Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 19 de Junio de 2013

Datum uitspraak19 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201208543/1/A1, 20128544/1/A1 en 201208545/1/A1.

Datum uitspraak: 19 juni 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Vught,

appellant,

tegen de uitspraken van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 20 juli 2012 in de zaken nrs. 09/5877, 11/148 en 11/2342 in de gedingen tussen:

[appellant]

en

het college van burgemeester en wethouders van Vught.

Procesverloop

Bij besluit van 11 december 2006 heeft het college geweigerd [belanghebbende] onder vrijstelling van het bestemmingsplan bouwvergunning te verlenen voor het gedeeltelijk vergroten van een garage met tuinkamer op het perceel [locatie]te Vught (hierna: het perceel).

Bij besluit van 6 november 2009 heeft het, opnieuw beslissend op het door deze daartegen gemaakte bezwaar, [belanghebbende] onder ontheffing van het bestemmingsplan voor dat bouwplan bouwvergunning verleend.

Bij besluit van 4 november 2009 heeft het een verzoek van [appellant] om handhavend tegen het in afwijking van de bij besluit van 27 juli 2005 verleende bouwvergunning gebouwde bijgebouw op te treden afgewezen.

Bij besluit van 21 december 2010 heeft het het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij besluit van 25 januari 2011 heeft het [belanghebbende] omgevingsvergunning verleend voor het aanbrengen van twee dakkapellen op het bijgebouw en het verhogen van de nok en het overschrijden van de maximale nokhoogte van een bijgebouw in het bijbouwvlak op het perceel.

Bij besluit van 14 juni 2011 heeft het het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij afzonderlijke uitspraken van 20 juli 2012 heeft de rechtbank de door [appellant] tegen voormelde besluiten van 6 november 2009, 21 december 2010 en 14 juni 2011 ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Deze uitspraken zijn aangehecht.

Tegen deze uitspraken heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft [belanghebbende] een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

[appellant] heeft nog nadere stukken ingediend.

De zaken zijn door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaken gevoegd ter zitting behandeld op 2 april 2013, waar [appellant], vertegenwoordigd door A.G.M. Vekemans, en het college, vertegenwoordigd door mr. T.I. van Term, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar [belanghebbende], vertegenwoordigd door mr. F.C.J.J. Jessen, advocaat te Den Bosch, gehoord.

Overwegingen

1. Het college heeft [belanghebbende] bij besluit van 27 juli 2005 onder vrijstelling van het bestemmingsplan bouwvergunning verleend voor het oprichten van een bijgebouw op het perceel met een oppervlakte van 100 m² en een nokhoogte van 5 m. [belanghebbende] heeft een gebouw opgericht met een oppervlakte van 107 m² en een nokhoogte van 5,72 m. Voorts zijn twee dakkapellen aangebracht. Het is in gebruik als garage met tuinkamer.

In zaak nr. 201208545/1/A1

2. Ingevolge artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 2º, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) kan de omgevingsvergunning, voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan slechts worden verleend in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen.

Ingevolge artikel 2.7 van het Besluit omgevingsrecht (hierna: het Bor) worden als categorieën van gevallen, als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, aangewezen de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT