Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Rotterdam, 13 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Bestuursrecht 3

zaaknummer: ROT 12/5219

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 juni 2013 in de zaak tussen

(A), te Rotterdam, eiser,

en

het dagelijks bestuur van de deelgemeente Delfshaven, verweerder,

gemachtigde: P. Grootveld.

Procesverloop

Bij besluit van 22 augustus 2012 (het primaire besluit) heeft verweerder aan (Y) een omgevingsvergunning verleend voor het aanleggen van een in- en uitrit in de (X)-straat ter hoogte van huisnummer 6.

Bij besluit van 21 november 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiseres heeft nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 mei 2013. Eiser is verschenen, Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Tevens waren aanwezig: (B),(C), (D), (E), (F) en (G).

Overwegingen

  1. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaarschrift van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat de termijn voor het maken van bezwaar is overschreden. Het besluit is op 22 augustus 2012 aan de aanvrager toegezonden en is daarmee bekend gemaakt. De termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is aangevangen op 23 augustus 2012 en gelet op artikel 6:7, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), geëindigd op 3 oktober 2012. Het bezwaarschrift is gedagtekend op 19 oktober 2012 en op 20 oktober 2012 per aangetekende post verzonden. In de publicatie in een huis-aan-huisblad van 12 september 2012 is meegedeeld dat op 22 augustus 2012 een vergunning is verleend en dat tot zes weken na het besluit tot verlening van een vergunning bezwaar kan worden gemaakt. Bezwaarde was dan ook in de gelegenheid om tijdig een bezwaarschrift in te dienen. De termijnoverschrijding is niet verschoonbaar.

  2. Ingevolge artikel 3.8, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), voor zover hier van belang, geeft het bevoegd gezag bij de toepassing van titel 4.1 van de Awb tevens onverwijld kennis van de aanvraag om een omgevingsvergunning in een of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze.

    Ingevolge artikel 3.9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo beslist het bevoegd gezag op de aanvraag om een omgevingsvergunning binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. Tegelijkertijd met of zo spoedig mogelijk na de bekendmaking doet het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT