Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden

Abbreviated LabelBVTG
CourtVeiligheid en Justitie
Subject MatterStrafrecht | Penitentiair recht

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Wet van 25 juni 1997 tot vaststelling van een Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden en overige verpleegden strafrechtstoepassing en daarmede verband houdende wijzigingen van het Wetboek van Strafrecht en de Beginselenwet gevangeniswezen (Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels vast te stellen omtrent de beginselen waarop de verpleging in inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden en de rechtspositie van verpleegden, in het bijzonder van de ter beschikking gestelden die in justitiële inrichtingen als bedoeld in artikel 90quinquies, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, worden verpleegd, berusten en in verband daarmee enige bepalingen van het Wetboek van Strafrecht en de Beginselenwet gevangeniswezen te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK I. BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1

In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister voor Rechtsbescherming;

  • b. instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden: een instelling bedoeld in artikel 1.1, onderdeel f, van de Wet forensische zorg;

  • c. [Red: vervallen;]

  • d. [Red: vervallen;]

  • e. [Red: vervallen;]

  • f. hoofd van de instelling: het hoofd van de instelling, waarin de verpleegde is opgenomen, alsmede diens vervanger als bedoeld in artikel 3.1, vijfde lid, Wet forensische zorg;

  • g. hoofd van de instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden: het hoofd van de instelling als bedoeld onder f, of, ingeval een ter beschikking gestelde in een private instelling is opgenomen, het hoofd van de private instelling met een bijzondere aanwijzing als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, van de Wet forensische zorg alsmede de voor de behandeling van de ter beschikking gestelde verantwoordelijke persoon;

  • h. private instelling: een instelling als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de Wet forensische zorg;

  • i. ter beschikking gestelde: een ter beschikking gestelde ten aanzien van wie een bevel tot verpleging van overheidswege als bedoeld in artikel 37b van het Wetboek van Strafrecht of artikel 6:6:10, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering is gegeven;

  • j. verpleegde: een persoon die in een instelling is opgenomen;

  • k. personeelslid of medewerker: een persoon, die een taak uitvoert in het kader van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of maatregel in een instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden;

  • l. reclasseringswerker: een reclasseringswerker als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Reclasseringsregeling 1995;

  • m. rechtsbijstandverlener: de advocaat of de medewerker van de stichting, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand;

  • n. Raad: de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming;

  • o. beroepscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 67, tweede lid;

  • p. commissie van toezicht: een commissie als bedoeld in artikel 10;

  • q. uitspraak: een door een beklag- of beroepscommissie naar aanleiding van een door een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde ingediend klaag- of beroepschrift genomen beslissing;

  • r. beklagcommissie: een commissie als bedoeld in artikel 59, eerste lid;

  • s. bestuur: het bestuur van de rechtspersoon die een private instelling beheert;

  • t. gevaar:

    • 1. gevaar voor de verpleegde, die het veroorzaakt, hetgeen onder meer bestaat uit:

      • a. het gevaar dat de verpleegde zich van het leven zal beroven of zichzelf ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;

      • b. het gevaar dat de verpleegde maatschappelijk te gronde gaat;

      • c. het gevaar dat de verpleegde zichzelf in ernstige mate zal verwaarlozen;

      • d. het gevaar dat de verpleegde met hinderlijk gedrag agressie van anderen zal oproepen.

    • 2. gevaar voor een of meer anderen, hetgeen onder meer bestaat uit:

      • a. het gevaar dat verpleegde een ander van het leven zal beroven of hem ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;

      • b. het gevaar voor de psychische gezondheid van een ander;

      • c. het gevaar dat de verpleegde een ander, die aan zijn zorg is toevertrouwd, zal verwaarlozen.

    • 3. gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen;

  • u. verpleging: het samenstel van handelingen, gericht op:

    • 1°. de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen, en

    • 2°. de verzorging van de verpleegde tijdens de tenuitvoerlegging van de vrijheidsbenemende straf of maatregel, waaronder begrepen het doen van een aanbod aan de verpleegde tot en het bevorderen en vergemakkelijken van zijn behandeling;

  • v. behandeling: het samenstel van handelingen, gericht op een dusdanige vermindering van de uit de psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap voortvloeiende gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen dat het doen terugkeren van de verpleegde in de maatschappij verantwoord is;

  • w. verplegings- en behandelingsplan: een plan als bedoeld in artikel 16, eerste lid, zoals dat ten aanzien van een verpleegde wordt toegepast;

  • x. verpleegdedossier: een dossier als bedoeld in artikel 19, eerste lid;

  • y. evaluatieverslag: een verslag als bedoeld in artikel 18, tweede lid;

  • z. persoonlijke verblijfsruimte: de verblijfsruimte als bedoeld in artikel 16, eerste lid;

  • aa. afzondering: het insluiten van een verpleegde in een gangbare woon- of verblijfsruimte, de persoonlijke verblijfsruimte daaronder begrepen, in afwijking van de in de instelling geldende regels;

  • bb. separatie: het insluiten van een verpleegde in een speciale voor separatie bestemde verblijfsruimte;

  • cc. huisregels: regels als bedoeld in artikel 7, eerste lid.

HOOFDSTUK II. DOELSTELLING, BESTEMMING EN BEHEER, TOEZICHT
Paragraaf 1. Doelstelling
Artikel 2
  • 1 De tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of maatregel in een instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden wordt zoveel mogelijk dienstbaar gemaakt aan de behandeling van de veroordeelde en de voorbereiding op diens terugkeer in de maatschappij, met inachtneming van het karakter van die vrijheidsbenemende straf of maatregel. Bij het verlenen van vrijheden aan ter beschikking gestelden wordt rekening gehouden met de veiligheid van de samenleving en de belangen van slachtoffers en nabestaanden.

  • 2 Personen ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of maatregel in een instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden plaatsvindt, worden aan geen andere beperkingen onderworpen dan die welke voor het doel van de vrijheidsbeneming of in het belang van de handhaving van de orde of de veiligheid in de instelling voor verpleging van ter beschikking gestelden noodzakelijk zijn.

Paragraaf 2. Bestemming en beheer

[Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 3

[Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 4

[Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 5

[Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 6

[Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 7

[Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 7a

[Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 7b

[Vervallen per 01-01-2019]

Paragraaf 3. Toezicht
Artikel 8

[Vervallen per 01-01-2019]

Artikel 9

De Raad behandelt beroepschriften ingevolge de hoofdstukken XV, XVA en XVI.

Artikel 10
  • 1 Bij elke inrichting wordt door Onze Minister een commissie van toezicht ingesteld.

  • 2 De commissie van toezicht heeft tot taak:

    • a. toezicht te houden op de wijze van tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen in de instelling en het vervoer uitgevoerd door de instelling;

    • b. kennis te nemen van de door verpleegden naar voren gebrachte grieven en zonodig ter zake tussen een verpleegde en het hoofd van de instelling te bemiddelen;

    • c. zorg te dragen voor de behandeling van klaagschriften ingevolge het bepaalde in hoofdstuk XIV;

    • d. aan Onze Minister, de Raad en het bestuur advies en inlichtingen te geven omtrent het onder a gestelde.

  • 3 Indien het advies of de inlichtingen een private instelling betreffen en zijn bestemd voor Onze Minister of de Raad, voegt de commissie de desbetreffende opmerkingen van het betrokken bestuur daarbij, tenzij naar het oordeel van Onze Minister of de commissie bijzondere spoed geboden is dan wel het bestuur...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT