Raadkamer van Rechtbank Limburg, 28 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Limburg

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond

Sector strafrecht

Parketnummer : 04/801003-12

Kenmerk : 12/1383

Beschikking van de enkelvoudige raadkamer van de rechtbank Limburg, op het verzoekschrift van de gewezen verdachte:

naam : [verzoeker] (verzoeker),

voornamen : [voornaam verzoeker],

geboren op : [geboortegegevens verzoeker],

te dezer zake domicilie kiezende ten kantore van mr. [K.], advocaat te Amsterdam en mr. [H.], advocaat te Venlo.

Feiten.

Verzoeker heeft de periode van 4 januari 2012 tot en met 20 januari 2012 in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.

Voormelde zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. De officier van justitie heeft de feiten die ten grondslag lagen aan het bevel voorlopige hechtenis deels geseponeerd, deels is de officier van justitie blijkens vonnis van de politierechter van deze rechtbank d.d. 28 augustus 2012 niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van verzoeker. De officier van justitie heeft tegen deze uitspraak geen hoger beroep ingesteld.

Het verzoekschrift d.d. 2 november 2012 is op 15 november 2012 ter griffie van deze rechtbank ontvangen en houdt in een verzoek tot toekenning van een vergoeding van

€ 4.230,-- ten laste van de Staat terzake van door verzoeker ondergane vrijheidsbeneming. Anders dan gebruikelijk is om een schadevergoeding verzocht van € 315,-- per dag voor dagen doorgebracht in verzekering en van € 240,-- per dag voor dagen doorgebracht in voorlopige hechtenis.

Voorts houdt het verzoekschrift in een verzoek tot toekenning van een vergoeding van door verzoeker gemaakte kosten van rechtsbijstand in de raadkamerprocedure van € 275,00 indien geen behandeling ter terechtzitting nodig is en van € 540,00 indien wel een behandeling ter terechtzitting nodig wordt geacht.

De rechtbank heeft op 16 april 2013 de officier van justitie en verzoeker en diens raadslieden gehoord.

Standpunten van de officier van justitie.

De officier van justitie heeft aangegeven zich niet te kunnen verenigen met de verzochte bedragen. De officier van justitie is van mening dat slechts de gebruikelijke bedragen voor vergoeding in aanmerking komt. De kosten van door verzoeker gemaakte kosten van rechtsbijstand in de raadkamerprocedure kunnen - voor zover nog niet verrekend in de artikel 591aSv - eveneens worden toegewezen.

Overwegingen.

De zaak tegen verzoeker is op 28 augustus 2012 geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Immers is de officier van justitie niet-ontvankelijk...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT