Besluit van 16 januari 2019, houdende wijziging van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 in verband met het doorvoeren van enkele wijzigingen ten aanzien van de binnenvisserij

Besluit van 16 januari 2019, houdende wijziging van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 in verband met het doorvoeren van enkele wijzigingen ten aanzien van de binnenvisserij

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 november 2018, nr. WJZ / 18256662; Gelet op artikel 16, eerste lid, van de Visserijwet 1963; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 5 december 2018, nr. W11.18.0354/IV); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 januari 2019, nr. WJZ / 18321284; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Reglement voor de binnenvisserij 1985 wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt «Het verbod» vervangen door «Het verbod, bedoeld in het eerste lid,». 2. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: 3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, voor zover het kunstaas betreft, geldt niet voor het vissen in de Geul en haar zijbeken. B Artikel 9 komt als volgt te luiden:

Artikel 9
  1. Bij ministeriële regeling kan het vissen bij vispassages, stuwen, sluizen of gemalen worden verboden. 2. Bij de regeling, bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald: a. op welk water het verbod van toepassing is; b. op welke vispassage, stuw, sluis of gemaal het verbod van toepassing is; c. binnen welke afstand tot de vispassage, stuw, sluis of gemaal het verbod van toepassing is. 3. Bij de regeling, bedoeld in het eerste lid, kan worden bepaald dat het verbod niet van toepassing is, indien aan bij die regeling te stellen voorwaarden wordt voldaan. 4. De voorwaarden, bedoeld in het derde lid, kunnen betrekking hebben op: a. de vistuigen waarmee wordt gevist; b. de periode waarin wordt gevist; c. het terugzetten van gevangen vis.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2019.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot ’s-Gravenhage, 16 januari 2019 Willem-Alexander De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Uitgegeven de eenendertigste januari 2019 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

  1. Algemeen

  1. Inleiding

    Deze algemene maatregel van bestuur (hierna: dit besluit) strekt tot wijziging van het Reglement voor de Binnenvisserij 1985 (hierna: het Reglement). Het Reglement bevat regels over de visserij in de binnenwateren. Dit zijn alle wateren van Nederland die niet kwalificeren als zeewateren of kustwateren in de zin van de Visserijwet 1963. De voorschriften die in het Reglement zijn opgenomen, beogen het belang van de visserij (de doelmatigheid daaronder begrepen) te dienen, waarbij tevens rekening is gehouden met de belangen van natuurbescherming. Dit volgt uit artikel 16 van de Visserijwet 1963, waarop het Reglement is gebaseerd. Het Reglement bevat hiertoe regels over toegelaten vistuigen, nachtvisserij, visserij in specifieke wateren of op andere specifieke plaatsen en administratieverplichtingen. Op een tweetal onderdelen wordt het Reglement thans aangepast. Dit betreft een aanpassing van de grondslag voor het instellen van een verbod op de visserij bij vispassages, stuwen, sluizen en gemalen. Daarnaast betreft dit een aanpassing van de voorschriften met betrekking tot visserij met de hengel met kunstaas in de Geul en haar zijbeken.

  2. Hoofdlijnen van het besluit

    2.1. Aanpassing grondslag verbod op de visserij bij vispassages, stuwen, sluizen en gemalen

Artikel 9

van het Reglement bevat een grondslag om bij ministeriële regeling het vissen in bepaalde wateren binnen een bepaalde afstand tot kunstwerken als stuwen, sluizen en gemalen, en bij vispassages te verbieden. Daarbij kan worden bepaald dat het verbod slechts van toepassing is op het gebruik van bepaalde vistuigen. Hiermee kunnen in het belang van de bescherming van visbestanden en vissoorten beperkingen aan de visserij worden gesteld op locaties in wateren die van belang zijn voor de migratie van de betreffende soorten. Op grond van de betreffende bepaling zijn op dit moment in artikel 28c van de Uitvoeringsregeling visserij zones ingesteld bij de kunstwerken in de stroomgebieden van de rivieren Neder-Rijn, Lek en Maas, alsmede in de Overijsselse Vecht, waar vissen niet is toegestaan (zogenoemde visserijvrije zones of VVZ’s). Deze zijn destijds ingesteld ter bescherming van met name de zalm en de zeeforel in het kader van het beleid voor terugkeer en herstel van de zalm in de jaren 90 van de vorige eeuw.

Er is in toenemende mate aandacht voor de verbetering van vismigratiemogelijkheden bij kunstwerken als stuwen, sluizen en gemalen. Dit is mede ingegeven door de verplichtingen die voortvloeien uit de Kaderrichtlijn Water1. Deze richtlijn verplicht lidstaten onder andere maatregelen te nemen teneinde de ecologische...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT