Besluit hernieuwbare energie vervoer 2015

Besluit van 25 november 2014, houdende regels ter uitvoering van titel 9.7 Hernieuwbare energie vervoer van de Wet milieubeheer (Besluit hernieuwbare energie vervoer 2015)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 8 juli 2014, nr. IenM/BSK-2014/135522, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op de artikelen 2.2, vierde lid, 9.2.2.6a, eerste en derde lid, 9.7.1.2, 9.7.2.1, 9.7.2.4, derde lid, 9.7.4.1, tweede lid, 9.7.4.3, onderdeel b, 9.7.4.4, eerste en vijfde lid, 9.7.4.7, tweede lid, 9.7.4.8, eerste en vijfde lid, 9.7.4.11, tweede lid, 9.7.4.12, vierde lid, 9.7.4.14, tweede lid, 9.7.5.3, derde lid, 9.7.5.4, derde lid, 9.7.5.6, tweede lid, en 9.7.6.1 van de Wet milieubeheer; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 augustus 2014, nr. W14.14.0242/IV); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 21 november 2014, nr.IenM/BSK-2014/250077, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemeen

Artikel 1.1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:bemeterd leverpunt:

punt voor levering van gasvormige brandstof of elektriciteit voorzien van een voertuigaansluiting en een meter die de hoeveelheid van de levering meet; dubbeltellingverificateur:

verificateur als bedoeld in artikel 9.7.4.8, tweede lid, van de wet;dubbeltellingverificatie:

verificatie als bedoeld in artikel 9.7.4.8, tweede lid, van de wet;dubbeltellingverklaring:

verklaring als bedoeld in artikel 9.7.4.8, tweede lid, van de wet;inboekverificateur:

verificateur als bedoeld in artikel 9.7.4.12, eerste lid, van de wet;inboekverificatie:

verificatie als bedoeld in artikel 9.7.4.12, eerste lid, van de wet;inboekverificatieverklaring:

verklaring als bedoeld in artikel 9.7.4.12, eerste lid, van de wet;materiële onjuistheid:

onjuistheid die volgens de verificateur, afzonderlijk of in combinatie met andere onjuistheden, de gestelde materialiteitsgrens overschrijdt; materialiteitsgrens:

kwantitatieve drempel of grenswaarde waarboven onjuistheden, afzonderlijk of in combinatie met andere onjuistheden, door de verificateur als materieel worden beschouwd; Raad voor Accreditatie:

Raad voor Accreditatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie; rekeninghouder:

onderneming die beschikt over een rekening als bedoeld in artikel 9.7.5.3 van de wet;verificateur hernieuwbare brandstof:

verificateur als bedoeld in artikel 9.7.4.4, tweede lid, van de wet;verificatie hernieuwbare brandstof:

verificatie als bedoeld in artikel 9.7.4.4, tweede lid, van de wet;verificatieverklaring hernieuwbare brandstof:

verklaring als bedoeld in artikel 9.7.4.4, tweede lid, van de wet;wet:

Wet milieubeheer.

Artikel 1.2

De in titel 9.7 van de wet opgenomen bepalingen met betrekking tot de leverancier tot eindverbruik zijn niet van toepassing op de leverancier tot eindverbruik over het kalenderjaar dat hij minder dan 500.000 liter benzine, diesel, vloeibare biobrandstof en vloeibare hernieuwbare brandstof tot eindverbruik levert aan wegvoertuigen of spoorvoertuigen in Nederland.

§ 2. Jaarverplichting hernieuwbare energie vervoer

Artikel 2.1

Het gedeelte, bedoeld in artikel 9.7.2.1 van de wet, is voor het kalenderjaar:a. 2015 6,25 procent; b. 2016 7 procent; c. 2017 7,75 procent; d. 2018 8,5 procent e. 2019 9,25 procent f. 2020 10 procent.

Artikel 2.2
  1. Een ambtshalve inschatting als bedoeld in artikel 9.7.2.4, eerste of tweede lid, van de wet, wordt gemaakt op basis van een redelijke inschatting, waarbij het bestuur van de emissieautoriteit zich in ieder geval baseert op de gegevens van de rijksbelastingdienst over de hoeveelheid benzine, diesel, vloeibare biobrandstof of vloeibare hernieuwbare brandstof die is vermeld in de aangifte, bedoeld in artikel 53 van de Wet op de accijns. 2. Voor de toepassing van artikel 9.7.2.4 van de wet wordt een hoeveelheid benzine, diesel, vloeibare biobrandstof of vloeibare hernieuwbare brandstof, die is uitgeslagen tot verbruik als bedoeld in de Wet op de accijns aangemerkt als geleverd aan wegvoertuigen of spoorvoertuigen in Nederland, tenzij de leverancier tot eindverbruik aantoont dat die hoeveelheid is uitgeslagen tot verbruik voor andere doeleinden.

§ 3. Inboeken hernieuwbare energie vervoer

Artikel 3.1
  1. Vloeibare biobrandstof die wordt ingeboekt in het register voldeed op het tijdstip van leveren aan de Nederlandse markt voor vervoer aan de geldende duurzaamheidseisen, genoemd in artikel 17, tweede tot en met zesde lid, van de richtlijn hernieuwbare energie. 2. In afwijking van het eerste lid voldeed vloeibare biobrandstof die vervaardigd is uit niet van landbouw, aquacultuur, visserij of bosbouw afkomstige afvalstoffen en residuen op het tijdstip van leveren aan de Nederlandse markt voor vervoer aan de geldende duurzaamheidseisen, genoemd in artikel17, tweede lid, van de richtlijn hernieuwbare energie.

Artikel 3.2
  1. Gasvormige biobrandstof die wordt ingeboekt in het register voldeed op het tijdstip van leveren aan vervoer in Nederland aan de geldende duurzaamheidseisen, genoemd in artikel 17, tweede tot en met zesde lid, van de richtlijn hernieuwbare energie. 2. In afwijking van het eerste lid voldeed gasvormige biobrandstof die vervaardigd is uit niet van landbouw, aquacultuur, visserij of bosbouw afkomstige afvalstoffen en residuen op het tijdstip van leveren aan vervoer in Nederland aan de geldende duurzaamheidseisen, genoemd in artikel 17, tweede lid, van de richtlijn hernieuwbare energie. 3. Voor gasvormige biobrandstof die wordt ingeboekt in het register is geen subsidie betaald. 4. De gasvormige biobrandstof die wordt ingeboekt in het register is geleverd via een bemeterd leverpunt dat gekoppeld is aan de aansluiting, bedoeld in artikel 3.3, eerste lid.

Artikel 3.3
  1. Aan vervoer in Nederland geleverde gasvormige biobrandstof kan slechts worden ingeboekt in het register door de afnemer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel o, van de Gaswet die een aansluiting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel m, van die wet heeft die uitsluitend bestemd is voor de levering van gas aan vervoer in Nederland. 2. Aan wegvoertuigen in Nederland geleverde elektriciteit kan slechts worden ingeboekt in het register door de afnemer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Elektriciteitswet 1998 die een aansluiting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van die wet heeft die uitsluitend bestemd is voor de levering van elektriciteit aan wegvoertuigen in Nederland.

Artikel 3.4
  1. Voor vloeibare hernieuwbare brandstof die wordt ingeboekt in het register en voor de energie uit hernieuwbare bron met behulp waarvan die hernieuwbare brandstof is geproduceerd, is geen subsidie betaald. 2. Vloeibare hernieuwbare brandstof die niet door de producent wordt ingeboekt in het register is door de producent direct geleverd aan de inboeker.

Artikel 3.5

Elektriciteit die wordt ingeboekt in het register is geleverd via een bemeterd leverpunt dat is gekoppeld aan de aansluiting, bedoeld in artikel 3.3, tweede lid.

Artikel 3.6
  1. De energie-inhoud van biobrandstof die is geproduceerd uit afval, residuen, non-food cellulosemateriaal of lignocellulosisch materiaal wordt in het register bij inboeking vermenigvuldigd met een bij ministeriële regeling bepaalde factor die verschillend kan zijn voor de verschillende grondstoffen. 2. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over afval, residuen, non-food cellulose materiaal en lignocellulosisch materiaal als bedoeld in het eerste lid,

Artikel 3.7
  1. Het bestuur van de emissieautoriteit kan met toepassing van artikel 9.7.4.11, eerste lid, van de wet het bijschrijven van hernieuwbare brandstofeenheden voor ten hoogste vier weken opschorten. Het bestuur doet van de opschorting onmiddellijk mededeling aan de inboeker. 2. Het bestuur van de emissieautoriteit beslist binnen de termijn, bedoeld in het eerste lid, over de bijschrijving van de hernieuwbare brandstofeenheden. Indien niet binnen die termijn is beslist, schrijft het bestuur de hernieuwbare brandstofeenheden bij op de rekening van de inboeker. 3. De termijn, bedoeld in het eerste lid, kan eenmaal met ten hoogste vier weken worden verlengd. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.

§ 4. Verificatie

Artikel 4.1

De verificateur hernieuwbare brandstof voert de verificatiewerkzaamheden op een onbevangen en onpartijdige wijze uit en is voor het onderdeel hernieuwbare brandstof van het werkveld hernieuwbare energie vervoer: a. geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie; b. geaccrediteerd door een nationale accreditatie-instantie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) 339/93 (PbEU 2008, L 218), of c. aantoonbaar een accreditatieprocedure gestart bij een instelling als bedoeld in onderdeel a of b maar waarvoor de procedure nog niet is afgerond.

Artikel 4.2
  1. De verificateur hernieuwbare brandstof verkrijgt een redelijke mate van zekerheid dat de in de verificatieverklaring...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT