Besluit van 25 november 2020 tot wijziging van diverse algemene maatregelen van bestuur van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in verband met technische en redactionele wijzigingen

Besluit van 25 november 2020 tot wijziging van diverse algemene maatregelen van bestuur van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in verband met technische en redactionele wijzigingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 oktober 2020, nr. 2020-0000130041; Gelet op artikel 89 van de Grondwet, artikel 74, zesde lid, van de Participatiewet, artikel 4:2b, vijfde lid, van de Wet arbeid en zorg, artikelen 10a, 54, twaalfde lid, 64, vijfde lid, en 73, vijfde, zesde en zevende lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, artikelen 668, zesde lid, en 673, tiende lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 27, tiende lid, van de Werkloosheidswet, artikel 45, zesde lid van de Ziektewet, artikel 29, vijfde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 90 derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, artikel 47, vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, artikelen 2:68, derde lid en 3:39, vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, artikel 14, zesde lid, van de Toeslagenwet, artikel 17b, zesde lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 38, zesde lid, van de Algemene nabestaandenwet, artikelen 7, vijfde, zesde en achtste lid, 7a, vierde lid, 14, tweede lid, 17b, zesde lid, en 18, zevende lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, artikelen 27, eerste lid, 38, eerste, derde en zevende lid, en 38a, vierde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 18pa, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, artikel 19g, derde lid, van de Wet arbeid vreemdelingen, artikel 29b, derde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, artikel 8:8, derde lid, van de Arbeidstijdenwet en 15b, derde lid, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 11 november 2020, no. W12.20.0362/III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 november 2020, nr. 2020-0000154754; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

BESLUIT TIJDELIJKE TEGEMOETKOMINGSREGELING KO.

Na artikel 8 van de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8

a Financiering en verantwoording financiering SVB.

  1. Het Rijk voorziet in de middelen tot dekking van de uitgaven verbonden aan dit besluit en de krachtens dit besluit door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te treffen regeling. 2. De SVB beheert afzonderlijk de middelen, bedoeld in het eerste lid. 3. Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stort op de rekening-courant, bedoeld in artikel 5.16, onderdeel a, van de Regeling Wfsv voorschotten op de rijksbijdrage op basis van de door de SVB geraamde kosten van: a. de tegemoetkomingen, met als valutadatum de tweeëntwintigste dag van de maand; en b. de uitvoering, met als valutadatum de vijftiende dag van de maand. 4. Onze Minister kan, na overleg met de SVB, van de in het derde lid, onderdelen a en b, bedoelde data afwijken. 5. De SVB brengt aan Onze Minister inhoudelijk en financieel verslag uit over de uitvoering van dit besluit en de krachtens dit besluit getroffen regeling overeenkomstig artikel 49, eerste en derde tot en met vijfde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en de krachtens die bepaling geldende regels. 6. Na goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening, bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, rekent Onze Minister de baten en lasten, alsmede de ontvangen voorschotten met betrekking tot het betreffende kalenderjaar af, met als valutadatum 1 juni van het hierop volgende kalenderjaar.

ARTIKEL II

BESLUIT PARTICIPATIEWET.

Het Besluit Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1, onderdeel l, vervalt, onder verlettering van de onderdelen m tot en met p tot l tot en met o. BNa artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9

a Berekening in aanmerking komende netto lasten.

  1. Voor de toepassing van artikel 10 worden de in aanmerking komende netto lasten berekend door de netto lasten op grond van de wet, de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 te verminderen met de bedragen die blijkens het verslag van bevindingen, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden, als fout of onzeker zijn aangemerkt. 2. Indien de lasten op grond van de wet, de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 groter zijn dan € 1.000.000, worden de netto lasten in afwijking van het eerste lid verminderd met de bedragen die als fout en onzeker zijn aangemerkt en meer bedragen dan € 125.000, of, als dat meer is, 1 procent van de lasten op grond van de wet, de IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004. CArtikel 10 wordt als volgt gewijzigd:1. Onder vernummering van het derde tot en met zevende lid tot vierde tot en met achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende: 3. Het tweede lid, voor zover dat betrekking heeft op de verklaring dat externe maatregelen zijn getroffen om tot verdere tekortreductie te komen, is niet van toepassing op het college van een gemeente met minder dan 5000 inwoners. 2. In het zesde lid wordt «artikel 1, onderdeel l» vervangen door «artikel 9a».

ARTIKEL III

BESLUIT SUWI.

Het Besluit SUWI wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 2.3 wordt als volgt gewijzigd:1. De aanhef van het tweede lid komt als volgt te luiden:

De afspraken, bedoeld in het eerste lid, voor zover daarover geen regels zijn gesteld bij ministeriële regeling als bedoeld in het vijfde lid, zien in ieder geval op:. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 5. Bij ministeriële regeling kunnen tijdelijk nadere regels worden gesteld over de samenwerking, bedoeld in artikel 10a van de Wet SUWI, waaronder in ieder geval over de wijze van samenwerking, gegevensuitwisseling en vergoeding van kosten. BDe artikelen 5.4 en 5.5 komen te luiden:

Artikel 5.4 Gegevensverstrekking aan de Inspectie SZW

Het UWV, de SVB en de colleges van burgemeester en wethouders zijn bevoegd uit eigen beweging en verplicht op verzoek uit de onder hun verantwoordelijkheid gevoerde administraties voor de taken, bedoeld in artikel 62, eerste lid, van de Wet SUWI kosteloos aan Onze Minister gegevens te verstrekken, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van of het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen, de Arbeidsomstandighedenwet, de Arbeidstijdenwet, de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie, de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, de Wet op de loonvorming en de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen.

Artikel 5.5 Gebruik elektronische voorzieningen voor gegevensverkeer opsporing en toezicht
  1. Voor het verstrekken van gegevens en inlichtingen als bedoeld in de artikelen 54 en 72 van de Wet SUWI, en 5.4 aan Onze Minister en de opsporingsambtenaren, bedoeld in artikel 85, tweede lid, van de Wet SUWI, maken het UWV, de SVB en de colleges van burgemeester en wethouders gebruik van de elektronische voorzieningen als bedoeld in paragraaf 5.6, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van of het toezicht op de naleving van de in artikel 5.4 genoemde wetten, respectievelijk voor de opsporing van feiten strafbaar gesteld bij de Wet SUWI of enige andere wet. 2. Het verstrekken van gegevens en inlichtingen als bedoeld in artikel 73, zevende en achtste lid, van de Wet SUWI aan het UWV, de SVB en de colleges van burgemeester en wethouders, vindt plaats met gebruik van de elektronische voorzieningen. CIn artikel 5.12, eerste lid, onderdeel c, wordt na «indicatie jaarurennorm» ingevoegd «, indicatie publiekrechtelijke aanstelling voor onbepaalde tijd». DIn artikel 5.18a, derde lid, wordt achter «artikel 65» ingevoegd «, eerste lid,».EBijlage I als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van het Besluit SUWI wordt vervangen door de bijlage behorende bij dit besluit.

ARTIKEL IV

BESLUIT UITVOERING KINDERBIJSLAG.

Hoofdstuk 2 van het Besluit uitvoering kinderbijslag vervalt.

ARTIKEL V

MAATREGELENBESLUIT SOCIALEZEKERHEIDSWETTEN.

In artikel 4, onderdeel f, van het Maatregelenbesluit Socialezekerheidswetten wordt «artikel 65, eerste zin, van de Wet WIA» vervangen door «artikel 65, eerste lid, eerste zin, van de Wet WIA».

ARTIKEL VI

DAGLOONBESLUIT WERKNEMERSVERZEKERINGEN.

Het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 1, eerste lid, onderdeel o, wordt «het dagloon, bedoeld in 3:13, tweede lid, van de Wazo» vervangen door «het dagloon, bedoeld in 3:13, tweede lid, en 4:2b, vierde lid, van de Wazo». BIn artikel 12a wordt onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel a door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «; en» een onderdeel toegevoegd, luidende: c. de werknemer, bedoeld in artikel 4:2b, eerste lid, van de Wazo. CIn artikel 12b, eerste lid, wordt «waarin het recht op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1 van de Wazo is ontstaan» vervangen door «waarin het recht op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, of artikel 4:2b van de Wazo is ontstaan». DIn artikel 12c, eerste lid, aanhef, wordt «waaruit het recht op uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wazo is ontstaan» vervangen door «waaruit het recht op uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, of artikel 4:2b van de Wazo is ontstaan». EIn artikel 12d, tweede lid, wordt «waaruit het recht op uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wazo is ontstaan» vervangen door «waaruit het recht op...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT