Besluit van 19 augustus 2017, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Meel en brood en het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten in verband met de wijziging van de definitie van brood, de toepassing van de zoutnorm op brood en enkele technische wijzigingen

Besluit van 19 augustus 2017, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Meel en brood en het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten in verband met de wijziging van de definitie van brood, de toepassing van de zoutnorm op brood en enkele technische wijzigingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 maart 2017, kenmerk 1042848-157872-VGP; Gelet op artikel 4, eerste lid, onder a, artikel 8, onder b en c, artikel 12, artikel 14, en artikel 32b, tweede lid, van de Warenwet; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 mei 2017, no.W13.17.0091/III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 juli 2017, kenmerk 1042840-157872-VGP; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Meel en brood wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. De onderdelen c en h vervallen. 2. De onderdelen d tot en met g worden geletterd tot c tot en met f. 3. Onderdeel c (nieuw) komt te luiden: c. brood:

de gebakken eetwaar, met als kenmerkende bestanddelen: – water of melk; – rijsmiddel, met dien verstande dat dit niet verplicht is voor roggebrood; – al dan niet verkleinde of geplette vruchten van graan, glutenvrije graanbestanddelen of zaden van boekweit; – zout. 4. Onderdeel i wordt geletterd tot onderdeel g. B Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3
  1. Brood heeft een vochtgehalte van ten minste 20% en een gehalte aan zout van ten hoogste 1,8%, berekend op de droge stof. 2. De zoutnorm, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op brood waaraan zoutbevattende ingrediënten zijn toegevoegd en dat de consument niet ervaart als bestemd voor dagelijks gebruik. C In artikel 6, aanhef, wordt «gries en grutten» vervangen door: andere vormen van graan en zaden van boekweit. D Artikel 6a, tweede lid, komt te luiden: 2. Het eerste lid is niet van toepassing op brood met bijzondere kenmerkende bestanddelen in de kruim, roggebrood, roggetarwebrood, stokbrood, brood met een zeer laag glutengehalte en glutenvrij brood. E Artikel 7, derde lid, komt te luiden: 3. De aanduiding brood mag uitsluitend worden gebezigd voor brood. F De artikelen 8 tot en met 13 komen te luiden:

Artikel 8

De aanduiding wit(te)brood mag uitsluitend worden gebezigd voor brood waarvan tarwebloem het voornaamste meelbestanddeel is en waarin zemelen met het blote oog niet waarneembaar zijn.

Artikel 9

De aanduiding bruinbrood of tarwebrood mag uitsluitend worden gebezigd voor brood waarvan (volkoren)tarwemeel, al dan niet gemengd met gebroken tarwe en tarwevlokken, het voornaamste meelbestanddeel is en waarin zemelen met het blote oog waarneembaar zijn.

Artikel 10

De aanduiding melkbrood mag uitsluitend worden gebezigd voor brood waaraan melkbestanddelen in hun natuurlijke verhouding zijn toegevoegd, zodat het melkvetgehalte ten minste 1,5% van de droge stof bedraagt.

Artikel 11

Het woord krenten mag onderdeel uitmaken van de aanduiding van brood, indien dit ten minste 30% krenten bevat.

Artikel 12

Het woord rozijnen mag onderdeel uitmaken van de aanduiding van brood, indien dit ten minste 30% rozijnen bevat.

Artikel 13

Het woord krenten-rozijnen of rozijnen-krenten mag onderdeel uitmaken van de aanduiding van brood, indien dit een mengsel van krenten en rozijnen bevat van ten minste 30%. G Artikel 14 vervalt. H In artikel 15 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid. I In artikel 16 wordt «alle van nature voorkomende bestanddelen van de desbetreffende graansoort» vervangen door: de van nature voorkomende zetmeelrijke kern, kiem en zemelen van de desbetreffende graansoort. J In artikel 18 wordt «op de voet van artikel 14 of artikel 15» vervangen door: op de voet van artikel 15. K Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19
  1. Als methoden van onderzoek welke bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of al dan niet is voldaan aan de bij dit besluit gestelde regels, worden aangewezen chromatografische en andere scheidingsmethoden, organoleptische bepalingsmethoden en detectiemethoden, alsmede de daartoe door een andere lidstaat van de Europese Unie...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT