Besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen

Besluit van 18 juni 2020, houdende implementatie van enkele bepalingen van Richtlijn (EU) 2018/851 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen (PbEU L 150/109) (Besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister voor Milieu en Wonen van 7 april 2020, nr. IENW/BSK-2019/269999, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op Richtlijn (EU) 2018/851 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen (PbEU L 150/109) en de artikelen 8.40, eerste lid, 9.2.2.1, eerste lid, 9.5.2, eerste lid, 10.29, eerste lid, en 10.41 tot en met 10.43 van de Wet milieubeheer en artikelen 4.3, eerste lid, en 5.1, tweede lid, van de Omgevingswet; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 7 mei 2020, nr. W17.20.0101/IV);Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 12 juni 2020, nr. IenW/BSK-2020/86006, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De gemeenteraad en burgemeester en wethouders dragen, bij de uitvoering van artikel 10.21 van de Wet milieubeheer, zorg voor gescheiden inzameling van ten minste de volgende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen: a. bioafval; b. papier; c. metaal; d. kunststof; e. glas; f. textiel; g. gevaarlijke afvalstoffen; h. afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

Artikel 2
  1. Bij de afvalstoffenverordening kan, in afwijking van artikel 1, worden bepaald dat: a. bioafval niet gescheiden wordt ingezameld indien aan de voorwaarden uit artikel 10, derde lid, onder c of d, van de kaderrichtlijn afvalstoffen is voldaan; b. metaal, kunststof of glas niet gescheiden worden ingezameld indien aan de voorwaarden uit artikel 10, derde lid, onder a, van de kaderrichtlijn afvalstoffen is voldaan. 2. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, is artikel 10.26, tweede lid, van de Wet milieubeheer van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3
  1. De gemeenteraad past de afvalstoffenverordening, voor zover noodzakelijk om te voldoen aan artikel 1 en artikel 2, eerste lid, uiterlijk op 1 januari 2021 aan. 2. Indien toepassing wordt gegeven aan artikel 2, eerste lid, beoordeelt de gemeenteraad regelmatig of nog aan de voorwaarden uit artikel 2, eerste lid, is voldaan, rekening houdend met goede praktijken op het gebied van de gescheiden inzameling van afvalstoffen en andere relevante ontwikkelingen op het gebied van beheer van afvalstoffen.

Artikel 4

Het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen wordt als volgt gewijzigd: AArtikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:1. In de aanhef wordt na «waarin» ingevoegd «de afgifte geen betrekking heeft op afvalstoffen die behoren tot een in bijlage I aangegeven categorie en» 2. In de aanhef van onderdeel a wordt na «de afgifte» ingevoegd «van bedrijfsafvalstoffen». 3. Onderdeel b komt, onder vervanging van «en» door «of» aan het slot van onderdeel a, te luiden: b. de afgifte van gevaarlijke afvalstoffen geschiedt aan een persoon als bedoeld in artikel 10.37, tweede lid, onder b, van de wet. BIn artikel 5, tweede lid, wordt «artikel 2, tweede lid, onder a» telkens vervangen door «artikel 2, tweede lid, onder a en b». CNa artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5

a.

  1. Artikel 10.38, derde lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing in de categorieën van gevallen waarin een persoon als bedoeld in artikel 10.37, tweede lid, onder b, van de wet gevaarlijke afvalstoffen binnen de inrichting waar deze zijn ontstaan nuttig toepast of verwijdert. 2. In de categorieën van gevallen, bedoeld in het eerste lid, is artikel 6 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in die gevallen geen afgifte wordt gemeld maar het nuttig toepassen of verwijderen van de gevaarlijke afvalstoffen. 3. Dit artikel berust op artikel 9.5.2, eerste lid, van de wet. DNa artikel 6 wordt een paragraaf en een artikel ingevoegd:

§ 3a. Melding stoffen, mengsels of producten

Artikel 6

a.

Deze paragraaf berust op artikel 9.2.2.1, eerste lid, van de wet.EArtikel 7 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «artikel 2, tweede lid, onder a» vervangen door «artikel 2, tweede lid, onder a en b» en «preparaten» vervangen door «mengsels». 2. Het vierde lid vervalt. FIn paragraaf 3a wordt na artikel 7 een artikel ingevoegd:

Artikel 7

a.

  1. Elke leverancier van een voorwerp als bedoeld in artikel 3, onderdeel 33, van de EG-verordening registratie, evaluatie en autorisatie van chemische stoffen, verstrekt de informatie, bedoeld in artikel 33, eerste lid, van deze verordening, aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen. 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de uitvoering van het eerste lid. GIn artikel 10, eerste lid, wordt «betrekking heeft op bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder b» vervangen door «betrekking heeft op afvalstoffen die behoren tot een in bijlage I aangegeven categorie». HBijlage I komt te luiden:

Bijlage I, behorende bij artikel 2, tweede lid, aanhef

Categorieën van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef: 1. afvalstoffen die binnen een inrichting zijn ontstaan en binnen die inrichting nuttig worden toegepast of worden verwijderd; 2. afvalstoffen afgegeven door een persoon die buiten Nederland is gevestigd en ten aanzien waarvan een kennisgeving op grond van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen is gedaan; 3. onbeheerd aangetroffen bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen, die door of vanwege een bestuursorgaan worden opgeruimd; 4. bedrijfsafvalstoffen in een hoeveelheid van niet meer dan 50 kilogram per afgifte; 5. ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen, voor zover zij uitsluitend worden overgeslagen; 6. bedrijfsafvalstoffen naar soort en aard vergelijkbaar met huishoudelijke afvalstoffen, voor zover zij uitsluitend worden overgeslagen; 7. veegvuil, marktafval, drijfafval en RKG-slib, voor zover zij uitsluitend worden overgeslagen.

Artikel 5

Het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt als volgt gewijzigd: AIn artikel 2.8a wordt «1 januari 2021» vervangen door «het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt» BIn artikel 2.12, tweede lid, wordt «redelijkerwijs kan worden gevergd» vervangen door »gelet op de hoeveelheden en de manier van vrijkomen van deze afvalstoffen en de kosten van het gescheiden houden en gescheiden afgeven op grond van het Landelijk afvalbeheerplan kan worden gevergd».

Artikel 6
Artikel 1

eerste lid, onderdeel 18, van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen komt te luiden: 18. bioafval;

Artikel 7

In artikel 1, tweede lid, onder e, en paragrafen 2.4 tot en met 2.6 en 5.2 van het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart wordt «afvalbeheersbijdrage» telkens vervangen door «afvalbeheerbijdrage».

Artikel 8

In artikel 9, tweede en derde lid, en artikel 10, eerste lid, van het Besluit beheer verpakkingen 2014 wordt «afvalbeheersbijdrage» telkens vervangen door «afvalbeheerbijdrage».

Artikel 9

De beschrijving van categorie 13 in bijlage II van het Besluit activiteiten leefomgeving komt te luiden:

bioafval als bedoeld in de Wet milieubeheer en daarmee vergelijkbaar biologisch afbreekbaar bedrijfsafval, met uitzondering van groenafval.

Artikel 10

In artikel 2 van het Besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen wordt na «afvalstoffenverordening» ingevoegd «of het omgevingsplan».

Artikel 11
  1. Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Implementatiewet wijziging EU-kaderrichtlijn afvalstoffen in werking treedt. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de dag dat de voorgenoemde wet in werking treedt, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst 2. In afwijking van het eerste lid, treedt artikel 1, onderdelen f en g, met ingang van 1 januari 2025 in werking en treedt artikel 4, onderdeel F, met ingang van 5 januari 2021 in werking. 3. In afwijking van het eerste lid, treden artikelen 9 en 10 op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking.

Artikel 12

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 18 juni 2020Willem-AlexanderDe Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Uitgegeven de vierentwintigste juni 2020 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

  1. Inleiding

    Dit besluit en de wijzigingen van andere besluiten die hierin zijn opgenomen strekken tot implementatie van de artikelen 9, eerste lid, aanhef en onder i, 10, eerste en tweede lid, 11, eerste lid, tweede en derde alinea, 20 tot en met 22 en 35 van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen (hierna: kaderrichtlijn afvalstoffen), zoals gewijzigd door Richtlijn (EU) 2018/851 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018.1 Dit betreft de bepalingen ten aanzien van gescheiden inzameling van afvalstoffen en registratie- en meldplichten met betrekking tot stoffen, mengsels, producten en afvalstoffen. Richtlijn (EU) 2018/851 dient uiterlijk op 5 juli 2020 in de Nederlandse wetgeving te zijn geïmplementeerd.2

  2. Implementatiewetgeving

    ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT