Besluit van 20 februari 2023 tot wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 in verband met een tijdelijke vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningsplicht, gelet op de tijdelijke opvang van asielzoekers op zeeschepen

Besluit van 20 februari 2023 tot wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 in verband met een tijdelijke vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningsplicht, gelet op de tijdelijke opvang van asielzoekers op zeeschepen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 november 2022, nr. 2022-0000159092; Gelet op artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van de Wet arbeid vreemdelingen;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 december 2022, No. W12.22.00179/III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 februari 2023, 2023-0000001316; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

WIJZIGING VAN HET BESLUIT UITVOERING WET ARBEID VREEMDELINGEN 2022.

Het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022 wordt als volgt gewijzigd:ANa artikel 4.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.5

a. Werkzaamheden tijdelijke opvang asielzoekers op zeeschip.

  1. Het verbod is niet van toepassing met betrekking tot de vreemdeling die zijn hoofdverblijf buiten Nederland heeft en arbeid verricht: a. op een bij ministeriële regeling aangewezen zeeschip als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Boek 8, van het Burgerlijk Wetboek, voor zover het zeeschip als tijdelijk opvangcentrum als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel d, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers, wordt geëxploiteerd; b. waarbij de arbeid bestaat uit dienstverlening in de basisvoorzieningen in het kader van de taken, die zijn gesteld bij of krachtens artikel 3, eerste lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers, aan boord van het zeeschip; c. waarvoor het overeengekomen, vaste, naar tijdruimte en in geld vastgestelde loon als vergoeding voor zijn arbeid dat hij van de werkgever ontvangt over de periode van ten hoogste een maand, en dat wordt bijgeschreven op een bankrekening, bestemd voor girale betaling, op naam van de vreemdeling, ten minste gelijk is aan het wettelijk minimumloon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, waartoe niet wordt gerekend de door de werkgever te betalen vakantiebijslag, en waarvoor artikel 12 van die wet van overeenkomstige toepassing is, waarbij een normale arbeidsduur van 40 uren per week in aanmerking wordt genomen; en d. waarvoor de werkgever zorgdraagt voor behoorlijke en veilige accommodatie voor de vreemdeling. 2. Bij ministeriële regeling kunnen in ieder geval nadere regels worden gesteld over: a. een limiet voor de toepassing van dit artikel voor categorieën van werkzaamheden of voor bepaalde categorieën vreemdelingen per aangewezen zeeschip; b. de invulling van de werkzaamheden; c. de administratie die aanwezig is op het zeeschip. BAan artikel 4.5, onderdeel b, wordt toegevoegd «en voor zover de vreemdeling niet behoort tot de categorie vreemdelingen, bedoeld in artikel 4.5a». CAan artikel 13.3 wordt een lid toegevoegd, luidende:5. Artikel 4.5a en de zinsnede «en voor zover de vreemdeling niet behoort tot de categorie vreemdelingen, bedoeld in artikel 4.5a» in artikel 4.5, onderdeel b, vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL II

INWERKINGTREDING.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt, voor wat betreft het met artikel I, onderdeel A, van dit besluit toegevoegde artikel 4.5a, eerste lid, onderdelen a en b, van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022, en artikel I, onderdeel B, terug tot en met 26 september 2022.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 20 februari 2023Willem-AlexanderDe Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Uitgegeven de eenentwintigste maart 2023 De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

TOELICHTING

  1. Algemeen

    1. Inleiding

      In Nederland willen we iedereen die om internationale bescherming verzoekt goed kunnen opvangen. Hier hoort bij dat er voor iedereen een bed is in een goede opvanglocatie.1 Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) ervaart een oplopend tekort voor de opvang van asielzoekers. Met name in aanmeldcentrum Ter Apel is de situatie kritiek. Door een gebrek aan opvangplekken in het land, mede vanwege een te beperkte uitstroom, lukt het COA onvoldoende om asielzoekers vanuit Ter Apel door te plaatsen naar andere locaties en verblijven teveel asielzoekers op het terrein van het aanmeldcentrum. Dit leidt tot onwenselijke omstandigheden, waarbij het zelfs voorkomt dat personen op een stoel, in een tent, of zelfs in de buitenlucht moeten overnachten.

      Gezien de extreme druk op aanmeldcentrum Ter Apel2 en de beperkte mogelijkheid om asielzoekers door te plaatsen naar andere locaties, is de afgelopen periode met veel gemeenten en veiligheidsregio’s contact geweest over de mogelijkheid om (extra) asielzoekers op te vangen. Tegen die achtergrond worden verscheidene maatregelen getroffen.

      Op de korte termijn is de crisisnoodopvang vergroot; elke veiligheidsregio vangt minimaal 225 asielzoekers op in crisisnoodopvanglocaties. Een van de opties voor tijdelijke aanvullende (crisis)noodopvang is het opvangen van asielzoekers op zeeschepen.3 Deze (buitenlands gevlagde) zeeschepen zijn door het Rijk gehuurd, zodat er opvangplekken op gerealiseerd kunnen worden. Gelet op de urgentie van de crisissituatie, is het van belang dat naast personeel van binnen de EU ook personeel van buiten de EU (derdelanders), indien nodig, snel ingezet kan worden op de schepen waar asielzoekers worden opgevangen. Het gaat dan om dienstverlening in de basisvoorziening in het kader van de taken, die zijn gesteld bij of krachtens artikel 3, eerste lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Het gaat daarbij om hospitality facility taken, waaronder bijvoorbeeld schoonmaak aan boord van het schip.

      De bestaande vrijstelling voor derdelander-bemanningsleden van zeeschepen die arbeid verrichten (artikel 4.5, aanhef en onderdeel b, van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022, hierna: BuWav 2022), is op deze situatie niet van toepassing.4 Anders dan bij die vrijstelling is beoogd, gaat het in deze situatie immers om de zorg voor, en opvang van, asielzoekers aan boord van zeeschepen, die voor langere tijd in Nederlandse havens zullen verblijven. Hiermee verschilt de situatie van werkzaamheden van de bemanning door (buitenlandse) zeeschepen die enige tijd in Nederlandse havens verblijven (zie ook onder hoofdlijnen van het besluit).

      Uitgangspunt van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: Wav) is dat, voor zover er geen vrijstellingen van toepassing zijn, voor de tewerkstelling van werknemers van buiten de EU een tewerkstellingsvergunning moet worden verkregen. Gelet op de urgentie van de crisissituatie kan er in deze situatie niet worden volstaan met het toepassen van de gebruikelijke praktijk. Allereerst zou het aanvragen van een reguliere tewerkstellingsvergunning – in deze situatie, waarbij het van belang is het benodigde personeel op korte termijn in te kunnen zetten op de betreffende zeeschepen – te veel tijd in beslag nemen. Het proces van het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning duurt in beginsel een aantal maanden omdat de werkgever, voordat hij de aanvraag kan indienen, de vacatures in een periode van drie maanden bekend moet maken zodat aanbod uit Nederland en de Europese Economische Ruimte (hierna: EER) kan reageren.5 Los daarvan zou de kans dat een tewerkstellingsvergunning voor deze functies zou worden ingewilligd klein zijn, omdat het gaat om werkzaamheden waarvoor aanbod is binnen Nederland of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de EER, en Zwitserland, dat prioriteit geniet.6

      Om te borgen dat in deze crisissituatie de inzet van personeel van buiten de EU mogelijk wordt, wordt met onderhavig besluit voorzien in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT