Kort geding van Rechtbank Amsterdam, 10 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak10 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Amsterdam

RECHTBANK AMSTERDAM KORT GEDING

Afdeling privaatrecht

Zaaknummer: 1423777 KK EXPL 13-581

Vonnis van: 10 juni 2013

F.no.: 182

Vonnis in kort geding van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser 1]

eiser

wonende te [woonplaats]

nader te noemen [eiser 1]

gemachtigden: mrs. A.P. Macro en I.A. Hoedemaeker

t e g e n

de naamloze vennootschap ABN AMRO BANK N.V.

gevestigd te Amsterdam

gedaagde

nader te noemen ABN

gemachtigde: mr. M.J.M.T. Keulaerds

en

Zaaknummer 2051370 KK EXPL 13-770

[eiser 2]

wonende te [woonplaats],

eiser

nader te noemen [eiser 2]

gemachtigden: mrs. A.P. Macro en I.A. Hoedemaeker

t e g e n

de naamloze vennootschap ABN AMRO BANK N.V.

gevestigd te Amsterdam

gedaagde

nader te noemen ABN

gemachtigde: mr. M.J.M.T. Keulaerd

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 16 mei 2013 hebben eisers bij gelijkluidende dagvaardingen voorlopige voorzieningen gevorderd. De twee zaken zijn gezamenlijk behandeld en zullen tezamen aangeduid worden als de vorderingen.

De vorderingen zijn behandeld op de terechtzitting van 24 mei 2013. [eiser 1] en [eiser 2] zijn verschenen, vergezeld door hun gemachtigden. ABN is verschenen bij ondermeer de heren [naam 1], [naam 2] [naam 3], mevrouw [naam 4] en de gemachtigde.

Van beide zijden waren voorts nog diverse belangstellenden en deskundigen aanwezig. [eiser 1] en [eiser 2] hebben voorafgaand aan de zitting aanvullende stukken ingediend. Beide partijen hebben zich bediend van een pleitnota en van producties. Op de zitting is een geluidsband afgespeeld, welke als productie is ingebracht, en de kantonrechter heeft vragen gesteld. De griffier heeft aanteke¬ningen gemaakt, die in het dossier zijn opgenomen.

Tot slot is uitspraak bepaald op heden, mede in het licht van de verzoeken over en weer tot –voorwaardelijke- ontbinding van de arbeidsovereenkomsten, op welke verzoeken vandaag wordt beslist.

BEOORDELING VAN DE VORDERINGEN

  1. Bij de beoordeling van de vorderingen wordt een veelheid van feiten en omstandigheden meegewogen, waaronder het navolgende:

    1.1. ABN opereert als financiële instelling, ondermeer in het Verre Oosten.

    1.2. [eiser 1], thans 44 jaar oud, is sedert 1 april 2003 in dienst van (de rechtsvoorgangster van) ABN, laatstelijk als [functie]. Zijn salaris bedraagt € 19.454,- bruto per maand inclusief emolumenten, maar exclusief bonus. Onder de verantwoordelijkheid van [eiser 1] vallen sinds 2010 vijf Energy Commodities teams van ABN, waaronder die in Dubai. Leidinggevende van [eiser 1] is de [naam 2] (verder: [naam 2]).

    1.3. [eiser 2], thans 33 jaar oud, is sedert 1 februari 2007 in dienst van (de rechtsvoorgangster van) ABN, laatstelijk als [functie]. Zijn salaris bedraagt € 11.789,- bruto per maand inclusief emolumenten, maar exclusief bonus. [eiser 2] woont en werkt sinds 2009 voor ABN in Dubai. [eiser 1] is leidinggevende van [eiser 2].

    1.4. Sinds 2008 is ABN bankier van het bedrijf Oil Marketing & Trading International, verder OMTI. De directeuren van OMTI zijn [naam 5] en [naam 6] (verder: [naam 5] en [naam 6]). OMTI handelt in olie; in- en (door-)verkoop. De financiering door ABN geschiedt per transactie.

    1.5. Betrokkenheid van bedrijven, waaronder banken, bij de handel in Iraanse olie is verboden in het kader van internationale sancties tegen Iran. Het Amerikaanse Office of Foreign Assets Control, verder OFAC, houdt toezicht op overtreding van de sancties.

    1.6. In 2010 is in opdracht van [eiser 1] en [eiser 2] OMTI een zogeheten Enhanced Due Diligence (EDD) opgelegd. [eiser 1] en [eiser 2] hebben ABN van de EDD niet vooraf in kennis gesteld. Ook is de kredietfaciliteit van OMTI door [eiser 1] en [eiser 2] beëindigd. Na ongeveer drie maanden heeft OMTI verzocht weer bij ABN te mogen bankieren.

    1.7. In juni 2012 is de kredietfaciliteit van OMTI verhoogd tot 180 mio USD.

    1.8. In juli 2012 heeft OFAC de regels in verband met de handel in olie uit Iran aangescherpt.

    1.9. Bij mail van 30 augustus 2012 heeft OMTI bij [eiser 2] een transactie met de onderneming Horizon Energy LLC (verder: Horizon) aan de orde gesteld.

    1.10. In september 2012 hebben [eiser 1] en [eiser 2] besloten financiering van transacties van OMTI met Horizon te weigeren, op grond van financiële risico’s van FAL Oil en het feit dat Horizon gelieerd was aan deze onder¬neming. De afdeling Risk Management en Control (verder: Risk) van ABN is daarvan niet op de hoogte gesteld.

    1.11. Op 13 september 2012 heeft [eiser 2] [eiser 1] per mail de (winst-) cijfers van OMTI gestuurd, zonder verdere toelichting.

    1.12. Op 19 september 2012 hebben [eiser 1] en [eiser 2] gedineerd met de beide directeuren van OMTI, bij [naam 6] thuis. De echtgenote van [naam 6] was bij delen van het diner en de gevoerde gesprekken aanwezig. De volgende dag hebben [eiser 2] en [naam 6] gezamenlijk een tanker van OMTI in de havenstad Fujairah bezocht. Fujairah ligt tegenover Iran en er zijn grote opslagfaciliteiten voor olie gesitueerd.

    1.13. Eind oktober 2012 rezen er geruchten dat Horizon in Iraanse olie handelde. Bij mail van 24 oktober 2012 heeft [eiser 2] zijn team daarvoor gewaar¬schuwd.

    1.14. Op 31 oktober 2012 hebben [eiser 1] en [eiser 2] de directeuren van OMTI uitgenodigd voor een zakelijk diner (dinner-meeting) op 15 november 2012.

    1.15. Op 1 november 2012 werd in het tijdschrift Platts een artikel gepubliceerd, waarbij een verband werd gelegd tussen de havenstad Fujairah, de onderneming Horizon en de handel in Iraanse olie: het zogenoemde Platts artikel. Op 2 november 2012 heeft [eiser 2] [eiser 1] het artikel toegezonden. Op 9 november 2012 is het artikel ingetrokken.

    1.16. Op 15 november 2012 hebben [eiser 1] en [eiser 2] met de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT