Wet van 12 mei 2011 tot wijziging van de Wet milieubeheer en diverse aanverwante wetten (Verdere invulling van hoofdstuk 9)

Wet van 12 mei 2011 tot wijziging van de Wet milieubeheer en diverse aanverwante wetten (Verdere invulling van hoofdstuk 9)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bepalingen inzake handelingen met producten in de Wet inzake de luchtverontreiniging en in de Wet geluidhinder alsmede de bepalingen inzake handelingen met stoffen, preparaten en producten in titel 10.3 van de Wet milieubeheer te vereenvoudigen, te harmoniseren en zoveel mogelijk samengevoegd op te nemen in hoofdstuk 9 van de Wet milieubeheer; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 1.1, eerste lid, worden in alfabetische rangschikking de volgende begrippen en de daarbij behorende omschrijvingen ingevoegd: geluid:

met het menselijk oor waarneembare luchttrillingen;geluidhinder:

gevaar, schade of hinder, als gevolg van geluid;luchtverontreiniging:

aanwezigheid in de buitenlucht van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, niet zijnde splijtstoffen, ertsen of radioactieve stoffen als bedoeld in de Kernenergiewet, die op zichzelf dan wel tezamen of in verbinding met andere stoffen nadelige gevolgen voor het milieu kunnen veroorzaken. BAan artikel 8.40 wordt een lid toegevoegd, luidende:4. Deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen zijn mede van toepassing op inrichtingen die gevolgen voor het milieu kunnen veroorzaken binnen de exclusieve economische zone, voor zover dat bij een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid, is bepaald. CIn hoofdstuk 9 wordt voor titel 9.2 een titel ingevoegd, luidende:

TITEL 9 1 ALGEMEEN
Artikel 9.1.1

Dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn mede van toepassing op handelingen verricht binnen de exclusieve economische zone, voor zover dat bij algemene maatregel van bestuur is bepaald. DAan hoofdstuk 9 wordt een titel toegevoegd, luidende:

TITEL 9 5 OVERIGE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT STOFFEN, PREPARATEN EN PRODUCTEN Artículos 2 a 10
Artikel 9.5.1
  1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van het voorkomen of beperken van luchtverontreiniging of geluidhinder regels worden gesteld met betrekking tot het vervaardigen, in Nederland invoeren, voorhanden hebben, aan een ander ter beschikking stellen, vervoeren en gebruiken van bij de maatregel aangewezen producten. 2. In afwijking van het eerste lid worden in het belang van het voorkomen of beperken van geluidhinder bij een maatregel als bedoeld in het eerste lid geen regels gesteld met betrekking tot luchtvaartuigen. 3. Tot de regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen behoren regels, inhoudende een verbod met betrekking tot zodanige producten een of meer van de in het eerste lid genoemde handelingen: a. te verrichten; b. te verrichten anders dan met inachtneming van de omtrent die handelingen of die producten bij de maatregel gestelde regels; c. te verrichten met producten, behorende tot een bij de maatregel aangewezen categorie, op de bij de maatregel aangegeven plaatsen, op de bij de maatregel aangegeven wijze of onder de bij de maatregel aangegeven omstandigheden; d. te verrichten indien de producten niet voldoen aan de bij de maatregel gestelde eisen; e. te verrichten indien de producten niet behoren tot een type dat bij een keuring, verricht overeenkomstig bij de maatregel gestelde regels is goedgekeurd; f. te verrichten indien de producten niet overeenkomstig bij de maatregel gestelde regels zijn goedgekeurd. 4. Bij een maatregel als bedoeld in het eerste lid kan worden bepaald dat daarbij gestelde regels slechts gelden in bij de maatregel aangegeven categorieën van gevallen of in de bij de maatregel aangewezen gebieden. 5. Bij een maatregel als bedoeld in het eerste lid kan in het belang van de landsverdediging vrijstelling worden verleend van de krachtens het eerste lid gestelde verboden en verplichtingen. Aan een vrijstelling kunnen voorschriften worden verbonden die nodig zijn in het belang van het voorkomen of beperken van luchtverontreiniging dan wel van geluidhinder. 6. Voor zover een maatregel als bedoeld in het eerste lid strekt tot nakoming van verplichtingen op grond van een voor Nederland verbindend verdrag of een voor Nederland verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie, kunnen tot de regels, bedoeld in het eerste lid, tevens behoren regels die voorzien in: a. een verbod om zonder vergunning, verleend door een bij die maatregel aangewezen bestuursorgaan, handelingen te verrichten met betrekking tot de bij die maatregel aangewezen producten of categorieën daarvan; b. een verplichting om ten aanzien van die producten of categorieën daarvan in bij de maatregel aangegeven gevallen van het gebruik daarvan aangifte te doen bij een bestuursorgaan, dat bij die maatregel is aangewezen, dan wel te voldoen aan meetvoorschriften op een bij de maatregel te bepalen wijze; c. een verplichting te voldoen aan door een bestuursorgaan, dat bij de maatregel is aangewezen, gestelde nadere eisen omtrent de onderwerpen die in die maatregel zijn geregeld, op een door het bestuursorgaan te bepalen tijdstip. 7. Indien toepassing wordt gegeven aan het derde lid, onder e of f, wijst Onze Minister op grond van de bij of krachtens een maatregel als bedoeld in het eerste lid te stellen eisen de instanties aan die de in die onderdelen bedoelde keuringen verrichten. Bij of krachtens die maatregel wordt in dat geval tevens bepaald op grond waarvan Onze Minister de aanwijzing kan schorsen of intrekken en worden regels gesteld over de wijze waarop de keuringen plaatsvinden. 8. Onze Minister kan omtrent in een maatregel krachtens het eerste lid geregelde onderwerpen nadere regels stellen.

Artikel 9.5.2
  1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ter stimulering van hergebruik, preventie, recycling en andere nuttige toepassing, van een doelmatig beheer van afvalstoffen of anderszins in het belang van de bescherming van het milieu regels worden gesteld met betrekking tot het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT