Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Noord-Holland, Sector kanton, 13 de Junio de 2013
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 13 de Junio de 2013 |
Uitgevende instantie: | Sector kanton |
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 582976/ CV EXPL 12-15397
datum uitspraak: 13 juni 2013
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap Arenda II B.V.
te Reeuwijk
eiseres
hierna te noemen Arenda II
gemachtigde Vesting Finance
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde mr. M.J.E.M. Coenraad.
De procedure
Arenda II heeft [gedaagde] gedagvaard op 9 november 2012. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en een eis in reconventie ingesteld.
Nadat de kantonrechter had beslist dat de zaak zich niet leent voor een comparitie van partijen na antwoord, heeft Arenda II schriftelijk op het antwoord en de eis in reconventie gereageerd, waarna achtereenvolgens [gedaagde] en Arenda II nog een schriftelijke reactie hebben gegeven.
De feiten
-
Tussen Arenda II enerzijds en [gedaagde] anderzijds is op 14 maart 2002 een doorlopend kredietovereenkomst (door Arenda II “Limiet Krediet” genoemd) tot stand gekomen. Hierin is onder meer bepaald:
“(…) 1) Arenda II verleent hierbij aan Cliënt een kredietfaciliteit tot een bedrag van maximaal € 12.432,00
3) Cliënt betaalt over bedragen, die verschuldigd zijn uit hoofde van deze overeenkomst, een variabele kredietvergoeding. Deze bedraagt thans per maand 0,76 % ofwel een effektieve rente op jaarbasis van 9,5 %. Cliënt betaalt de opgenomen bedragen, alsmede de verschuldigde kredietvergoeding aan Arenda II terug in maandelijkse termijnen van tenminste € 100,00 (…)”
-
Op de overeenkomst is de Wet op het Consumentenkrediet (WCK) van toepassing.
-
De algemene voorwaarden Limiet Krediet van Arenda II (hierna: de
algemene voorwaarden) maken onderdeel uit van de overeenkomst. Artikel 6 onder a van de
algemene voorwaarden luidt:
“ Al hetgeen door Cliënt krachtens deze overeenkomst aan DCP verschuldigd is, zal direkt opeisbaar zijn indien:
Cliënt gedurende tenminste twee maanden achterstallig is in de betaling van een vervallen termijnbedrag en na de ingebrekestelling nalatig blijft in de nakoming van zijn verplichtingen;”
-
[gedaagde] is, ook na ingebrekestelling door Arenda II, gedurende ten minste twee maanden zijn betalingsverplichting niet nagekomen. De door de gemachtigde van Arenda II al in 2004 opgestarte incassoactiviteiten zijn in april 2008 opgeschort in het kader van een schuldhulptraject, waarmee [gedaagde] bezig was. Op 18 april 2008 bedroeg het openstaande saldo € 8.812,41. Bij brief van 28 februari 2012 heeft de gemachtigde van Arenda II het volgende, voor zover van belang, aan de afdeling schuldhulpverlening van de gemeente Haarlem geschreven:
“(…) In dit schrijven werd duidelijk dat de schuldhulp ten einde is gekomen en wij worden verzocht het restant van de vorderingen te kwijten. (…) Gezien het bovenstaande gaan wij niet akkoord met het toekennen van finale kwijting inzake de restantvorderingen daar het door u voldane bedrag van de schuldhulp 64 % afwijkt van uw prognose destijds. (…) “
-
Per 9 november 2012 bedroeg de schuld van [gedaagde] bij Arenda II € 9.272,83.
De vordering
Arenda II vordert (samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 9.272,83, vermeerderd met de overeengekomen vertragingsrente over € 8.023,26 vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening. Arenda II legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde] zijn...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT