Besluit van 2 december 2020, houdende wijziging van het Besluit paspoortgelden in verband met de aanpassing van de tarieven vanwege de jaarlijkse indexering en de invoering van een publiek identificatiemiddel op de Nederlandse identiteitskaart per 1 januari 2021
Besluit van 2 december 2020, houdende wijziging van het Besluit paspoortgelden in verband met de aanpassing van de tarieven vanwege de jaarlijkse indexering en de invoering van een publiek identificatiemiddel op de Nederlandse identiteitskaart per 1 januari 2021
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 21 oktober 2020, nr. 2020-0000595414, Gelet op artikel 7, eerste en derde lid, van de Paspoortwet;De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 18 november 2020, nr. W04.20.0379/I/K); Gezien het nader rapport van de Staatsecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 november 2020, nr. 2020-0000679693; De bepalingen van het Statuut van het Koninkrijk in acht genomen zijnde;Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Besluit paspoortgelden wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 1 worden de onderdelen in alfabetische volgorde geplaatst en vervallen de volgende onderdelen: a. aanvrager b. Onze Minister c. de Gouverneur h. openbaar lichaam BIn artikel 2a, eerste lid, wordt «artikel 6, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 6, eerste lid, onderdelen a en c». CIn de in de kolommen B tot en met E van onderstaande tabel aangeduide bepaling wordt de in kolom F opgenomen tekst telkens vervangen door de in kolom G opgenomen teks
A
B
C
D
E
F
G
Nr.
artikel
lid
onderdeel
onder
huidige tekst
nieuwe tekst
-
6
1
a
1
€
41,04
€
41,90
USD
45,84
USD
46,42
ANG
82,00
ANG
83,00
AWG
82,00
AWG
83,00
-
6
1
a
2
€
23,19
€
23,68
USD
25,90
USD
26,23
ANG
46,00
ANG
47,00
AWG
46,00
AWG
47,00
-
6
1
b
€
23,19
€
23,68
USD
25,90
USD
26,23
ANG
46,00
ANG
47,00
AWG
46,00
AWG
47,00
-
6
1
c
1
€
33,44
€
38,64
-
6
1
c
2
€
5,86
€
7,52
-
6
1
d
€
49,86
€
50,91
-
6
2
a
1
€
73,23
€
74,77
USD
120,24
USD
121,79
-
6
2
a
2
€
55,37
€
56,55
USD
100,28
USD
101,60
-
6
2
b
€
55,37
€
56,55
USD
100,28
USD
101,60
-
6
2
c
1
€
58,31
€
64,03
-
6
2
c
2
€
30,73
€
32,91
-
6
2
d
€
49,86
€
50,91
-
6
2
e
€
15,73
€
16,06
USD
17,64
USD
17,87
-
6
3
a
1
€
110,40
€
112,72
-
6
3
a
2
€
92,55
€
94,50
-
6
3
b
€
92,55
€
94,50
-
6
3
c
1
€
98,61
€
105,18
-
6
3
c
2
€
71,03
€
74,06
-
6
3
d
€
26,21
€
26,76
-
12
1
a
1
€
83,88
€
85,64
ANG
168,00
ANG
170,00
AWG
168,00
AWG
170,00
-
12
1
a
2
€
66,02
€
67,42
ANG
132,00
ANG
135,00
AWG
132,00
AWG
135,00
-
12
1
b
€
66,02
€
67,42
ANG
132,00
ANG
135,00
AWG
132,00
AWG
135,00
-
12
1
c
€
49,81
€
50,86
USD
55,64
USD
56,34
ANG
100,00
ANG
101,00
AWG
100,00
AWG
101,00
-
12
2
a
1
€
139,70
€
142,60
-
12
2
a
2
€
121,85
€
124,40
-
12
2
b
€
121,85
€
124,40
-
12
2
c
1
€
126,20
€
135,85
-
12
2
c
2
€
98,60
€
103,00
-
12
2
d
€
49,80
€
50,85
-
12
2
f
€
10,25
€
10,45DArtikel 6 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd: a. aan 1° wordt toegevoegd: USD 42,81; b. aan 2° wordt toegevoegd: USD 8,33; 2. Aan het eerste lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma het volgende onderdeel toegevoegd, luidende: e. voor de heraanvraag van een brief met daarin de pincode die benodigd is voor activatie van het publiek identificatiemiddel op de Nederlandse identiteitskaart:
€
2,24;
USD
2,48.3. Het tweede lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd: a. in 1° wordt na € 64,03 toegevoegd: in een gemeentelijke verordening; USD 101,04 in een eilandsverordening; b. in 2° wordt na € 32,91 toegevoegd: in een gemeentelijke verordening; USD 66,56 in een eilandsverordening; 4. Het derde lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd: a. aan 1° wordt toegevoegd:
USD
116,53;
ANG
208,59;
AWG
208,59;b. aan 2° wordt toegevoegd:
USD
82,05;
ANG
146,87;
AWG
146,87;EIn artikel 12, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma het volgende onderdeel toegevoegd, luidende: g. voor de heraanvraag van een brief met daarin de pincode die benodigd is voor de activatie van het publiek identificatiemiddel op de Nederlandse identiteitskaart:
€
3,65.
Het Besluit van 15 oktober 2020, houdende regels betreffende het verstrekken van reisdocumenten (Stb. 2020, 418) wordt als volgt gewijzigd: AAan het slot van het opschrift wordt toegevoegd: «(Paspoortbesluit)».BIn artikel 3.2, eerste lid, wordt «van reisdocumenten» vervangen door «voor reisdocumenten».CIn de artikelen 3.2, tweede lid, 3.3, eerste lid en 3.5 wordt «aanvragen van» vervangen door «aanvragen voor».
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2021. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2020, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 2 december 2020Willem-AlexanderDe Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops
Uitgegeven de negende december 2020 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
NOTA VAN TOELICHTING
-
Algemeen
De onderhavige wijziging van het Besluit paspoortgelden betreft een aanpassing van de op basis van artikel 7 van de Paspoortwet vast te stellen tarieven voor reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaarten. Het gaat daarbij om: a. de in artikel 7, eerste lid, onder a, van die wet bedoelde kosten die een gemeente, de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, dan wel de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten aan het Rijk zijn verschuldigd voor de productie van het document (artikel 6, eerste lid, van het Besluit paspoortgelden); b. de in artikel 7, eerste lid, onder b, van die wet genoemde rechten die een aanvrager aan het Rijk moet voldoen als de aanvraag voor het document wordt gedaan bij een andere dan de onder a genoemde instantie (bijvoorbeeld Koninklijke marechaussee of buitenlandse post) (artikel 12, eerste en tweede lid, van het Besluit paspoortgelden); en c. de maximumtarieven van de rechten of leges die een gemeente of openbaar lichaam ingevolge artikel 7, derde lid, van de Paspoortwet aan een aanvrager van een document in rekening mag brengen. (Artikel 6, tweede en derde lid, van het Besluit paspoortgelden).
De op grond van dit besluit vastgestelde tarieven gelden met ingang van 1 januari 2021.
-
Toelichting op tariefswijzigingen
Op grond van dit besluit worden de in het Besluit paspoortgelden opgenomen tarieven gewijzigd. De tariefwijziging betreft in de eerste plaats een reguliere jaarlijkse indexering (zie onderdeel b van deze paragraaf) en in de tweede plaats de aanpassing van de tarieven in verband met de invoering van het publiek identificatiemiddel (de zogeheten e-functionaliteit) in de zin van artikel 1, onder r, van de Paspoortwet1 op de Nederlandse identiteitskaart (zie onderdelen e, f en g van deze paragraaf). De e-functionaliteit betreft een voorziening op de Nederlandse identiteitskaart, waarmee op betrouwbaarheidsniveau hoog2 authenticatie van de identiteit van de houder van het document kan plaatsvinden in het elektronische verkeer. Voor het gebruik van het document ten behoeve van elektronische identificatie wordt een applet op de chip geplaatst, de zogenaamde eID-applet. Alle Nederlandse identiteitskaarten die vanaf 1 januari 2021 worden uitgegeven, zullen deze voorziening bevatten.
De tarieven worden geïndexeerd op grond van een inflatiecorrectie. Hiernaast worden de tarieven in andere valuta dan de Euro (tevens) gewijzigd in verband met de gehanteerde administratiekoersen, gecombineerd met een afrondingsmaatregel voor de tarieven in de Antilliaanse gulden (ANG) en de Arubaanse florin (AWG) opgenomen in artikel 12 van het Besluit paspoortgelden. In deze toelichting wordt hier nader op ingegaan.
-
Opbouw tarieven
Het bedrag van de (maximum) tarieven die bij een aanvrager in rekening mogen worden gebracht op grond van artikel 7, eerste lid, onder a, Paspoortwet bestaat uit twee delen. Het eerste deel bestaat uit de aan het Rijk verschuldigde kosten voor de productie van reisdocumenten. Deze kosten staan in het Besluit paspoortgelden weergeven in artikel 6, eerste lid. De aan het Rijk verschuldigde kosten zijn samengesteld uit de kosten die gemaakt worden voor de productie, personalisatie en distributie van de reisdocumenten, de apparaatskosten van het onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dat met de zorg voor de reisdocumentenketen is belast, en een jaarlijkse opslag om grote schommelingen in de tarieven te voorkomen. Dit laatste onderdeel van de tarieven is in 2014 ingevoerd en betreft een opslag ten behoeve van de egalisatierekening die gevuld wordt om vanaf 2019 een deel van de kosten die het Rijk ten behoeve van de reisdocumenten maakt te dekken. Deze egalisatierekening maakt het mogelijk om gedurende tien jaar een stabiel prijsniveau te hanteren. Zonder deze maatregel zouden de tarieven elke vijf jaar sterk gaan schommelen als gevolg van de invoering van de tienjarige geldigheidsduur van de documenten in 2014 en de daardoor veroorzaakte pieken en dalen in het aantal aanvragen.
Het tweede deel van de tarieven bestaat uit de leges die uitgevende instanties maximaal mogen heffen om de uitgifte van het paspoort en bijbehorende dienstverlening te bekostigen. Deze tarieven worden bepaald op basis van de kosten en baten berekening van de uitgevende instanties Deze tarieven zijn opgenomen in artikel 6, tweede en derde lid, en in artikel 12, eerste en tweede lid, van het Besluit paspoortgelden.
-
Indexatie
Alle tarieven worden geïndexeerd. De tarieven voor de onder artikel 6, eerste lid, af te dragen kosten aan...
-
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT