Besluit van 3 juni 2023, houdende regels inzake de gegevensverwerking in het kader van de Wet goed verhuurderschap

Besluit van 3 juni 2023, houdende regels inzake de gegevensverwerking in het kader van de Wet goed verhuurderschap

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 20 maart 2023, nr. 2023-0000130290, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving; Gelet op artikel 4, derde lid, en artikel 20, achtste lid, van de Wet goed verhuurderschap;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 mei 2023, nr. W04.23.00066/I);Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 30 mei 2023, nr. 2023-0000274031, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN Artículo 1
Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:– meldpunt:

meldpunt als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet;– wet:

Wet goed verhuurderschap.

HOOFDSTUK 2 GEGEVENSVERWERKING BIJ HET MELDPUNT Artículo 2
Artikel 2
  1. De persoonsgegevens, bedoeld in artikel 4, derde lid, van de wet, die het meldpunt verwerkt in het kader van een melding, worden verwijderd: a. op het moment dat is vastgesteld dat de melding ongegrond of onjuist is; b. direct nadat de melder door het meldpunt is doorverwezen naar een andere instantie, tenzij deze persoonsgegevens worden verwerkt ten behoeve van dossieropbouw; c. op het moment dat naar aanleiding van de melding besloten wordt niet over te gaan tot bestuurlijke handhaving, tenzij deze persoonsgegevens worden verwerkt ten behoeve van dossieropbouw; d. op het moment dat het besluit tot bestuurlijke handhaving ten gevolge van de melding onherroepelijk wordt. 2. Indien de melding en de persoonsgegevens verwerkt worden ten behoeve van de dossieropbouw, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b of c, worden deze gegevens vier jaar na het tijdstip waarop de melding is gedaan verwijderd.

HOOFDSTUK 3 OPENBAARMAKING VAN PERSOONSGEGEVENS Artículos 3 a 5
Artikel 3

Bij een openbaarmaking als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de wet, worden de volgende gegevens vermeld: a. het feit waarvoor: 1° de bestuurlijke boete is opgelegd; of, 2° het besluit, bedoeld in artikel 12, eerste of tweede lid, van de wet, is genomen; b. de naam en woonplaats van de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd of het besluit, bedoeld in onderdeel a, gericht is, met dien verstande dat indien het een natuurlijke persoon betreft de naam van die persoon niet openbaar gemaakt wordt indien burgemeester en wethouders toepassing hebben gegeven aan artikel 20, eerste lid, onderdeel a, van de wet; c. of tegen het besluit tot oplegging van een bestuurlijke boete of het besluit, bedoeld in artikel 12, eerste of tweede lid, van de wet, een rechtsmiddel is ingesteld dan wel of daartoe de mogelijkheid bestaat; d. of degene aan wie de bestuurlijke boete is opgelegd of het besluit, bedoeld in artikel 12, eerste of tweede lid, van de wet, gericht is, schriftelijk bedenkingen heeft geuit tegen het openbaar maken, alsmede een korte samenvatting van die bedenkingen.

Artikel 4

De openbaarmaking vindt in ieder geval plaats op een website van de gemeente.

Artikel 5
  1. Indien tegen het besluit tot oplegging van een bestuurlijke boete of het besluit, bedoeld in artikel 12, eerste of tweede lid, van de wet, een rechtsmiddel is ingesteld en het besluit wordt vernietigd, wordt de openbaarmaking voorts verwijderd op het tijdstip waarop die vernietiging onherroepelijk is geworden. 2. In afwijking van het eerste lid, wordt de openbaarmaking niet verwijderd indien de vernietiging slechts betrekking heeft op de hoogte van de opgelegde bestuurlijke boete.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN Artículos 6 a 7
Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit goed verhuurderschap

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 3 juni 2023Willem-AlexanderDe Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Uitgegeven de twaalfde juni 2023 De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

  1. Algemeen

  1. Inleiding

    Op grond van artikel 4 van de Wet goed verhuurderschap zijn gemeenten verplicht een meldpunt in te richten waar anoniem en kosteloos meldingen kunnen worden gedaan van ongewenst verhuurgedrag. Daarnaast maken gemeenten op grond van artikel 20 van de Wet goed verhuurderschap gegevens openbaar van verhuurders of verhuurbemiddelaars aan wie een bestuurlijke boete of een beheerovername is opgelegd. Dit besluit stelt enerzijds nadere regels over de verwerking van persoonsgegevens bij het meldpunt. Anderzijds worden in dit besluit nadere regels gesteld over de openbaarmaking van gegevens.

  2. Aanleiding

    Om misstanden bij verhuur van woon- en verblijfsruimten tegen te gaan, introduceert de Wet goed verhuurderschap een landelijke basisnorm voor goed verhuurderschap in de vorm van algemene regels die meetbaar, handhaafbaar en afdwingbaar zijn. Deze norm ziet op het gedrag dat van goede verhuurders en verhuurbemiddelaars verwacht mag worden in relatie tot woningzoekenden en huurders. De algemene regels zien op het voorkomen en tegengaan van discriminatie en intimidatie, het schriftelijkheidsvereiste, een informatieverstrekkingsplicht en een verbod op het rekenen van dubbele bemiddelingskosten door verhuurbemiddelaars. In aanvulling hierop kunnen gemeenten in bepaalde gevallen een verhuurvergunning instellen, waarmee zij extra eisen kunnen stellen aan verhuurders en waarmee het mogelijk wordt om malafide verhuurders harder aan te pakken.

    Op grond van artikel 4 van de Wet goed verhuurderschap dienen gemeenten een meldpunt in te stellen waar woningzoekenden en huurders terecht kunnen met hun meldingen over ongewenst verhuurgedrag. Artikel 4, derde lid, van de Wet goed verhuurderschap schrijft voor dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld omtrent de verwerking van de persoonsgegevens bij het meldpunt. Deze nadere regels hebben in ieder geval betrekking op de vastlegging, de bewaartermijn en de vernietiging van de persoonsgegevens.

    Daarnaast maakt het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 20 van de Wet goed verhuurderschap de namen van verhuurders of verhuurbemiddelaars openbaar die ondanks eventuele bestuursrechtelijke handhavingsmaatregelen hun gedrag niet wensen aan te passen naar de norm voor goed verhuurderschap en aan wie als gevolg daarvan een bestuurlijke boete of een beheerovername is opgelegd. Artikel 20, achtste lid, van de Wet goed verhuurderschap schrijft voor dat bij algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld met betrekking tot de openbaar te maken gegevens, waaronder de mogelijke reactie van een belanghebbende in verband met de openbaarmaking van zijn gegevens, de termijn waarop deze gegevens beschikbaar worden gesteld en de wijze waarop de openbaarmaking plaatsvindt.

    Dit besluit ziet op de uitwerking van de in artikel 4, derde lid, en artikel 20, achtste lid, van de Wet goed verhuurderschap bedoelde nadere regels.

  3. Gegevensverwerking bij het meldpunt

    3.1 Doel en opzet van het meldpunt

    Om de handhaving van de Wet goed verhuurderschap voor gemeenten te vergemakkelijken en woningzoekenden en huurders de mogelijkheid te geven om misstanden te melden, zijn gemeenten op grond van artikel 4 van deze wet verplicht om een meldpunt in te richten waar huurders (inclusief arbeidsmigranten), maar ook woningzoekenden en anderen terecht kunnen met signalen en klachten over ongewenst gedrag van verhuurders of verhuurbemiddelaars. Dit meldpunt kan belegd worden bij een al bestaand meld- of informatiepunt van de gemeente. Voorts kan dit meldpunt, indien gewenst, door een aantal gemeenten gezamenlijk worden ingericht. Het meldpunt moet in ieder geval zodanig worden ingericht dat het laagdrempelig benaderbaar is en dat misstanden kosteloos en anoniem1 gemeld kunnen worden (uit onderzoek2 blijkt dat dit de drempel om te melden kan verlagen). Naast het verzamelen van meldingen die relevant zijn voor de handhaving moet het meldpunt melders ook doorverwijzen naar instanties die hen in voorkomende gevallen kunnen helpen, zoals de Huurcommissie, indien de melding betrekking heeft op zaken waarvoor de Huurcommissie bevoegd is. Ook kunnen melders bijvoorbeeld doorverwezen worden naar een gemeentelijke anti-discriminatievoorziening of een huurteam. Er kunnen afspraken gemaakt worden tussen het meldpunt en de instantie waarnaar is doorverwezen. Deze afspraken kunnen onder meer zien op het verstrekken van gegevens aan de betreffende instantie. Dit soort gegevensverstrekkingen aan derden moet in lijn zijn met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).3 Tevens dient het meldpunt voor de gegevensverstrekking toestemming te vragen aan de melder. In de praktijk zal het er doorgaans zo uitzien dat een melding binnenkomt via een meldingssysteem. De melding zal vervolgens worden beoordeeld en afhankelijk van de uitkomst daarvan óf administratief worden afgedaan óf worden doorverwezen naar de juiste instantie óf intern verder worden doorgeleid ten behoeve van de handhaving. Alvorens een besluit tot handhaving wordt genomen, dient er deugdelijk onderzoek gedaan te worden, waarbij ook de verhuurder of verhuurbemiddelaar in de gelegenheid wordt gesteld om gehoord te worden (hoor- en wederhoor). Een meldpunt zorgt daarom niet alleen voor ontvangst en (waar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT