Besluit van 15 april 2019 tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer in verband met de implementatie van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1442 tot vaststelling van BBT-conclusies voor grote stookinstallaties
Besluit van 15 april 2019 tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer in verband met de implementatie van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1442 tot vaststelling van BBT-conclusies voor grote stookinstallaties
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 21 december 2018, nr. IenW/BSK-2018/201474, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op het Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1442 van de Commissie van 31 juli 2017 tot vaststelling van BBT-conclusies (beste beschikbare technieken) op grond van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad, voor grote stookinstallaties (PbEU 2017, L212); Gelet op artikel 8.40 van de Wet milieubeheer;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 februari 2019, nr. W17.18.0409/IV); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 1 april 2019, nr. IENW/BSK-2019/37528, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:A.In artikel 5.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:5. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1442 verstaan: uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1442 van de Commissie van 31 juli 2017 tot vaststelling van BBT-conclusies (beste beschikbare technieken) op grond van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad, voor grote stookinstallaties (PbEU 2017, L212). B.Artikel 5.4 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid komt tabel 5.4 te luiden: Tabel 5.4
Vaste of vloeibare brandstoffen
Type stookinstallatie, type brandstof
– vaste biomassa
60 mg/Nm3
– gasturbine of dieselmotor
60 mg/Nm3
– bestaande grote stookinstallatie anders dan gasturbine of dieselmotor
150 mg/Nm3
– overig
80 mg/Nm3
Gasvormige brandstoffen
Type stookinstallatie, type brandstof
– vloeibaar gemaakt gas
5 mg/Nm3
– cokesovengas of hoogovengas in gasmotor of gasturbine
60 mg/Nm3
– cokesovengas in andere stookinstallatie
220 mg/Nm3
– hoogovengas in andere stookinstallatie
150 mg/Nm3
– overig
35 mg/Nm32. Het tweede lid wordt vernummerd tot derde lid. 3. Er wordt een lid ingevoegd, luidende: 2. In afwijking van het eerste lid voldoet een stookinstallatie die voor de datum van inwerkingtreding van dit lid in bedrijf is genomen, tot 17 augustus 2021 aan de emissiegrenswaarden in tabel 5.4a. Tabel 5.4a
Vaste of vloeibare brandstoffen
Totaal nominaal thermisch ingangsvermogen
50 – 300 MW
200 mg/Nm3
> 300 MW
150 mg/Nm3
Gasvormige brandstoffen
Type brandstof
– vloeibaar gemaakt gas
5 mg/Nm3
– cokesovengas
400 mg/Nm3
– hoogovengas
150 mg/Nm3
– andere gasvormige brandstoffen
35 mg/Nm34. In het derde lid (nieuw) wordt «eerste lid» vervangen door «eerste en tweede lid». C.Artikel 5.5 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid komt tabel 5.5 te luiden: Tabel 5.5
Vaste brandstoffen
100 mg/Nm3
Vloeibare brandstoffen
Type stookinstallatie, type brandstof
– gasturbine, met inbegrip van een STEG
50 mg/Nm3
– bestaande grote stookinstallatie, indien wordt gestookt met vloeibare productieresiduen als niet-commerciële brandstof afkomstig uit de eigen installatie
150 mg/Nm3
– andere grote stookinstallatie, 50 – 100 MW
120 mg/Nm3
– overig
85 mg/Nm3
Gasvormige brandstoffen
Type stookinstallatie, type brandstof
– gasmotor
33 mg/Nm3
– gasturbine, met inbegrip van een STEG;
bij vergunningverlening voor 17 augustus 2017, kan het bevoegd gezag bij vergunningvoorschrift een ruimere eis tot 50 mg/Nm3 stellen.
35 mg/Nm3
– bestaande grote stookinstallatie indien het een gasturbine betreft, met inbegrip van een STEG;
bij een bedrijfstijd minder dan 1.500 uur per jaar kan het bevoegd gezag bij vergunningvoorschrift een ruimere eis tot 75 mg/Nm3 stellen.
60 mg/Nm3
– andere grote stookinstallatie, indien wordt gestookt met aardgas
70 mg/Nm3
– andere bestaande grote stookinstallatie;
het bevoegd gezag kan op grond van technische kenmerken bij vergunningvoorschrift een ruimere eis tot 150 mg/Nm3 toestaan voor zover passend binnen de grenzen van het uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1442
100 mg/Nm3
– andere grote stookinstallatie
80 mg/Nm32. Het tweede lid wordt vernummerd tot derde lid. 3. Er wordt een lid ingevoegd, luidende: 2. In afwijking van het eerste lid voldoet een stookinstallatie die voor de datum van inwerkingtreding van dit lid in bedrijf is genomen, tot 17 augustus 2021 aan de emissiegrenswaarden in tabel 5.5a. Tabel 5.5a
Vaste brandstoffen
100 mg/Nm3
Vloeibare brandstoffen
Type stookinstallatie, totaal nominaal thermisch ingangsvermogen
– gasturbine, met inbegrip van een STEG
50 mg/Nm3
– bestaande grote stookinstallatie, indien wordt gestookt met vloeibare productieresiduen als niet-commerciële brandstof afkomstig uit de eigen installatie
150 mg/Nm3
– andere grote stookinstallatie, 50 – 300 MW
120 mg/Nm3
– andere grote stookinstallatie, > 300 MW
100 mg/Nm3
Gasvormige brandstoffen
Type stookinstallatie, type brandstof
– gasturbine, met inbegrip van een STEG
50 mg/Nm3
– gasmotor
33 mg/Nm3
– bestaande grote stookinstallatie indien het een gasturbine betreft, met inbegrip van een STEG, die met aardgas wordt gestookt:
-
die in een systeem met warmtekrachtkoppeling wordt gebruikt met een rendement van meer dan 75%,
-
die in een warmtekrachtcentrale wordt gebruikt met een gemiddeld jaarlijks totaal elektrisch rendement van meer dan 55%, of
-
die voor mechanische aandrijving wordt gebruikt, waarin het rendement van de gasturbine wordt vastgesteld in ISO-basisbelastingsomstandigheden
75 mg/Nm3
– bestaande grote stookinstallatie indien het een gasturbine betreft, met inbegrip van een STEG, die met andere gassen wordt gestookt
75 mg/Nm3
– bestaande grote stookinstallatie, indien wordt gestookt met hoogovengas, cokesovengas, gassen met lage calorische waarde verkregen door vergassing van raffinageresiduen, of andere gassen, uitgezonderd een gasturbine en gasmotor
150 mg/Nm3
– andere grote stookinstallatie, indien wordt gestookt met hoogovengas, cokesovengas, gassen met lage calorische waarde verkregen door vergassing van raffinageresiduen, of andere gassen
100 mg/Nm3
– andere grote stookinstallatie, indien wordt gestookt met aardgas
70 mg/Nm34. In het derde lid (nieuw) wordt «eerste lid» telkens vervangen door «eerste en tweede lid». D.Artikel 5.7 wordt als volgt gewijzigd:1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. In het eerste lid (nieuw) komt tabel 5.7 te luiden: Tabel 5.7
Vaste of vloeibare brandstoffen
– bestaande grote stookinstallatie indien wordt gestookt met vloeibare productieresiduen als niet-commerciële brandstof afkomstig uit de eigen installatie
20 mg/Nm3
– andere grote stookinstallatie
5 mg/Nm3
Gasvormige brandstoffen
– hoogovengas
5 mg/Nm3
– andere gasvormige brandstoffen
5 mg/Nm33. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. In afwijking van het eerste lid voldoet een stookinstallaties die voor de datum van inwerkingtreding van dit lid in bedrijf is genomen, tot 17 augustus 2021 aan de emissiegrenswaarden in tabel 5.7a. Tabel 5.7a
Vaste of vloeibare brandstoffen
– bestaande grote stookinstallatie indien wordt gestookt met vloeibare productieresiduen als niet-commerciële brandstof afkomstig uit de eigen installatie
20 mg/Nm3
– andere grote stookinstallatie
5 mg/Nm3
Gasvormige brandstoffen
– hoogovengas
10 mg/Nm3
– door de ijzer- en staalindustrie geproduceerd gas dat elders wordt gebruikt
20 mg/Nm3
– andere gasvormige brandstoffen
5 mg/Nm3E.Artikel 5.8 komt te luiden:
-
De emissies van zoutzuur, waterstoffluoride, kwik, som van dioxinen en furanen, formaldehyde, gasvormige en vluchtige organische stoffen en ammoniak overschrijden de emissiegrenswaarden van tabel 5.8 niet. Tabel 5.8
Type stookinstallatie, type brandstof
Zoutzuur
Proces brandstof uit chemische industrie
5 mg/Nm3
Bestaande grote stookinstallatie
9 mg/Nm3
Biomassa
Vergund voor de datum van inwerkingtreding van dit artikel
15 mg/ Nm3
Overige biomassa
8 mg/Nm3
Overige vaste brandstof
3 mg/Nm3
Waterstoffluoride
Biomassa
1 mg/Nm3
Overige vaste en vloeibare brandstof
2 mg/Nm3
Kwik
Biomassa
5 μg/Nm3
Overige vaste brandstof
2 μg/Nm3
Bestaande grote stookinstallatie
4 μg/Nm3
Som van dioxinen en furanen, gedefinieerd als de som van de afzonderlijke dioxinen en furanen, gewogen overeenkomstig de bij ministeriële regeling gestelde equivalentiefactoren
Proces brandstof uit chemische industrie
0,036 ng TEQ/Nm3
Formaldehyde
Gasmotor op aardgas
15 mg/Nm3
Gasvormige en vluchtige organische stoffen, uitgedrukt in totaal organische koolstof
Proces brandstof uit chemische industrie
12 mg/Nm3
Gasmotor op aardgas
500 mg/Nm3
Ammoniak
Bij toepassing SCR of SNCR
5 mg/Nm32. In afwijking van het eerste lid voldoet een stookinstallatie die voor de datum van inwerkingtreding van dit lid in bedrijf is genomen, tot 17 augustus 2021 aan de in de vergunning opgenomen emissiegrenswaarden van zoutzuur, waterstoffluoride, kwik, som van dioxinen en furanen, formaldehyde, gasvormige en vluchtige organische stoffen en ammoniak. F.Artikel 5.9 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt de zinsnede «de artikelen 5.4 tot en met 5.8» vervangen door «de artikelen 5.4 tot en met 5.7». 2. Na het derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende: 4. De emissiegrenswaarden, bedoeld in de artikelen 5.4 tot en met 5.8, gelden niet voor gasturbines, gasmotoren en dieselmotoren die blijkens de daarvoor geldende omgevingsvergunning bestemd zijn voor noodgevallen en minder dan 500 bedrijfsuren per jaar in bedrijf zijn. Degene die de inrichting drijft, registreert de bedrijfsuren van dergelijke installaties. 5. Voor de toepassing van het vierde lid wordt onder bedrijfsuren verstaan: de tijd, uitgedrukt in uren, gedurende welke een grote stookinstallatie geheel of...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT