Verzet van Rechtbank 's-Gravenhage, 26 de Septiembre de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak26 de Septiembre de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

RECHTBANK DEN HAAG

Team belastingrecht

zaaknummer: SGR 12/7637

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 maart 2013 op het verzet van

[opposant], te [plaats],

tegen de met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gedane uitspraak van de rechtbank, van 25 september 2012.

Procesverloop

Bij genoemde uitspraak van deze rechtbank is het beroep van opposant (met bovengenoemd procedurenummer) met toepassing van artikel 8:54 van de Awb ongegrond verklaard.

Bij brief van 4 november 2012 heeft opposant verzet gedaan tegen deze uitspraak.

Overwegingen

1.1 De door opposant bestreden aanslag, genummerd [nummer 1], is gedagtekend 23 november 2011.

1.2 Het bezwaarschrift van opposant is gedagtekend op 1 maart 2012.

1.3 Het bezwaarschrift van opposant is bij verweerder ingekomen op 5 maart 2012.

1.4 Bij uitspraak op bezwaar heeft verweerder het bezwaar van opposant wegens overschrijding van de bezwaartermijn niet-ontvankelijk verklaard.

1.5 Bij de in verzet bestreden uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van de rechtbank is het beroep van opposant tegen de eerder genoemde uitspraak ongegrond verklaard.

1.6 De gronden waarop opposant zijn verzet baseert staan vermeld in het verzetschrift.

Beoordeling van het verzet

2.1 De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt ingevolge artikel 6:7 van de Awb zes weken. De bezwaartermijn eindigde in het onderhavige geval op 4 januari 2012.

2.2 Een bezwaarschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Bij verzending per post is een bezwaarschrift eveneens tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn van zes weken ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van die termijn is ontvangen (artikel 6:9 Awb).

2.3 Het op 5 maart 2012 bij verweerder ingekomen bezwaarschrift is eerst ruim na het verstrijken van de wettelijke bezwaartermijn van zes weken ingediend.

In het verzetschrift heeft opposant aangevoerd dat hij tijdig, op 22 december 2011, bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit van 23 november 2011. Met zijn brief van 1 maart 2012 heeft hij tijdig bezwaar gemaakt tegen de aanmaning van 24 januari 2012.

2.4 De rechtbank overweegt dat niet is gebleken van een bezwaarschrift gedateerd 22 december 2011. Opposant heeft ook overigens de verzending van een bezwaarschrift van die datum niet onderbouwd met bijvoorbeeld een verzendbewijs of anderszins aannemelijk gemaakt. Er moet van worden uitgegaan dat eerst op 1...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT