Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Midden-Nederland, 19 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Midden-Nederland

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht

handelskamer

locatie Utrecht

Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 19 juni 2013

in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/16/322074 / HA ZA 12-592 van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres in conventie] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats], gemeente [gemeente], kantoorhoudende te [vestigingsplaats], gemeente [gemeente],

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat: mr. M.D.N. van Duyl te Roermond,

tegen

  1. [gedaagde in conventie sub 1],

    wonende te [woonplaats],

    gedaagde in conventie,

    eiser in reconventie,

    advocaat: mr. T. Hoekx-Audiffred te Amsterdam,

  2. [gedaagde in conventie sub 2],

    wonende te [woonplaats], gemeente [gemeente],

    gedaagde in conventie,

    niet verschenen,

    en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/16/343450 / HA ZA 13-334 van

    [gedaagde in conventie sub 1],

    wonende te [woonplaats],

    eiser,

    advocaat: mr. T. Hoekx-Audiffred te Amsterdam,

    tegen

    [gedaagde],

    wonende te [woonplaats], gemeente [gemeente],

    gedaagde,

    niet verschenen.

    Partijen zullen hierna [eiseres in conventie], [gedaagden in conventie c.s.], [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde] genoemd worden.

  3. De procedure in de hoofdzaak

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 19 september 2012;

    - het tegen [gedaagde] verleende verstek;

    - de akte vermeerdering/wijziging van eis in conventie, tevens houdende conclusie van antwoord in reconventie;

    - het exploit van betekening aan [gedaagde] van de akte vermeerdering/wijziging van eis in conventie, tevens houdende conclusie van antwoord in reconventie;

    - het proces-verbaal van comparitie van 8 april 2013.

    1.2. Ten slotte is vonnis in de hoofdzaak bepaald.

  4. De procedure in de vrijwaringszaak

    2.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding;

    - het tegen [gedaagde] verleende verstek.

    2.2. Ten slotte is vonnis in de vrijwaringszaak bepaald.

  5. De feiten in de hoofdzaak in conventie en in reconventie en in de vrijwaringszaak

    3.1. [eiseres in conventie] hield alle aandelen in Staalbouw Eindhoven I B.V. (hierna: Staalbouw Eindhoven I). Deze aandelen heeft [eiseres in conventie] bij overeenkomst van 18 augustus 2010 (hierna: de koopovereenkomst) verkocht aan Knowledge People B.V. (hierna: Knowledge People) en K.G. Holding B.V. (hierna: K.G. Holding). Bestuurder en enig aandeelhouder van Knowledge People is [gedaagde in conventie sub 1]. [gedaagde] is bestuurder en enig aandeelhouder van K.G. Holding.

    3.2. Knowledge People kocht van [eiseres in conventie] 36 aandelen, zijnde 20% van het totale aantal aandelen en K.G. Holding 144 aandelen, zijnde de resterende 80% van het totale aantal aandelen.

    3.3. De koopprijs per aandeel is bepaald op € 7.278,24, waarmee de koopprijs in totaal € 1.310.084,00 bedroeg. Deze koopprijs zou op grond van artikel 2 lid 2 van de koopovereenkomst in vijf termijnen door de kopers aan [eiseres in conventie] worden voldaan. Vier termijnen van ieder € 240.825,00 dienden op 30 juni 2011, 31 december 2011, 30 juni 2012 en 31 december 2012 te worden voldaan en de vijfde termijn van € 346.784,00 op 30 september 2013.

    3.4. Bij notariële akte van 23 augustus 2010 zijn de aandelen die [eiseres in conventie] hield in Staalbouw Eindhoven I geleverd aan Knowledge People en K.G. Holding.

    3.5. Eveneens op 23 augustus 2010 kocht Staalbouw Eindhoven I de aandelen die [eiseres in conventie] hield in [bedrijf 1] B.V., [bedrijf 2] B.V. en [bedrijf 3] B.V.

    3.6. [bedrijf 1] B.V., [bedrijf 3], [bedrijf 2] en Staalbouw Eindhoven I zijn op respectievelijk 21 september 2010, 12 oktober 2010, 29 maart 2011 en 20 oktober 2011 in staat van faillissement verklaard.

    3.7. Bij verstekvonnis van de (toenmalige) rechtbank Breda van 23 mei 2011 zijn Knowledge People en K.G. Holding op vordering van [eiseres in conventie] hoofdelijk veroordeeld tot betaling van – onder meer – de eerste twee termijnbetalingen voor de koopprijs, in totaal € 481.650,00. Omdat geen rechtsmiddel is ingesteld, is dit vonnis in kracht van gewijsde gegaan.

    3.8. Op 21 november 2012 heeft de (toenmalige) rechtbank Breda Knowledge People en K.G. Holding bij verstekvonnis hoofdelijk veroordeeld tot betaling van – kort gezegd – € 481.650,00, te vermeerderen met wettelijke handelsrente, en beslagkosten. Dit bedrag van € 481.650,00 had betrekking op de derde en vierde betalingstermijn voor de koopprijs. Ook dit vonnis is in kracht van gewijsde gegaan.

    3.9. K.G. Holding is bij vonnis van de rechtbank Rotterdam van 7 maart 2013 in staat van faillissement verklaard.

  6. De geschillen

    in de hoofdzaak in conventie

    4.1. Na wijziging van eis vordert [eiseres in conventie] in conventie bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

  7. te verklaren voor recht dat [gedaagde in conventie sub 1] en/of [gedaagde] met hun handelwijze onrechtmatig jegens [eiseres in conventie] hebben gehandeld;

  8. [gedaagde in conventie sub 1] en/of [gedaagde] ieder hoofdelijk, des de een betalend de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 963.300,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, aan [eiseres in conventie], te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over:

    a. de per 30 juni 2011 verstreken termijnbetaling van € 240.825,00 met ingang van 1 juli 2011;

    b. de per 31 december 2011 verstreken termijnbetaling van € 240.825,00 met ingang van 1 januari 2012;

    c. de per 30 juni 2012 verstreken termijnbetaling van € 240.825,00 met ingang van 1 juli 2012;

    d. de per 31 december 2012 verstreken termijnbetaling van € 240.825,00 met ingang van 1 januari 2013;

    e. althans vanaf de dag der dagvaarding, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;

    steeds tot de dag der algehele voldoening;

  9. [gedaagde in conventie sub 1] en/of [gedaagde] ieder hoofdelijk, des de een betalend de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling van de vijfde termijnbetaling van € 346.784,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, op uiterlijk 30 september 2013 aan [eiseres in conventie], vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW met ingang van 1 oktober 2013, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot de dag van algehele voldoening;

  10. [gedaagde in conventie sub 1] en/of [gedaagde] ieder hoofdelijk, des de een betalend de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 4.000,00 aan buitengerechtelijke kosten;

  11. [gedaagde in conventie sub 1] en/of [gedaagde] ieder hoofdelijk, des de een betalend de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling van € 1.513,64 aan beslagkosten;

  12. [gedaagde in conventie sub 1] en/of [gedaagde] ieder hoofdelijk, des de een betalend de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling van de kosten van de procedure, alsmede de nakosten;

  13. [gedaagde in conventie sub 1] en/of [gedaagde] ieder hoofdelijk, des de een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT