Besluit van 15 oktober 2015 tot wijziging van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 en het Waterbesluit

Besluit van 15 oktober 2015 tot wijziging van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 en het Waterbesluit

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 9 juni 2015, nr. IenM/BSK-2015/107104, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op: – Richtlijn 2013/39/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot wijziging van Richtlijn 2000/60/EG en Richtlijn 2008/105/EG wat betreft prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid (PbEU 2013, L226); – Richtlijn 2014/80/EU van de Europese Commissie van 20 juni 2014 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand (PbEU 2014, L182); – Richtlijn 2014/101/EU van de Commissie van 30 oktober 2014 tot wijziging van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid; – de artikelen 4.3 van de Waterwet en 5.1, eerste en derde lid, 5.2, eerste lid, 5.2b, derde en vierde lid, en 5.3, eerste en derde lid, van de Wet milieubeheer; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 26 augustus 2015, no. W.14.15.0179/IV); Gezien het nader rapport van onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 25 september 2015, nr. IENM/BSK-2015/183348, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009 wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd: a. In de alfabetische rangschikking wordt een begripsbepaling ingevoegd, luidende: Europese milieukwaliteitseis voor water:

milieukwaliteitseis als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, juncto derde lid, onder c, van de wet, ter uitvoering van de kaderrichtlijn water, de grondwaterrichtlijn, de richtlijn prioritaire stoffen of een andere EU-richtlijn of EU-verordening uit hoofde van artikel 16 of 17 van de kaderrichtlijn water of een andere bindende EU-rechtshandeling waarbij milieukwaliteitseisen zijn gesteld ter bescherming van grondwater of oppervlaktewater en waarnaar in de kaderrichtlijn water wordt verwezen;. b. De begripsomschrijving van «kunstmatig oppervlaktewaterlichaam» komt te luiden: krachtens artikel 4.5 of 4.10 van het Waterbesluit in het nationale waterplan of het regionale waterplan als kunstmatig oppervlaktewaterlichaam aangewezen oppervlaktewaterlichaam;. c. De begripsomschrijving van «Onze Ministers» komt te luiden: Onze Minister en, voor zover het aangelegenheden betreft, die mede tot zijn verantwoordelijkheid behoren, Onze Minister van Economische Zaken;. d. De begripsbepaling beginnend met «richtwaarde» vervalt. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder «matrix» en «biotataxon» verstaan hetgeen daaronder in artikel 2 van de richtlijn prioritaire stoffen wordt verstaan. B In artikel 2, eerste, derde, vierde, vijfde en zevende lid, wordt «geldende richtwaarde» telkens vervangen door: te verwezenlijken Europese milieukwaliteitseis voor water. C Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Tenzij toepassing wordt gegeven aan een mogelijkheid tot afwijken als bedoeld in de artikelen 2, derde tot en met zevende lid, 3 of 6, tweede lid, geldt bij de vaststelling van het nationale waterplan, het beheerplan voor de rijkswateren, een regionaal waterplan of een beheerplan voor de regionale wateren dat het plan voor elk daarin opgenomen oppervlaktewaterlichaam de volgende Europese milieukwaliteitseis voor water verwezenlijkt: met ingang van 22 december 2015 is een goede oppervlaktewatertoestand bereikt. 2. Onder vernummering van het tweede lid tot zevende lid, worden na het eerste lid vijf leden ingevoegd, luidende: 2. In afwijking van het eerste lid geldt bij de vaststelling van een plan als bedoeld in dat lid dat betrekking heeft op een periode die na 21 december 2015 begint, dat een goede chemische toestand van een oppervlaktewaterlichaam, voor zover het de stoffen betreft waarvoor dit in bijlage I bij dit besluit is bepaald, is bereikt met ingang van 22 december 2021. 3. In afwijking van het eerste lid geldt bij de vaststelling van een plan als bedoeld in dat lid dat betrekking heeft op een periode die na 21 december 2015 begint, dat een goede chemische toestand van een oppervlaktewaterlichaam, voor zover het de in artikel 5a gestelde milieukwaliteitseis betreft, is bereikt met ingang van 22 december 2021. 4. In een geval als bedoeld in artikel 3, lid 8 ter, van de richtlijn prioritaire stoffen geldt in afwijking van het tweede lid in plaats van de datum 21 december 2015 de datum 21 december 2018 en in plaats van de datum 22 december 2021 de datum 22 december 2027. 5. In afwijking van het eerste lid geldt bij de vaststelling van een plan als bedoeld in dat lid dat betrekking heeft op een periode die na 21 december 2021 begint, dat een goede chemische toestand van een oppervlaktewaterlichaam, voor zover het de stoffen betreft waarvoor dit in bijlage I bij dit besluit is bepaald, is bereikt met ingang van 22 december 2027. 6. Voor de oppervlaktewaterlichamen die in het nationale waterplan als schelpdierwater zijn aangewezen, houdt een goede oppervlaktewatertoestand tevens in dat in schelpdieren geen bacteriële besmetting aanwezig is in een mate die schadelijk kan zijn voor de volksgezondheid. 3. In het zevende lid (nieuw) wordt «artikel 5» vervangen door: de artikelen 5 en 5a. D In artikel 5 wordt «dat is voldaan aan alle ingevolge bijlage I bij dit besluit daarvoor geldende richtwaarden» vervangen door: dat is voldaan aan de Europese milieukwaliteitseisen voor water, genoemd in bijlage I bij dit besluit. E Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5

a.

Bij de vaststelling van het nationale waterplan, het beheerplan voor de rijkswateren, een regionaal waterplan of een beheerplan voor de regionale wateren geldt dat het plan voor elk daarin opgenomen waterlichaam de volgende Europese milieukwaliteitseis voor water verwezenlijkt: de concentratie van een prioritaire stof die de neiging heeft te accumuleren in sediment of in biota is, bepaald overeenkomstig het monitoringsprogramma, aan het eind van de planperiode in sediment en biota niet significant toegenomen. F In artikel 6 wordt «richtwaarden» telkens vervangen door: Europese milieukwaliteitseisen voor water. G In artikel 7, eerste lid, wordt de zinsnede «Bij de vaststelling van een regionaal waterplan houden provinciale staten voor elk daarin opgenomen grondwaterlichaam rekening met de volgende richtwaarde» vervangen door: Tenzij toepassing wordt gegeven aan een mogelijkheid tot afwijken als bedoeld in de artikelen 2, derde tot en met zevende lid, 3 of 6, tweede lid, geldt bij de vaststelling van een regionaal waterplan dat het plan voor elk daarin opgenomen grondwaterlichaam de volgende Europese milieukwaliteitseis voor water verwezenlijkt. H In artikel 9 wordt in onderdeel a «richtwaarden» vervangen door «Europese milieukwaliteitseisen voor water» en wordt in onderdeel b «richtwaarde» vervangen door: Europese milieukwaliteitseis voor water. I Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt de zinsnede «Bij de vaststelling van een regionaal waterplan houden provinciale staten rekening met de volgende richtwaarde» vervangen door: Tenzij een afwijkingsgrond als bedoeld in dit besluit van toepassing is, is de vaststelling van een regionaal waterplan voor elk daarin opgenomen grondwaterlichaam gericht op de verwezenlijking van de volgende Europese milieukwaliteitseis voor water. 2. In het derde lid wordt «richtwaarden» vervangen door «Europese milieukwaliteitseisen voor water» en «bijlage III» door: bijlage II. 3. In het vierde lid wordt «de ingevolge het eerste lid geldende richtwaarde» vervangen door: de ingevolge het eerste lid te verwezenlijken Europese milieukwaliteitseis voor water. J Artikel 12 komt te luiden: 1. Tenzij een afwijkingsgrond als bedoeld in dit besluit van toepassing is, wordt de vaststelling van het nationale waterplan, het beheerplan voor de rijkswateren, een regionaal waterplan of een beheerplan voor de regionale wateren voor elke waterwinlocatie waar oppervlaktewater wordt onttrokken, gericht op de verwezenlijking van de Europese milieukwaliteitseisen voor water die voor het onttrokken water zijn opgenomen in bijlage III bij dit besluit. 2. Aan de in het eerste lid bedoelde Europese milieukwaliteitseisen voor water wordt met ingang van 22 december 2009 voldaan. 3. Bij de vaststelling van een plan als bedoeld in het eerste lid wordt gestreefd naar de volgende Europese milieukwaliteitseis voor water: een verbetering van de kwaliteit, bepaald overeenkomstig het monitoringsprogramma, van elk daarin opgenomen oppervlaktewaterlichaam dan wel grondwaterlichaam waarin een waterwinlocatie is gelegen, en van elk daarin opgenomen oppervlaktewaterlichaam waaruit na oeverinfiltratie op een waterwinlocatie water wordt onttrokken, teneinde het niveau van zuivering van het onttrokken water dat is vereist voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water te verlagen. 4. Op de in het derde lid bedoelde Europese milieukwaliteitseis voor water is artikel 2 niet van toepassing. K Na artikel 12 wordt in paragraaf 4 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12

a.

Bij de vaststelling van het nationale waterplan, het beheerplan voor de rijkswateren, een regionaal waterplan of een beheerplan voor de regionale wateren geldt dat het plan voor elk daarin opgenomen waterlichaam waarin een waterwinlocatie is gelegen, de volgende Europese milieukwaliteitseis voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT