Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Rotterdam, 20 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Bestuursrecht 2

zaaknummer: ROT 12/5202

uitspraak van de meervoudige kamer van 20 juni 2013 in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats], eiser,

gemachtigde: mr. M. van Eck,

en

het college van burgemeester en wethouders van Schiedam, verweerder,

gemachtigde: mr. A. Mersel.

Procesverloop

Bij besluit van 21 mei 2012 (het primaire besluit) heeft verweerder eisers aanvraag om langdurigheidstoeslag afgewezen.

Bij besluit van 24 oktober 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser kennelijk ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is op 27 maart 2013 te Rotterdam ter zitting van een enkelvoudige kamer behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Ter zitting hebben partijen desgevraagd te kennen gegeven bij een eventuele verwijzing van de zaak naar een meervoudige kamer ermee in te stemmen dat zonder nadere zitting uitspraak wordt gedaan door de meervoudige kamer.

Bij beslissing van 3 april 2013 heeft de rechtbank het onderzoek heropend en de zaak met toepassing van artikel 8:10, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht verwezen naar een meervoudige kamer. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

  1. Eiser en zijn echtgenote, [X], ontvangen sinds 8 februari 2008 een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb) naar de norm voor gehuwden. Op 6 april 2012 heeft eiser langdurigheidstoeslag aangevraagd.

  2. Aan het bestreden besluit ligt ten grondslag dat op grond van artikel 3, aanhef en onder 1, van de Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Schiedam 2012 (Verordening) geen recht bestaat op langdurigheidstoeslag, omdat gedurende de referteperiode voor eiser en zijn echtgenote arbeidsverplichtingen golden.

  3. Op grond van artikel 36, eerste lid, van de Wwb, zoals dat gold ten tijde hier van belang, verleent het college op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.

    Op grond van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wwb stelt de gemeenteraad bij verordening regels met betrekking tot het verlenen van een langdurigheidstoeslag als bedoeld in artikel 36.

    Op grond van het tweede lid, aanhef en onder...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT