Besluit experiment integraal pgb 2016

Besluit van 25 oktober 2016, houdende tijdelijke regels voor een experiment in het kader van een integraal budget op grond van de Wet langdurige zorg (Besluit experiment integraal pgb 2016)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 juli 2016, kenmerk 991764-153235-WJZ; Gelet op de artikelen 10.1.2 van de Wet langdurige zorg en 2, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 28 september 2016, no. W13.16.0210/III); Gezien het nader rapport van 25 oktober 2016, kenmerk 991758-153235-WJZ;Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In het Besluit langdurige zorg wordt na het opschrift van hoofdstuk 9 een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 1. Experiment integraal budget

Artikel 9.1

Begripsbepalingen.

In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Woerden, Meppel of Delft;deelbudget:

budget dat door of vanwege het college, de zorgverzekeraar of het zorgkantoor voor de verlening van het integrale budget ter beschikking is gesteld voor het betrekken van zorg als bedoeld in artikel 1.1.1 van de wet, maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet of zorg als bedoeld in artikel 2.10 van het Besluit zorgverzekering of verblijf als bedoeld in artikel 2.12 van dat besluit voor zover dat verblijf gepaard gaat met verpleging en verzorging die op grond van artikel 2.10, tweede lid, valt onder de zorg voor verzekerden tot achttien jaar, waaruit de Sociale verzekeringsbank betalingen verricht ter verkrijging van diensten voor de deelnemer; deelnemer:

verzekerde die toegang heeft gekregen tot het experiment;experiment:

experiment als bedoeld in artikel 10.1.2, tweede lid, van de wet in de gemeente;gemeente:

gemeente Delft, Meppel of Woerden;integraal budget:

som van de deelbudgetten waaruit de Sociale verzekeringsbank betalingen verricht ter verkrijging van diensten voor de deelnemer; ondersteuningsplan:

besluit van het college met een op de behoefte aan diensten van de deelnemer afgestemd plan met alle aanspraken en rechten op grond waarvan betalingen kunnen worden verricht uit het integraal budget; Zvw-pgb:

gemaximeerde vergoeding die een zorgverzekeraar in 2016 op grond van artikel 11, tweede lid, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet of met ingang van 2017 op grond van artikel 13a van die wet verstrekt voor de kosten die de verzekerde maakt voor het betrekken van zorg als bedoeld in artikel 2.10 van het Besluit zorgverzekering of verblijf als bedoeld in artikel 2.12 van dat besluit voor zover dat verblijf gepaard gaat met verpleging en verzorging die op grond van artikel 2.10, tweede lid, valt onder de zorg voor verzekerden tot achttien jaar.

Artikel 9.2

Doel van het experiment.

  1. Met dit experiment wordt beoogd inzicht te krijgen in de gevolgen en mogelijkheden van het integraal budget ten aanzien van: a. de mogelijkheid tot het flexibel gebruik van een integraal budget en de over- en onderbesteding van deelbudgetten binnen een integraal budget; b. het op elkaar aansluiten van de verscheidene diensten waarvan de deelnemer gebruik maakt en de kwaliteit van die diensten; c. de tevredenheid van de deelnemers en betrokken bestuursorganen of zorgverzekeraars. d. de omvang van de administratieve lasten van deelnemers in verhouding tot de afzonderlijke rechten en aanspraken als bedoeld in artikel 9.3, eerste lid, onderdeel a. 2. Met dit experiment wordt informatie verzameld over de gevolgen voor de kwaliteit van de door deelnemers afgenomen diensten, de gevolgen voor de zelfredzaamheid van de deelnemers, de budgettaire en juridische mogelijkheden, toezicht en handhaving, en belemmeringen bij het vormgeven van een integrale pakket aan diensten dat in de plaats treedt van de afzonderlijke aanspraken of rechten op die diensten.

Artikel 9.3

Reikwijdte en toegang tot het experiment.

  1. Een verzekerde die tevens ingezetene is van de gemeente kan zich melden voor het deelnemen aan het experiment. Een verzekerde heeft toegang tot deelname aan het experiment als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de verzekerde heeft ten minste twee van de volgende rechten of aanspraken: 1°. een persoonsgebonden budget als bedoeld in de artikel 1.1.1 van de wet; 2°. een persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015; 3°. een persoonsgebonden budget als bedoeld artikel 8.1.1 van de Jeugdwet, of 4°. een Zvw-pgb; b. het zorgkantoor onderscheidenlijk de zorgverzekeraar van de deelnemer zich schriftelijk bereid hebben verklaard voor hem zorg te dragen voor een deelbudget. 2. De aanspraken op grond van het experiment van de deelnemer, zijnde het integraal pakket, bedoeld in artikel 10.1.2, tweede lid, van de wet, treden, na inwerkingtreding van dit lid, gedurende de periode van het experiment in de plaats van zijn rechten en aanspraken als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, over die periode. Gedurende het experiment zijn, onverminderd de artikelen 9.4, derde lid, 9.5, vierde lid, en 9.6, derde, vijfde en achtste lid, de artikelen van de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Zorgverzekeringswet niet van toepassing. 3. In afwijking van artikel 3.2.3, eerste lid, van de wet, wordt bij het experiment het recht op zorg niet vastgesteld in een indicatiebesluit door het CIZ. 4. Het college treedt in overleg met de verzekerde, bedoeld in het eerste lid, over de toegang tot het experiment en de mogelijkheid om een persoonlijk plan in te dienen. 5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de voorwaarden waaronder kan worden deelgenomen aan het experiment zoals het vaststellen van een doelgroep waartoe een ingezetene van een gemeente moet behoren. 6. Onze Minister kan een maximum aantal deelnemers vaststellen voor het experiment.

Artikel 9.4

Ondersteuningsplan.

  1. Alvorens een ondersteuningsplan wordt vastgesteld, biedt het college de deelnemer gelegenheid om een persoonlijk plan in te dienen waarin hij aangeeft op welke diensten hij het meest is aangewezen en wat de voorgenomen besteding is van het budget. Het college houdt bij het opstellen van het ondersteuningsplan rekening met het persoonlijk plan en stelt cliëntenondersteuning als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 bij het opstellen van het plan beschikbaar. 2. Het college stelt voor een deelnemer een ondersteuningplan vast dat ten minste een door het college opgestelde bundeling en begrijpelijke samenvatting bevat van de rechten of aanspraken als bedoeld in artikel 9.1, eerste lid, onderdeel a, zoals deze onmiddellijk voor de inwerkingtreding van artikel 9.6, eerste lid, luidden. 3. Het ondersteuningsplan kan ten behoeve van het integraal pakket, bedoeld in artikel 10.1.2, tweede lid, van de wet, de volgende aanspraken op diensten bevatten: a. zorg als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdelen a, onder 2°, b, f of g, van de wet; b. diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen als bedoeld in artikel 1.1.1. van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening van het college als bedoeld in dat artikel kunnen behoren; c. jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet die kan behoren tot een individuele voorziening van het college als bedoeld in artikel 8.1.1 van die wet, en d. verpleging en verzorging als bedoeld in artikel 2.10 van het Besluit zorgverzekering of verblijf als bedoeld in artikel 2.12 van dat besluit voor zover dat verblijf gepaard gaat met verpleging en verzorging die op grond van artikel 2.10, tweede lid, valt onder de zorg voor verzekerden tot achttien jaar. 4. Bij het opstellen van het ondersteuningsplan wordt rekening gehouden met de gezamenlijke vraag naar diensten van deelnemers die tot hetzelfde huishouden dan wel dezelfde leefeenheid behoren, indien deze deelnemers daarom, met hun toestemming onderling afgestemd, verzoeken. 5. Hoofdstuk 8 van de wet is niet van toepassing op met het integraal budget bekostigde zorg.

Artikel 9.5

Organisatie integraal budget.

  1. Het college kent een integraal budget toe ter uitvoering van het ondersteuningsplan. 2. Het zorgkantoor of de zorgverzekeraar van de deelnemer verleent het college de medewerking die redelijkerwijs kan worden verlangd voor de uitvoering van het experiment. De zorgverzekeraar van de deelnemer stort voor die deelnemer het gemaximeerde budget ten behoeve van het Zvw-pgb bij het college van de deelnemer. 3. De Sociale verzekeringsbank voert namens het college de betalingen ten laste van het verstrekte integrale budget en het hiermee verbonden budgetbeheer uit. 4. De bijdrage in de kosten, bedoeld in 3.2.5 van de wet en 2.1.4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, en de daarop van toepassing zijnde regelgeving zoals die gold voor de aanspraken, bedoeld in artikel 9.3, eerste lid, onderdeel a, onder 1° en 2°, blijven van toepassing op de deelbudgetten die door de gemeente of het zorgkantoor van de deelnemer zijn toebedeeld ten behoeve van het integraal budget. 5. Sociale verzekeringbank, het zorgkantoor of de zorgverzekeraar zijn, voor zover de deelnemer daarvoor zijn ondubbelzinnige toestemming heeft verleend, bevoegd uit eigen beweging en desgevraagd verplicht aan het college persoonsgegevens, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid, van die deelnemer te verstrekken voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van het experiment. 6. Het college, de Sociale...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT