Raadkamer van Rechtbank Limburg, 28 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Limburg

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond

Sector strafrecht

Parketnummer : 04/801003-12

Kenmerk : 12/1384

Beschikking van de enkelvoudige raadkamer van de rechtbank Limburg, op het verzoekschrift van de gewezen verdachte:

naam : [verzoeker] (verzoeker),

voornamen : [voornaam verzoeker],

geboren op : [geboortegegevens verzoeker],

te dezer zake domicilie kiezende ten kantore van mr. [K.], advocaat te Amsterdam.

Feiten.

Voormelde zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. De officier van justitie is blijkens vonnis van de politierechter van deze rechtbank d.d. 28 augustus 2012 niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van verzoeker. De officier van justitie heeft tegen deze uitspraak geen hoger beroep ingesteld.

Het verzoekschrift d.d. 12 november 2012 is op 15 november 2012 ter griffie van deze rechtbank ontvangen en houdt in een verzoek tot toekenning van een vergoeding van door verzoeker voornoemd gemaakte kosten die het belang van het onderzoek hebben gediend in de strafzaak met bovenvermeld parketnummer, zijnde de kosten voor rechtsbijstand voor twee raadslieden en andere kosten gemaakt in het belang van de verdediging alsmede reiskosten van verzoeker zoals nader gespecificeerd in het verzoekschrift groot totaal

€ 117.269,80.

Voorts houdt het verzoekschrift in een verzoek tot toekenning van een vergoeding van kosten van rechtsbijstand in de raadkamerprocedure van € 2.565,20 indien geen behandeling ter terechtzitting nodig is en met aanvulling van de gemaakte kosten indien wel een behandeling ter terechtzitting nodig wordt geacht.

De rechtbank heeft op 16 april 2013 de officier van justitie en verzoeker en diens raadslieden gehoord.

Bij gelegenheid van de behandeling ter terechtzitting op 16 april 2013 is door mr. [H.] de urenspecificatie overgelegd met betrekking tot de door hem gemaakte kosten van rechtsbijstand voor de strafzaak.

Standpunten van de officier van justitie.

De officier van justitie heeft aangegeven zich niet te kunnen verenigen met de gevraagde vergoedingen. De officier van justitie stelt voor – in verband met de vele dubbellingen in verband met overleg - de kosten voor rechtsbijstand in de strafzaak te matigen tot een vergoeding groot € 15.000,-- voor mr. [K.] en een vergoeding groot € 5.000,-- voor mr. [H.]. Ook de factuur van [T] dient daarom gematigd te worden. Het rapport van [M.P.] diende strikt genomen alleen voor de schorsing en is niet van belang geweest voor de strafzaak. De post [V.V.] dient geheel te worden afgewezen, onder andere omdat de officier niet vermag in te zien in hoeverre een pro-actief media-overleg een zodanig verband heeft met de strafzaak dat dit voor vergoeding...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT