Besluit van 11 mei 2020 tot vaststelling van het Besluit vestigingsplaatsen kamers voor het notariaat

Besluit van 11 mei 2020 tot vaststelling van het Besluit vestigingsplaatsen kamers voor het notariaat

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 10 maart 2020; nr. 2853027, directie Wetgeving en Juridische Zaken; Gelet op artikel 94, elfde lid, van de Wet op het notarisambt;De Afdeling advisering van Raad van State gehoord (advies van 18 maart 2020, nr. W16.20.0050/II);Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 16 april 2020, nr. 2880663, directie Wetgeving en Juridische Zaken. Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De vestigingsplaatsen van de kamers voor het notariaat zijn:a. ressort Amsterdam: Amsterdam; b. ressort Arnhem-Leeuwarden: Arnhem; c. ressort Den Haag: ’s-Gravenhage; d. ressort ’s-Hertogenbosch: ’s-Hertogenbosch.

Artikel 2

Het Besluit vestigingsplaatsen raden van discipline, hof van discipline en kamers voor het notariaat wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2020.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vestigingsplaatsen kamers voor het notariaat.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 11 mei 2020Willem-AlexanderDe Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de achttiende mei 2020 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Inhoudelijk

De Wet tot wijziging van de Advocatenwet, de Gerechtsdeurwaarderswet, de Wet op het notarisambt en de Wet positie en toezicht advocatuur in verband met het opnemen van een grondslag voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens ten behoeve van de uitvoering van kwaliteitstoetsen bij advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen en diverse aanpassingen van overwegend wetstechnische aard (hierna: de wet) wijzigt, voor zover hier van belang, de artikelen 46aa, tweede lid, en artikel 51, eerste lid, van de Advocatenwet.

De vestigingsplaatsen van de raden van discipline en het hof van discipline, de tuchtcolleges voor de advocatuur, worden niet langer bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld, maar bij bestuursreglement van de tuchtcolleges zelf. De artikelen 1 en 2 van het Besluit vestigingsplaatsen raden van discipline, hof van discipline en kamers voor het notariaat zijn hierdoor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT