Hoger beroep van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18 de Junio de 2013
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 18 de Junio de 2013 |
Uitgevende instantie: | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden |
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.124.402/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/17/124570/KG ZA 13-14)
arrest in spoed kort geding van de tweede kamer van 18 juni 2013
in de zaak van
[appellante],
wonende te [woonplaats],
appellante,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna: [appellante],
advocaat: mr. J. Pieters, kantoorhoudend te Sneek,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiser,
hierna: [geïntimeerde],
advocaat: mr. R. Tamourt, kantoorhoudend te Heerenveen.
-
Het geding in eerste aanleg
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis van 20 februari 2013 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Nederland.
-
Het geding in hoger beroep
2.1 Het verloop van de procedure is als volgt:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 20 maart 2013 (met grieven),
- de memorie van antwoord (met producties).
2.2 Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.
2.3 De vordering van [appellante] luidt:
"bij arrest, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te vernietigen het kort gedingvonnis op 20 februari 2013, door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, gewezen, bekend onder C/17/124570 ZA 13 - 14, tussen appellante als gedaagde en geïntimeerde als eiser gewezen, en, opnieuw rechtdoende, primair de vordering in prima strekkende opheffing van het beslag af te wijzen, alsmede de overige vorderingen, althans subsidiair te bepalen dat de man binnen 4 weken na datum uitspraak van het gerechtshof, verplicht is een bodemprocedure ex art. 1:401 BW te starten door indiening van een daartoe strekkend verzoek bij de daartoe bevoegde rechtbank, op straffe van een dwangsom van 1.000,-- Euro per dag, voor iedere dag, waarbij een gedeelte van een dag voor een hele heeft te gelden, waarin geïntimeerde in gebreke mocht blijven aan de in dezen te wijzen uitspraak te voldoen, althans dat het gerechtshof een dusdanige beslissing zal nemen zoals het in goede justitie mocht vermenen te behoren, met veroordeling van de man in de kosten van het geding, althans subsidiair kosten rechtens."
-
De feiten
3.1 Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 2. van genoemd vonnis van 20 februari 2013 is, behoudens ten aanzien van de vaststelling waartegen in een ongenummerde grief is geklaagd (zie hierna onder 6.1 en 6.2), geen grief ontwikkeld en ook anderszins is niet van bezwaren daartegen gebleken, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT