Wraking van Rechtbank Midden-Nederland, 11 de Junio de 2013
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 11 de Junio de 2013 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Midden-Nederland |
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingslocatie Utrecht
Zaaknummer / rekestnummer: 345305 / HA RK 13-160
beslissing van 11 juni 2013 van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken,
op het verzoek in de zin van artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van:
[Verzoeker] (hierna te noemen: [Verzoeker]),
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
gemachtigde: mr. Y. Bouchikhi, advocaat te Utrecht.
-
Het verloop van de procedure
1.1. Op 29 mei 2013 is namens [Verzoeker] bij de rechtbank het verzoek gedaan tot wraking van mr. G.J. van Binsbergen, rechter in de afdeling handel en kanton van deze rechtbank en in die hoedanigheid belast met de behandeling van de zaak van [naam] tegen [Verzoeker] die aldaar is geregistreerd onder zaaknummer 819349 UC EXPL 12-9614.
1.2. Mr. Van Binsbergen heeft niet in de wraking berust. Zij heeft op 3 juni 2013 haar schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek aan de griffier van de wrakingskamer van de rechtbank doen toekomen.
1.3. Mr. Bouchikhi is namens verzoeker bij de mondelinge behandeling op 4 juni 2013 verschenen. Mr. Van Binsbergen heeft laten weten niet te zullen verschijnen. Mr. Drenth (gemachtigde van [naam]) is niet verschenen.
1.4. De uitspraak is bepaald op heden.
-
De feiten
2.1. Op 16 oktober 2012 heeft in bovengenoemde civiele zaak onder leiding van mr. Van Binsbergen een comparitie na antwoord plaatsgevonden. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt. Daaruit blijkt onder meer dat [naam] is toegelaten tot bewijslevering middels het horen van getuigen.
2.2. Bij brief van 12 december 2012 is namens [naam] een afschrift van het zaaksdossier in de strafzaak gevoegd en bericht dat het haar niet meer noodzakelijk leek nog getuigen te doen horen.
2.3. Mr. Bouchikhi heeft ten behoeve van de rolzitting van 14 januari 2013 een antwoordakte tevens akte niet-dienen ingediend, waarin hij de rechtbank verzoekt de brief met bijlage van [naam] van 12 december 2012 niet aan te merken als akte en buiten beschouwing te laten en voorts om akte van niet-dienen te verlenen.
2.4. Op 27 mei 2013 heeft mr. Van Binsbergen een tussenvonnis gewezen. In dit vonnis is, voor zover van belang, overwogen dat [naam] weliswaar niet aan de bewijsinstructie heeft voldaan, en dat daarmee haar recht op het aandragen van bewijs door middel van getuigen is vervallen, maar dat dit onverlet laat dat het haar vrijstaat om bewijs te leveren door middel van schriftelijk bewijs. In het vonnis is voorts de brief van [naam] van
12 december...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT