Herziening van Rechtbank Rotterdam, Sector kanton, 19 de Junio de 2009
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 19 de Junio de 2009 |
Uitgevende instantie: | Sector kanton |
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector kanton
Locatie: Rotterdam
Beschikking ex artikel 382 juncto 390 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Brunel Nederland BV & Brunel International NV,
gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
verweersters ten aanzien van het zelfstandig tegenverzoek,
gemachtigde: mr. M.J. Keuss,
tegen
[Verweerder],
wonende te Singapore,
verweerder,
verzoeker ten aanzien van het zelfstandig tegenverzoek,
gemachtigde: mr. Y. van Gemerden & mr. P.P.Ch.J. Spanjaard.
Verzoeksters / verweersters ten aanzien van het zelfstandig tegenverzoek worden hierna in enkelvoud aangeduid als “Brunel”. Verweerder / zelfstandig verzoeker wordt aangeduid als “[verweerder]”. Een en ander voorzover niet anders is vermeld.
-
Het verloop van de procedure
1.1. De kantonrechter verwijst naar de beschikking d.d. 14 november 2008. Daarin is beslist dat Brunel ontvankelijk is in haar verzoek tot herroeping. De kantonrechter heeft een nader onderzoek bepaald naar de vraag of er door [verweerder] al dan niet bedrog is gepleegd in de ontbindingsprocedure. Daartoe is ambtshalve een getuigenverhoor bepaald.
1.2. Vervolgens is op 23 januari en op 30 januari 2009 [verweerder] als getuige gehoord. Zijn verhoor is vastgelegd in een proces-verbaal, gedateerd 23 januari 2009, waaraan een groot aantal producties is gehecht.
1.3. Vanuit de vestiging van Brunel te Capelle aan den IJssel is door middel van videoconferencing op 19 maart 2009 een tweetal getuigen te Singapore gehoord (in de Nederlandse taal), te weten de heer [getuige 1] en mevrouw [getuige 2], de levenspartner van [verweerder]. Deze verhoren zijn opgenomen en door het kantoor van de advocaat van [verweerder] uitgewerkt. Vervolgens zijn deze uitwerkingen aan de kantonrechter en aan de advocaat van Brunel toegezonden. Daarna hebben deze getuigen de verklaringen ondertekend en zijn zij aan het dossier toegevoegd.
1.4. Door [verweerder] is op 23 april 2009 een “antwoordconclusie na enquête ingediend”, voorzien van producties. Op 7 mei 2009 heeft Brunel een “antwoordakte na enquête” ingediend, eveneens met producties. Op 28 mei 2009 heeft [verweerder] een akte houdende uitlating producties ingediend.
-
De verdere beoordeling
Standpunt Brunel
2.1. De getuigenverhoren en het nadere onderzoek hebben volgens Brunel aangetoond dat [verweerder] in de ontbindingsprocedure bedrog heeft gepleegd. Om die reden dient de ontbindingsprocedure te worden heropend. Volgens Brunel is duidelijk dat [verweerder] de kantonrechter heeft voorgelogen met als gevolg dat de kantonrechter in 5.22. van de ontbindingsbeschikking d.d. 11 december 2006 als mede bepalende factor voor de vastgestelde vergoeding in ogenschouw heeft genomen “het feit dat [verweerder] zeer lang in het buitenland heeft gewoond” en“de kennelijke terugkeer van [verweerder] en gezin naar Nederland.”
2.2. De volgende chronologie is van belang:
28 april 2006: ontslagaanzegging
23 juni 2006 zitting kort geding Amsterdam
13 juli 2006 tweede zitting in het kort geding
10 augustus 2006 [verweerder] verlaat woning in Singapore
14 september 2006 huur vervangende woning in Singapore
13 november 2006 zitting in de ontbindingsprocedure in Rotterdam
medio november 2006 [verweerder] vertrekt naar Singapore
11 december 2006 beschikking kantonrechter Rotterdam
9 januari 2007 nieuw verzoek uitoefening optierechten door [verweerder]
10 januari 2007 ontbindingsdatum arbeidsovereenkomst
5 maart 2007 kort geding dagvaarding namens [verweerder] uitgebracht
1 april 2007 indiensttreding [verweerder] bij Energy Resourcing
17 augustus 2007 ontslag [verweerder] bij Energy Resourcing
6...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT