Besluit van 29 juni 2023 tot wijziging van het Paspoortbesluit in verband met identiteitskaarten voor gedetineerden
Besluit van 29 juni 2023 tot wijziging van het Paspoortbesluit in verband met identiteitskaarten voor gedetineerden
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 24 april 2023, nr. 2023-0000197398; Gelet op de artikelen 26, eerste lid, onderdeel e en vierde lid, 40, eerste lid, onderdeel e en vierde lid en 42, eerste en vijfde lid van de Paspoortwet; De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 7 juni 2023, nr. W04.23.0101/I/K); Gezien het nader rapport van Onze Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 juni 2023, nr. 2023-0000355889; De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Paspoortbesluit wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1.1. wordt als volgt gewijzigd:1. De onderdelen worden in alfabetische volgorde geplaatst en de lettering van de onderdelen vervalt. 2. In de alfabetische volgorde worden de volgende onderdelen ingevoegd: gedetineerde:
gedetineerde als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Penitentiaire beginselenwet;penitentiaire inrichting:
penitentiaire inrichting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet; BArtikel 3.2., eerste lid, komt te luiden:1. In de bij ministeriële regeling aangewezen gemeenten is de burgemeester tevens bevoegd aanvragen in ontvangst te nemen: a. voor de in artikel 2, eerste lid, onderdelen a, d, e of g, van de wet bedoelde reisdocumenten of artikel 2, tweede lid, van de wet bedoelde identiteitskaarten voor zover het personen betreft die niet in de basisregistratie personen als ingezetene zijn ingeschreven; b. voor de in artikel 2, tweede lid, van de wet bedoelde identiteitskaarten voor zover het gedetineerden betreft die verblijven in een penitentiaire inrichting in die aangewezen gemeente. CArtikel 4.2., eerste lid, komt te luiden:1. In de bij ministeriële regeling aangewezen gemeenten is de burgemeester tevens bevoegd tot verstrekking: a. van de in artikel 2, eerste lid, onderdelen a, d, e of g, van de wet bedoelde reisdocumenten of de in artikel 2, tweede lid, van de wet bedoelde identiteitskaarten voor zover het personen betreft die niet in de basisregistratie personen als ingezetene zijn ingeschreven; b. van de in artikel 2, tweede lid, van de wet bedoelde identiteitskaarten voor zover het gedetineerden betreft die verblijven in een penitentiaire inrichting in die aangewezen gemeente.
In artikel 10.1., onder b, wordt na «28, vierde lid,» ingevoegd «42, vijfde lid,».
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2023. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 september 2023, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 september 2023.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 29 juni 2023Willem-AlexanderDe Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen
Uitgegeven de zeventiende augustus 2023 De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
NOTA VAN TOELICHTING
Algemeen deel
-
Inleiding
Jaarlijks verlaten ongeveer 5.000 gedetineerden een penitentiaire inrichting (PI) in Nederland zonder een geldig identiteitsdocument. Dit belemmert hun re-integratie. Het is voor hun terugkeer in de samenleving noodzakelijk dat zij tijdig voor het verlaten van de PI over een geldig identiteitsdocument beschikken. Het identiteitsbewijs is één van de vijf basisvoorwaarden voor een succesvolle re-integratie. Daarmee kunnen zij een stap maken naar werk en inkomen, huisvesting, schuldenaanpak en zorgverzekering.1
Doel van deze wijziging van het Paspoortbesluit is om gedetineerden tijdens hun detentie een mogelijkheid te bieden voor het kunnen aanvragen en verkrijgen van een Nederlandse identiteitskaart2 (identiteitskaart), en wel in de gemeente waar betrokkene in de PI verblijft (hierna: PI-gemeente). De wijziging vloeit voort uit de implementatie van de kabinetsvisie «Recht doen, kansen bieden. Naar effectievere gevangenisstraffen».3
Op dit moment geldt dat gedetineerden een identiteitskaart kunnen aanvragen in de gemeente waar zij in de basisregistratie personen (BRP) zijn ingeschreven.4 Staande praktijk is dat gedetineerden ingeschreven blijven (met een briefadres) in de gemeente van hun laatste woonplaats. Dit omdat de gemeente waar een gedetineerde staat ingeschreven (de zgn. bijhoudingsgemeente) verantwoordelijk is voor diens resocialisatie en vanwege het behoud van de binding van de gedetineerde met zijn/haar sociale omgeving in die gemeente. Omdat het aanvragen van de identiteitskaart in de bijhoudingsgemeente echter voor het gros van de gedetineerden niet goed mogelijk is (zoals hierna wordt uiteengezet), wordt aan hen met deze wijziging van het Paspoortbesluit een extra mogelijkheid geboden om een identiteitskaart te verkrijgen in de gemeente waar zij in de PI verblijven, uiteraard mits aan de wettelijke voorwaarden voor het verkrijgen van een identiteitskaart is voldaan.5
-
Hoofdlijnen van het voorstel
2.1 Probleemanalyse
2.1.1 Identiteitsbewijs als voorwaarde voor succesvolle re-integratie
Bij de uitvoering van de kabinetsvisie «Recht doen, kansen bieden. Naar effectievere gevangenisstraffen» wordt gewerkt langs het zogenoemde «veilige terugkeer-spoor»: de detentie moet bijdragen aan een veilige terugkeer van ex-gedetineerden in de Nederlandse samenleving.6 Eén van de maatregelen in dat kader is het versterken van de samenwerking tussen de PI, de reclassering en de gemeenten.
In het kader van deze samenwerking is op 1 juli 2019 het bestuurlijk akkoord «Kansen bieden voor re-integratie»7 gesloten tussen de Minister voor Rechtsbescherming, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en drie reclasseringsorganisaties8 (hierna: bestuurlijk akkoord). De kernboodschap van het akkoord is dat al tijdens detentie de vijf basisvoorwaarden voor re-integratie door betrokkene op orde moeten worden gebracht, te weten: werk en inkomen, huisvesting, schuldenaanpak, een geldig identiteitsbewijs en een zorgverzekering.
Ongeveer 5.000 gedetineerden per jaar (15% van de zgn. «re-integratiekandidaten»)9 keren terug in de samenleving zonder dat zij over een geldig identiteitsbewijs beschikken. Een geldig identiteitsbewijs is noodzakelijk voor onder andere indiensttreding bij een werkgever, de aanvraag van een uitkering, het ontvangen van zorg, de schuldenaanpak en bij de ondertekening van een huurcontract. Het niet kunnen beschikken over een identiteitsbewijs belemmert dus aantoonbaar de effectieve re-integratie van betrokkene in de samenleving. Een gedetineerde kan weliswaar na beëindiging van de detentie een identiteitsbewijs aanvragen, maar een effectieve re-integratie vraagt juist dat gedetineerden al tijdens hun detentie over een geldig identiteitsbewijs kunnen beschikken om bovengenoemde basisvoorwaarden voor de re-integratie te regelen.
Gedetineerden hebben recht op een identiteitskaart indien voldaan is aan de voorwaarden die de Paspoortwet stelt.10 Het is voor hen echter moeilijk om die in/vanuit de PI aan te vragen en te verkrijgen. De huidige mogelijkheden blijken te beperkt in de praktijk: na vrijlating een aanvraag doen is onwenselijk, omdat het re-integratieproces dan te laat start, en de optie om tijdens het zgn. re-integratieverlof11 een aanvraag en uitreiking bij de bijhoudingsgemeente te doen is praktisch ingewikkeld voor de PI (beperkte capaciteit voor het regelen en/of het veiligheidsrisico) en voor de gedetineerden (het reizen). Dit geldt uiteraard in het bijzonder voor de doelgroep gedetineerden die niet in de PI-gemeente in de BRP staan ingeschreven en die naar die bijhoudingsgemeente zouden moeten afreizen. In de praktijk blijkt dat dit om logistieke of veiligheidsredenen niet uitvoerbaar is. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en het ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V) zien het daarom als een gezamenlijke verantwoordelijkheid om voor dit probleem een oplossing te bieden met een extra faciliteit, welke een wijziging van het Paspoortbesluit vergt.
De Nederlandse identiteitskaart geldt als document waarmee in bij de wet aangewezen gevallen de identiteit van personen kan worden vastgesteld.12 Voor het doel dat wordt nagestreefd – het bevorderen van re-integratie van betrokkene in de samenleving door het verkrijgen van werk en inkomen, huisvesting, schuldenaanpak en een zorgverzekering – is identificatie van betrokkene essentieel. Een identiteitskaart is voor dit doel toereikend en wordt daarom met deze wijziging gefaciliteerd voor gedetineerden die niet in de PI-gemeente in de BRP staan ingeschreven. Om die reden (identificatie met het oog op resocialisatie) wordt het verkrijgen van een paspoort niet gefaciliteerd.13 Gedetineerden die een paspoort wensen, behouden uiteraard de mogelijkheid om een paspoort aan te vragen bij de gemeente waar zij in de BRP staan ingeschreven.14
2.1.2 Aanvraag en uitreiking identiteitskaart: verschijnen in persoon en opnemen vingerafdrukken
De aanvrager, die in de BRP als ingezetene van een gemeente (de bijhoudingsgemeente) is ingeschreven, moet de aanvraag voor een identiteitskaart indienen bij (de burgemeester van) deze gemeente.15 Gebruikelijk is dat gedetineerden met een briefadres als ingezetene ingeschreven blijven in de gemeente van hun laatste woonplaats. Dit zoals reeds vermeld omdat...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT