Besluit van 17 juni 2020, houdende vaststelling van het Besluit belasting- en invorderingsrente

Besluit van 17 juni 2020, houdende vaststelling van het Besluit belasting- en invorderingsrente

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 18 mei 2020, nr. 2020-0000088727;Gelet op artikel 30hb van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 29 van de Invorderingswet 1990; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 27 mei 2020, nr. W06.20.0146/III); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 16 juni 2020, nr. 2020-0000102269;Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Het percentage van de belastingrente, bedoeld in artikel 30hb van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, is: a. voor de inkomstenbelasting, de erfbelasting, de loonbelasting, de dividendbelasting, de omzetbelasting, de overdrachtsbelasting, de belasting van personenauto’s en motorrijwielen, de accijns, de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en de in artikel 1 van de Wet belastingen op milieugrondslag genoemde belastingen gelijk aan het percentage van de ingevolge artikel 120, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde wettelijke rente, bedoeld in artikel 119 van Boek 6 van dat wetboek, met dien verstande dat het eerstgenoemde percentage ten minste 4 bedraagt; b. voor de vennootschapsbelasting gelijk aan het percentage van de ingevolge artikel 120, tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde wettelijke rente, bedoeld in de artikelen 119a en 119b van Boek 6 van dat wetboek, met dien verstande dat een wijziging van de wettelijke rente eerst twee maanden na die wijziging leidt tot een aanpassing van de belastingrente en het eerstgenoemde percentage ten minste 8 bedraagt.

Artikel 2
  1. Het percentage van de in rekening te brengen invorderingsrente, bedoeld in artikel 29 van de Invorderingswet 1990, bedraagt 0,01. 2. Het percentage van de te vergoeden invorderingsrente, bedoeld in artikel 29 van de Invorderingswet 1990, is gelijk aan het percentage van de ingevolge artikel 120, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde wettelijke rente, bedoeld in artikel 119 van Boek 6 van dat wetboek, met dien verstande dat het eerstgenoemde percentage ten minste 4 bedraagt.

Artikel 3

In artikel 2 vervalt het eerste lid alsmede de aanduiding «2.» voor het tweede lid. Voorts vervalt «te vergoeden».

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, met dien verstande dat daarbij tevens kan worden bepaald dat artikel 2 terugwerkt tot en met 1 juni 2020.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit belasting- en invorderingsrente.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 17 juni 2020Willem-AlexanderDe Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief

Uitgegeven de tweeëntwintigste juni 2020 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

  1. Algemeen

    Inleiding

    Het onderhavige besluit (het Besluit belasting- en invorderingsrente) stelt de percentages van de belasting- en invorderingsrente vast. Daarmee wordt invulling gegeven aan de ingevolge de Verzamelspoedwet COVID-19 op te nemen delegatiegrondslag in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) en de Invorderingswet 1990 (IW 1990).

    Vanwege de COVID-19-crisis heeft het kabinet besloten het percentage van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT