Besluit van 1 oktober 2019, houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met het zorgpakket Zvw 2020

Besluit van 1 oktober 2019, houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met het zorgpakket Zvw 2020

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister voor Medische Zorg van 16 juli 2019, kenmerk 1525445-190200-Z;Gelet op de artikelen 11, derde en vierde lid, en 21, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 juli 2019, no. W13.19.0238/III);Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Medische Zorg van 23 september 2019, kenmerk 1525438-190200-Z; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit zorgverzekering wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 2.8, tweede lid, onderdeel d, komt te luiden:d. geneesmiddelen die gelijkwaardig of nagenoeg gelijkwaardig zijn aan enig niet aangewezen, geregistreerd geneesmiddel, tenzij bij ministeriële regeling anders is bepaald. BArtikel 2.14 wordt als volgt gewijzigd:1. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: f. de verzekerde is aangewezen op geriatrische revalidatie als bedoeld in artikel 2.5c. 2. In het vierde lid wordt na «toestemming» ingevoegd «geeft». 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 6. Indien een verzekerde is aangewezen op vervoer als bedoeld in het eerste of derde lid, en dit vervoer op tenminste drie achtereenvolgende dagen nodig is, kan de zorgverzekeraar op verzoek van de verzekerde een bij ministeriële regeling te bepalen vergoeding voor kosten van logeren verstrekken die gedeeltelijk in de plaats komt van een vergoeding voor kosten van vervoer. CArtikel 2.17 wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd: a. De onderdelen b tot en met d komen te luiden: b. huisartsenzorg, c. multidisciplinaire eerstelijnszorg waar huisartsenzorg deel van uitmaakt, d. gecombineerde leefstijlinterventie, c. In onderdeel e vervalt «en». d. In onderdeel f vervalt «de kosten van» en wordt de punt aan het slot vervangen door «, en». e. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: g. verpleging en verzorging als bedoeld in artikel 2.10. 2. Het vierde lid vervalt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 1 oktober 2019Willem-AlexanderDe Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Uitgegeven de elfde oktober 2019 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

  1. Inleiding en samenvatting

    Met dit besluit is het op de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) gebaseerde Besluit zorgverzekering (hierna: Bzv) met ingang van 1 januari 2020 gewijzigd in verband met aanpassingen in de te verzekeren prestaties Zvw (het basispakket). Het Bzv wordt gewijzigd naar aanleiding van een advies van het Zorginstituut Nederland (hierna: Zorginstituut) over de prestatie van ziekenvervoer en omvat tevens een verruiming van de vergoeding van apotheekbereidingen en een wijziging van de vrijstelling van het verplicht eigen risico bij de artsenfunctie in de eerste lijn.

    Voorhangprocedure

    Ter uitvoering van de voorhangprocedure uit hoofde van in artikel 124 van de Zvw is het ontwerpbesluit op 27 mei 2019 aan beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd (Kamerstukken II 2018/19, 29 689 nr. 992). De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kon daardoor niet eerder worden gedaan dan op 25 juni 2019. In het Algemeen Overleg Pakketmaatregelen van 26 juni 2019 en het Voortgezet Algemeen Overleg Pakketmaatregelen van 4 juli 2019 heeft de vaste Kamercommissie van de Tweede Kamer voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS) met de Minister voor Medische Zorg gesproken over de pakketmaatregelen. Dit heeft niet geleid tot aanpassingen in het ontwerpbesluit.

  2. Wijzigingen in het basispakket 2020

    1. Apotheekbereidingen

      Farmaceutische zorg

      Onder farmaceutische zorg vallen geregistreerde geneesmiddelen die zijn opgenomen in het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Mits het rationele farmacotherapie1 betreft, worden daarnaast onder meer apotheekbereidingen2 vergoed. Dat geldt echter niet voor bereidingen die gelijkwaardig of nagenoeg gelijkwaardig zijn aan een geregistreerd geneesmiddel dat niet is opgenomen in het GVS. Het is wenselijk hierop bij ministeriële regeling in ieder geval in de volgende situaties een uitzondering te kunnen maken: – indien de apotheekbereiding al in de praktijk wordt toegepast voordat het (nagenoeg) gelijkwaardige geneesmiddel is geregistreerd.

      Geregistreerde geneesmiddelen dienen opgenomen te zijn in het GVS om uit hoofde van de zorgverzekering vergoed te kunnen worden. Daar gaat (doorgaans) een aanvraag en een besluitvormingsprocedure aan vooraf, waaronder advisering door het Zorginstituut. Het is wenselijk dat de bereiding vergoed kan blijven worden in de periode vanaf de registratie tot het besluit over opname van het geneesmiddel in het GVS. Daartoe zal in de Regeling zorgverzekering (Rzv) worden bepaald dat apotheekbereidingen gedurende die periode in beginsel vergoed blijven worden. In beginsel, omdat een apotheekbereiding in een zeer uitzonderlijk geval mogelijk niet aan de pakketcriteria voldoet of kan voldoen. – indien de minister besloten heeft het (nagenoeg) gelijkwaardige geregistreerde geneesmiddel niet in het GVS op te nemen vanwege een ongunstige kosteneffectiviteit of een te hoge budgetimpact. In beginsel zal in de Rzv worden neergelegd dat de, al dan niet reeds bestaande, apotheekbereiding wel wordt vergoed. Wanneer een geregistreerd geneesmiddel niet wordt opgenomen omdat het niet effectief3 is of omdat het niet noodzakelijk is het ten laste te brengen van het collectief, ligt het in de rede dat ook de apotheekbereiding niet wordt vergoed. Daarmee wordt voorkomen dat een geneesmiddel dat niet voldoet aan de pakketcriteria alsnog via een bereiding wordt vergoed. Het is echter niet uit te sluiten dat ook de apotheekbereiding niet aan de pakketcriteria voldoet. Het Zorginstituut zal in een advies over een geregistreerd geneesmiddel met een ongunstige kosteneffectiviteit of een te hoge budgetimpact ook kunnen informeren over de eventueel bestaande apotheekbereiding. Op basis van die informatie kan de minister bepalen of de bestaande apotheekbereiding toch niet in het pakket wordt opgenomen. Overigens kan de minister ook een apotheekbereiding uitsluiten die voor het eerst beschikbaar komt na het besluit het geregistreerde geneesmiddel niet in het GVS op te nemen. Daartoe kan besloten worden indien er reden is om aan te nemen dat de apotheekbereiding niet aan de criteria voor pakketopname voldoet of kan voldoen.

      Geneeskundige zorg

      Hoewel geen onderdeel van deze wijziging van het Bzv, wordt hier opgemerkt dat ook aanpassing behoeft de vergoeding van apotheekbereidingen die...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT