Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen

Besluit van 4 oktober 2017, houdende regels inzake het brandveilig gebruik van overige plaatsen en de basishulpverlening op die plaatsen (Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 30 mei 2017, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2081202; Gelet op artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s,De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 5 juli 2017, nr. WO3.17.0152/II); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2 oktober 2017, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2131557; Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1

Begripsomschrijvingen.

  1. Voor de toepassing van de bij of krachtens dit besluit gegeven voorschriften wordt verstaan onder: plaats:

ruimtelijk begrensde oppervlakte, bestaande uit ten minste een gebied of bouwsel of een samenstelling daarvan; gebied:

deel van de plaats dat geen bouwsel of bouwwerk is;bouwsel:

bijeenkomsttent, tribune, podium of elke andere constructie die naar een plaats is gebracht of ter plaatse is geconstrueerd om daar kortstondig te functioneren; ruimte:

voor personen toegankelijk bouwsel of deel van een bouwsel;besloten ruimte:

een ruimte die door scheidingsconstructies omsloten is.verblijfsruimte:

ruimte voor het verblijven van personen.2. Voor de toepassing van de bij of krachtens dit besluit gegeven voorschriften wordt voorts verstaan onder: ADR-klasse:

classificatie als bedoeld in de op 30 september 1957 te Genève tot stand gekomen Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (Trb. 1959, 171); bevoegd gezag:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de plaats geheel of in hoofdzaak is of zal zijn gelegen; bezwijken:

het overschrijden van een uiterste grenstoestand;bijeenkomsttent:

tent met een bijeenkomstfunctie;brandcompartiment:

gedeelte van een of meer bouwsels, bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van brand;brandgevaarlijke stof:

vaste, vloeibare of gasvormige stof die brandbaar of brandbevorderend is, of bij brand gevaar oplevert, in de zin van de ADR-klassen twee tot en met vijf; brandklasse:

Europese brandklasse als bedoeld in NEN-EN 13501-1, onderdeel Classification criteria for construction products; brandweeringang:

ingang die door de brandweer gebruikt wordt om een plaats of een bouwsel te betreden bij een brandmelding. doorgang:

toegang, uitgang of doorlaatopening voor personen;gasfles:

een verplaatsbare drukhouder met een waterinhoud van niet meer dan 150 liter;gebruiksoppervlakte:

de oppervlakte van een plaats of deel van een plaats, die geschikt is voor het beoogde gebruik; installatie:

voor het functioneren van een plaats of een gedeelte van een plaats noodzakelijke voorziening van niet-bouwkundige aard; jachthaven:

haven met de daarbij behorende grond, waar overwegend gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van pleziervaartuigen; kampeermiddel:

tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, en voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf. kampeertent:

kampeermiddel dat overwegend bestaat uit textiel materiaal;kampeerterrein:

plaats of gedeelte van een plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht voor het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen; klimlijn:

denkbeeldige, vloeiend verlopende lijn die de voorkanten van de treden van een trap met elkaar verbindt; loopafstand:

afstand, gemeten langs een denkbeeldige, kortst realiseerbare lijn tussen twee punten, waarover op een afstand van ten minste 0,3 m van constructieonderdelen kan worden gelopen en waarbij de loopafstand over een trap samenvalt met de klimlijn; meetniveau:

hoogte van het aansluitende terrein, gemeten ter plaatse van de toegang van het bouwsel;milieugevaarlijke stoffen:

gevaarlijke stoffen als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;NEN:

door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm;NEN-EN:

norm die door de Europese Commissie voor Normalisatie is geharmoniseerd;NPR:

door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven Nederlandse Praktijkrichtlijn;opslagtank:

een vormvaste opslagvoorziening voor gas met een inhoud van ten minste 150 liter of een vormvaste opslagvoorziening voor vloeistof met een inhoud van ten minste 300 liter, uitgezonderd een intermediate bulk container die voldoet aan hoofdstuk 6.5 van het ADR; plaatsperceel:

perceel dat als uitgangspunt dient bij het toetsen van een plaats aan de regels van dit besluit; PGS:

Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffenpleziervaartuig:

schip, bestemd of gebruikt voor sport of vrijetijdsbesteding, ongeacht het type en de wijze van voortstuwing; recreatieligplaats:

plek voor het afgemeerd houden van een pleziervaartuig;rookklasse:

Europese brandklasse als bedoeld in NEN-EN 13501-1, onderdeel Additional classifications for smoke production; standplaats:

het gedeelte van een plaats dat is bestemd voor het plaatsen of geplaatst houden van een of meer bouwsels; tentenkamp:

kampeerterrein of deel daarvan waar nachtverblijf uitsluitend plaatsvindt in kampeertenten;toestel:

voor het functioneren van een plaats of een gedeelte van een plaats benodigd voorwerp van niet-bouwkundige aard; veilige plaats:

plek buiten het bedreigde gedeelte van een plaats;verbrandingstoestel:

een toestel dat gebruik maakt van verbranding voor het opwekken van warmte;verkeerstent:

verplaatsbare, tijdelijke overkapping van een verkeersroute;verkeersroute:

route die begint bij een doorgang van een ruimte, alleen voert over vloeren, trappen of hellingbanen en eindigt bij de doorgang van een andere ruimte; vluchtroute:

route die begint in een voor personen bestemde plek, uitsluitend voert over vloeren, trappen of hellingbanen en eindigt op een veilige plaats, zonder dat gebruik behoeft te worden gemaakt van een lift; vuurbelasting:

hoeveelheid warmte die vrijkomt per eenheid vloeroppervlakte bij verbranding van alle op een plek aanwezige brandbare materialen; weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag:

kortste tijd die een brand nodig heeft om zich uit te breiden van een plek naar een andere plek. 3. Voor de toepassing van dit besluit wordt voorts verstaan onder: gebruiksfunctie:

gedeelten van een plaats die eenzelfde gebruiksbestemming hebben en die samen een gebruikseenheid vormen; bijeenkomstfunctie:

gebruiksfunctie voor het samenkomen van personen voor kunst, cultuur, godsdienst, communicatie, kinderopvang, het verstrekken van consumpties voor het gebruik ter plaatse, ontspanning of het aanschouwen van sport; kantoorfunctie:

gebruiksfunctie voor administratie;lichte industriefunctie:

industriefunctie waarin activiteiten plaatsvinden, waarbij het verblijven van personen een ondergeschikte rol speelt; logiesfunctie:

gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan personen; overige gebruiksfunctie:

niet in dit onderdeel benoemde gebruiksfunctie voor activiteiten waarbij het verblijven van personen een ondergeschikte rol speelt; sportfunctie:

gebruiksfunctie voor het beoefenen van sport;winkelfunctie:

gebruiksfunctie voor het verhandelen van materialen, goederen of diensten.

Artikel 1.2

Reikwijdte.

  1. Dit besluit is van toepassing op plaatsen als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s. 2. De in hoofdstuk 2 tot en met 5 opgenomen voorschriften zijn van toepassing op plaatsen die in georganiseerd verband worden gebruikt.

Artikel 1.3

Aantal personen.

Op een plaats of gedeelte van een plaats zijn niet meer personen tegelijk aanwezig dan het aantal personen waarvoor die plaats of dat gedeelte overeenkomstig dit besluit is bestemd.

Artikel 1.4

Gelijkwaardigheid.

  1. Aan een in hoofdstuk 3 tot en met 5 gegeven concreet voorschrift behoeft niet te worden voldaan indien de plaats of het gebruik daarvan anders dan door toepassing van het desbetreffende voorschrift ten minste dezelfde mate van brandveiligheid biedt als is beoogd met de in die hoofdstukken gegeven voorschriften. 2. Een gelijkwaardige oplossing als bedoeld in het eerste lid wordt bij het gebruik van de plaats in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT