Besluit van 22 augustus 2022 tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de aanpassing van de koppeling gewerkte uren voor de ouder met een partner met Wlz-indicatie of een gedetineerde partner

Besluit van 22 augustus 2022 tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de aanpassing van de koppeling gewerkte uren voor de ouder met een partner met Wlz-indicatie of een gedetineerde partner

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 juni 2022, nr. 2022-0000122166; gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën; Gelet op artikel 1.7, derde lid, van de Wet kinderopvang;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 juli 2022, nr. W12.22.00074/III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 augustus 2022, nr. 2022-0000150793; uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën. Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I
Artikel 8

a van het Besluit kinderopvangtoeslag wordt als volgt gewijzigd:AAan het eerste lid, onderdeel b, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel 3 door een puntkomma een subonderdeel toegevoegd, luidende: 4°. de duur van het recht op zorg, bedoeld in artikel 1.6, achtste of negende lid, van de wet, uitgedrukt in kalendermaanden, vermenigvuldigd met 230 uren per kalendermaand. BAan het eerste lid, onderdeel b, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel 4 door een puntkomma een subonderdeel toegevoegd, luidende: 5°. de duur van de vrijheidsbenemende straf of maatregel, bedoeld in artikel 1.6, tiende of elfde lid, van de wet, uitgedrukt in kalendermaanden, vermenigvuldigd met 230 uren per kalendermaand.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt ten aanzien van: a. artikel I, onderdeel A, terug tot en met 1 januari 2021; b. artikel I, onderdeel B, terug tot en met 1 januari 2022.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 22 augustus 2022Willem-AlexanderDe Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van GennipDe Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane, A. de Vries

Uitgegeven de zesde september 2022 De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

I Algemeen deel

  1. Inhoud besluit

    Met dit besluit, dat het Besluit kinderopvangtoeslag wijzigt, wordt de koppeling gewerkte uren vastgelegd voor gezinnen die recht hebben gekregen op kinderopvangtoeslag als gevolg van de Verzamelwet kinderopvang 20211 en de Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen2 (hierna: WVUT).

    Om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag moet een ouder voldoen aan de arbeidseis. Hij moet arbeid verrichten of een traject naar werk volgen, zoals beschreven in de Wet kinderopvang. Als een ouder een partner heeft, geldt deze arbeidseis ook voor de partner. Met de Verzamelwet kinderopvang 2021 en WVUT zijn er drie uitzonderingen op de arbeidseis toegevoegd: • gezinnen waarvan één van de ouders een permanente indicatie heeft op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz-indicatie), hebben sinds 1 januari 2021 aanspraak op kinderopvangtoeslag. Daarin voorziet artikel 1.6, achtste en negende lid, van de Wet kinderopvang. • gezinnen waarvan één van de ouders een tijdelijke Wlz-indicatie heeft, kunnen vanaf 1 januari 2023 aanspraak maken op kinderopvangtoeslag. Daarin voorzien artikel I, onderdelen Ha en Hb, en artikel II, tweede lid, van de Verzamelwet kinderopvang 2021. • gezinnen waarvan één ouder is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel van langer dan drie maanden, kunnen vanaf 1 januari 2022 aanspraak maken op kinderopvangtoeslag gedurende de periode waarin die straf of maatregel ten uitvoer wordt gelegd. Dat regelen het tiende en elfde lid van artikel 1.6 van de Wet kinderopvang vanaf die datum.

    De arbeidseis voor de andere ouder in het gezin blijft gelden. Alleenstaande ouders met een Wlz-indicatie of een vrijheidsbenemende straf of maatregel van langer dan drie maanden hebben met de Verzamelwet kinderopvang 2021 en WVUT geen recht gekregen op...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT