Wraking van Rechtbank Noord-Holland, 24 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak24 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Noord-Holland

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Wrakingskamer

parketnummer: 15/750077-12 en 15/750129-11

datum beslissing: 24 mei 2013

Op verzoek van:

[verzoeker],

verzoeker,

advocaat mr. L.J.L. Heukels te Haarlem.

  1. Procesverloop

    Op de openbare zitting van 23 mei 2013 heeft verzoeker de wraking verzocht van mrs A.A.F. Donders, F.G. Hijink en A.L. Diender, hierna ook te noemen: de rechters, in de bij deze rechtbank, team familie & jeugd, aanhangige zaak met parketnummer 15/750077-12 en 15/750129-11, hierna te noemen: de hoofdzaak.

    De rechters hebben ter zitting van 23 mei 2013 aangegeven dat zij niet in de wraking berusten.

  2. Beoordeling

    2.1 De rechters hebben, voorafgaand aan de behandeling van de strafzaak tegen verdachte, de strafzaak tegen een medeverdachte behandeld. Tijdens die laatste behandeling zijn beelden van bewakingscamera’s bekeken door de rechters, de officier van justitie en de medeverdachte en zijn raadsman. Deze beelden, die van slechte kwaliteit waren, zijn daartoe herhaaldelijk en langdurig bekeken. De rechters hebben vervolgens vastgesteld wat zij op die beelden waarnamen en de voorzitter heeft daarvan (voor zichzelf) aantekening gemaakt. Op de beelden is onder meer verdachte te zien.

    2.2 Tijdens de behandeling van de strafzaak tegen verdachte hebben de rechters, de officier van justitie, de verdachte en diens raadsman voornoemde beelden (opnieuw) bekeken. Vervolgens heeft de voorzitter van de rechtbank aan de overig aanwezigen (direct) meegedeeld wat de rechters hebben waargenomen op de beelden, daarbij puttend uit haar aantekeningen gemaakt tijdens de eerdere behandeling van de zaak tegen de medeverdachte. Daarbij heeft de voorzitter de woorden gebruikt: “De rechtbank heeft vastgesteld dat het volgende op de beelden te zien is.” Voorafgaand aan die mededeling hebben de verdachte noch diens raadsman de gelegenheid gehad zich uit te laten over de beelden.

    2.3 Vervolgens heeft de raadsman namens de verdachte de rechters gewraakt op de grond dat de rechtbank al een beslissing had genomen over hetgeen zij op de beelden waarnam, zonder de verdachte en de raadsman gehoord te hebben, daarmee de schijn wekkend dat zij bevooroordeeld was.

    2.4 De rechters hebben het verloop van de strafzitting als bovenomschreven bevestigd. Zij hebben ter toelichting verklaard dat, om als wettig bewijsmiddel te kunnen gelden, de waarneming van de beelden weliswaar ter terechtzitting moet worden gedaan, maar dat de rechtbank in zijn algemeenheid niet gehouden is om...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT