van 22 april 2013, strekkende tot het afwijzen van het verzoekschrift tot wraking;

    - het proces-verbaal van de behandeling van het wrakingsverzoek ter terechtzitting van

    22 april 2013. Aan dit proces-verbaal zijn de aantekeningen van verzoekster gehecht.

  2. Het wrakingsverzoek

    Verzoekster heeft aan haar wrakingsverzoek, zakelijk weergegeven, de volgende punten ten grondslag gelegd.

    2.1 De behandeling van het voorstel van de curator om de staat van insolventie op te heffen had dienen te worden aangehouden, omdat er in het dossier sprake is van een hoeveelheid misslagen van de bewindvoerder(s), curator, rechter-commissaris, de rechtbank en het gerechtsbestuur. Een verzoek daartoe door mr. Van Kippersluis is door de rechter afgewezen, hetgeen heeft geleid tot de volgende schriftelijke stellingname van mr. Van Kippersluis in zijn brief aan de rechtbank van 14 december 2012, welke stelling, naar de rechtbank begrijpt, wordt overgenomen door verzoekster:

    “Ik begrijp uit de argumentatie van de afwijzing dat u op voorhand reeds weet dat ook na bestudering van de inhoud van het dossier in deze door mijn niet een dusdanig nieuw licht op de uitkomst zal kunnen worden geworpen dat zal leiden tot een andere beslissing dan die beslissing die u voor ogen staat.”

    2.2 De rechter heeft eerder deel uitgemaakt van de meervoudige kamer waarmee in oktober 2006 afspraken zijn gemaakt, die niet door de rechtbank, c.q. de rechter-commissaris zijn nagekomen.

    2.3 Tevens heeft de rechter een verificatievergadering voorgezeten waarin zij de wettelijke bepalingen van de Faillissementswet heeft genegeerd. Zo had er voor de verificatievergadering een concept eindverslag...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT