Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 19 de Junio de 2013

Datum uitspraak19 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201300979/1/A2.

Datum uitspraak: 19 juni 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de vereniging Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten in Nederland, gevestigd te 's-Graveland, gemeente Wijdemeren,

appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 december 2012 in zaak nr. 12/799 in het geding tussen:

de vereniging

en

het college van gedeputeerde staten van Overijssel.

Procesverloop

Bij besluit van 13 september 2011 heeft het college geweigerd de vereniging een subsidie te verlenen krachtens het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 (hierna: het Ubs 2007), paragraaf 8.10 Verwerven areaal nieuwe natuur voor de Ecologische Hoofdstructuur en Robuuste Verbindingszones.

Bij besluit van 20 maart 2012 heeft het college het door de vereniging daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 18 december 2012 heeft de rechtbank het door de vereniging daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 29 (lees: 20) maart 2012 vernietigd en het college opgedragen opnieuw op het bezwaar van de vereniging te beslissen, met inachtneming van het gestelde in de uitspraak. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft de vereniging hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend. Daarbij heeft het college een verzoek ingediend dat ertoe strekt dat uitsluitend de Afdeling kennis neemt van een van de bij het verweerschrift overgelegde bijlagen. Op 4 april 2013 heeft de Afdeling beslist dat de verzochte beperking van de kennisneming gerechtvaardigd is en de vereniging gevraagd om toestemming als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb). Deze toestemming is verleend.

Bij besluit van 26 maart 2013 heeft het college, gevolg gevend aan de aangevallen uitspraak, opnieuw op het door de vereniging tegen het besluit van 13 september 2011 gemaakte bezwaar beslist en daarbij het bezwaar wederom ongegrond verklaard.

De vereniging heeft daar gronden tegen aangevoerd.

Het college heeft een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak, gevoegd met zaak nr. 201210247/1/A2, ter zitting behandeld op 26 april 2013, waar de vereniging, vertegenwoordigd door mr. W.I. Koelewijn, advocaat te Den Haag, vergezeld van C. Juten en B. van Luijk, werkzaam bij de vereniging, en het college, vertegenwoordigd door mr. H. Hams en ing. H.J. Arentsen, beiden werkzaam bij de provincie Overijssel, zijn verschenen. Na de zitting...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT