Besluit van 19 december 2019 tot wijziging van het Besluit opgedragen telecommunicatiediensten BES in verband met een actualisering van de aan concessiehouders opgedragen diensten

Besluit van 19 december 2019 tot wijziging van het Besluit opgedragen telecommunicatiediensten BES in verband met een actualisering van de aan concessiehouders opgedragen diensten

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 12 november 2019, nr. WJZ/19260673; Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Wet telecommunicatievoorzieningen BES;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 december 2019, nr. W18.19.0360/IV); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 19 december 2019, nr. WJZ/19312819; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit opgedragen telecommunicatiediensten BES wordt als volgt gewijzigd:ADe paragrafen 2 tot en met 5 komen als volgt te luiden:

§ 2. Opgedragen diensten

Artikel 2

De opgedragen diensten met betrekking tot het directe transport van gegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet, omvatten de in de navolgende paragrafen omschreven vaste telecommunicatiedienst, mobiele telecommunicatiedienst en langeafstandstelecommunicatiedienst.

Artikel 3

De opgedragen diensten, bedoeld in artikel 2, kunnen naar hun aard en omvang in een concessie worden beperkt tot één of meer van deze diensten dan wel delen daarvan.

§ 3. Vaste telecommunicatiedienst

Artikel 4

Onder vaste telecommunicatiedienst wordt verstaan de dienst met betrekking tot het transport van gegevens via de vaste telecommunicatie-infrastructuur van de houder van de concessie voor: a. direct of indirect uitgaande en binnenkomende nationale of nationale en internationale gesprekken, met behulp van een nummer uit een nummerplan als bedoeld in artikel 44e, eerste lid, van de wet, en b. toegang tot het internet en derhalve connectiviteit met vrijwel alle eindpunten van het internet, ongeacht de gebruikte netwerktechnologie en eindapparatuur.

§ 4. Mobiele telecommunicatiedienst

Artikel 5

Onder mobiele telecommunicatiedienst wordt verstaan de dienst met betrekking tot het transport van gegevens via de mobiele telecommunicatie-infrastructuur van de houder van de concessie voor: a. direct of indirect uitgaande en binnenkomende nationale of nationale en internationale gesprekken, met behulp van een nummer uit een nummerplan als bedoeld in artikel 44e, eerste lid, van de wet, en b. toegang tot het internet en derhalve connectiviteit met vrijwel alle eindpunten van het internet, ongeacht de gebruikte netwerktechnologie en eindapparatuur.

§ 5. Langeafstandstelecommunicatiedienst

Artikel 6

Onder langeafstandstelecommunicatiedienst wordt verstaan de dienst met betrekking tot het transport van gegevens via de vaste telecommunicatie-infrastructuur of de mobiele telecommunicatie-infrastructuur in een openbaar lichaam, naar een aansluitpunt of een gebruiker van zijn keuze buiten dat openbaar lichaam, voor: a. direct of indirect uitgaande en binnenkomende nationale of nationale en internationale gesprekken, met behulp van een nummer uit een nummerplan als bedoeld in artikel 44e, eerste lid, van de wet, en b. toegang tot het internet en derhalve connectiviteit met vrijwel alle eindpunten van het internet, ongeacht de gebruikte netwerktechnologie en eindapparatuur. BIn artikel 10, eerste lid, wordt «paragrafen 2 tot en met 4» vervangen door «paragrafen 3 tot en met 5».

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2019, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 19 december 2019Willem-AlexanderDe Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Uitgegeven de eenendertigste december 2019 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

  1. Inleiding

    Dit wijzigingsbesluit strekt tot modernisering van het Besluit opgedragen telecommunicatievoorzieningen BES (hierna: het Besluit). Door middel van het Besluit en concessies zijn diensten opgedragen aan de houders van een concessie voor het aanleggen, in stand houden en exploiteren van telecommunicatie-infrastructuur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit zijn de zogenoemde opgedragen diensten, die houders van een concessie in beginsel aan een ieder tegen vergoeding moeten aanbieden. Met dit wijzigingsbesluit zijn de opgedragen diensten gemoderniseerd, omdat zij tot nu toe alleen zagen op het transport van spraak (telefonie), terwijl het transport van data (internet) thans een belangrijke, zo niet de meest belangrijke telecommunicatiedienst is voor gebruikers. Hiernaast zijn met dit wijzigingsbesluit de telegraaf- en telexdienst komen te vervallen als opgedragen diensten.

  2. Hoofdlijnen

    2.1. Algemeen

    Bij de staatkundige herindeling van 2010 zijn Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: Caribisch Nederland) als bijzondere openbare lichamen deel gaan uitmaken van het land Nederland binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Bij deze staatkundige herindeling is ervoor gekozen de tot dan toe in Caribisch Nederland geldende regelgeving op het gebied van de telecommunicatie, waaronder het Landsbesluit opgedragen telecommunicatievoorzieningen (destijds «vertaald» in het Besluit), te continueren. Gelet op de (technologische) ontwikkelingen ten aanzien van digitale connectiviteit in het algemeen en de feitelijke situatie in Caribisch Nederland in het bijzonder, was het noodzakelijk het Besluit te wijzigen en te moderniseren.

    Op grond van artikel 2, eerste lid, van de Wet telecommunicatievoorzieningen BES (hierna: de wet), is voor de aanleg, instandhouding en exploitatie van telecommunicatie-infrastructuur in Caribisch Nederland een concessie vereist van de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: de minister). Houders van een concessie kunnen, op grond van artikel 3, eerste lid, van de wet, in het belang van het algemeen maatschappelijk en economisch verkeer worden verplicht om ten minste bij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT