Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 19 de Junio de 2013

Datum uitspraak19 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

11/5067 WAO

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van

14 juli 2011, 11/702 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[A. te B.] (appellante)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

Datum uitspraak 19 juni 2013.

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. K. Houtsma, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend en een rapportage van bezwaarverzekeringsarts G.C.N. Debie van 29 september 2011 ingezonden.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 mei 2013. Appellante en haar opvolgend gemachtigde [naam gemachtigde] zijn - met kennisgeving vooraf - niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door M.J.H. Maas.

OVERWEGINGEN

1.1. Bij beslissing op bezwaar van 21 december 2007 heeft het Uwv het recht van appellante op een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) met ingang van 26 augustus 2007 nader vastgesteld naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%. Bij uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 27 juni 2008 (08/397) is het beroep tegen het besluit van 21 december 2007 ongegrond verklaard. Nu tegen deze uitspraak geen hoger beroep is ingediend is het besluit van 21 december 2007 in rechte onaantastbaar. Het thans aan de orde zijnde verzoek van 21 juli 2010 strekt ertoe dat het Uwv van dit besluit terugkomt omdat haar beperkingen in ernstige mate onderschat zijn.

1.2. Bij besluit van 19 augustus 2010 heeft het Uwv geweigerd terug te komen van het besluit waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 35 tot 45% en deze weigering gehandhaafd bij beslissing op bezwaar van 20 januari 2011 (bestreden besluit), op de grond dat er geen sprake is van nieuwe medische feiten of veranderde omstandigheden die er toe leiden dat de genomen beslissing van 21 december 2007 onjuist zou zijn. Daarbij heeft het Uwv zich gebaseerd op een rapportage van bezwaarverzekeringsarts Debie van 7 januari 2011. In deze rapportage is recente, door appellante overgelegde medische informatie verzekeringsgeneeskundig beoordeeld.

  1. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat uit de door appellante overgelegde brief van psychiater A.M.A. de Groot van 22 december 2009 en uit de overige door appellante overgelegde medische...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT