Besluit van 3 oktober 2017 tot aanpassing van het Besluit Participatiewet in verband met wijzigingen van het verdeelmodel

Besluit van 3 oktober 2017 tot aanpassing van het Besluit Participatiewet in verband met wijzigingen van het verdeelmodel

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 juli 2017, nr. 2017-0000116357; Gelet op artikel 69, derde lid, van de Participatiewet;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 september 2017, no.W12.17.0230/III); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 september 2017, nr. 2017-0000155093; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 1, onderdeel m, wordt na «dak- en thuislozen» ingevoegd «en instellingsbewoners» en wordt na «dak-, thuis- en adreslozen» ingevoegd: en elders verzorgden. BArtikel 3 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid, aanhef en onderdeel d, en in de aanhef van het vierde lid wordt «BDT» telkens vervangen door: BDTI. 2. In het eerste lid, onderdeel d, vierde lid, aanhef en onderdeel b, zesde en achtste lid wordt na «dak- en thuislozen» ingevoegd: en instellingsbewoners. 3. In het eerste lid, onderdeel e, derde lid, onderdeel d, en vijfde lid, wordt «in de periode januari tot en met juli 2016» vervangen door: in de periode januari tot en met juli van het jaar voorafgaand aan het uitkeringsjaar. CArtikel 6, derde lid, komt te luiden:3. Jaarlijks worden bij ministeriële regeling voor alle indicatoren zoals opgenomen in tabel 1 en de typen normbedragen zoals opgenomen in tabel 2 van de bijlage bij dit besluit de gewichten en de peildata respectievelijk de bedragen vastgesteld. DArtikel 10 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste en tweede lid, vervalt: in het uitkeringsjaar. 2. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel d, door «; en», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: e. de verklaring van het college een toelichting omvat zoals gevraagd in het modelaanvraagformulier. 3. Het zesde lid komt te luiden:

6. Indien Onze Minister een aanwijzing als bedoeld in artikel 76 van de wet geeft wordt een verzoek tot een vangnetuitkering afgewezen over het kalenderjaar waarin de aanwijzing is gegeven en over het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de aanwijzing is gegeven. EArtikel 10a wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na «in afwijking van artikel 10, eerste lid, onderdelen c en d,» ingevoegd «en artikel 10, tweede lid,» en wordt na «met meer dan vijf procent overstijgen» ingevoegd: of de in aanmerking te nemen netto lasten meer bedragen dan het aantal inwoners van de gemeente vermenigvuldigd met € 30. 2. Het tweede lid komt te luiden: 2. In afwijking van artikel 10, derde lid, blijft artikel 10, tweede, derde en vierde lid, zoals deze leden luidden op 31 december 2016, van toepassing op de vaststelling van de hoogte van de vangnetuitkering over het jaar 2015, en blijft artikel 10, tweede, derde en vierde lid, zoals deze leden luidden op 31 december 2016, van toepassing op de vaststelling van de hoogte van de vangnetuitkering over het jaar 2016.

ARTIKEL II

De bijlage behorende bij artikel 6 van het Besluit Participatiewet wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018, met uitzondering van artikel I, onderdeel E, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2018 en terugwerkt tot en met 1 januari 2017.

Lasten en bevelen dat dit besluit met bijlage en de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnootWassenaar, 3 oktober 2017Willem-AlexanderDe Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Uitgegeven de negende oktober 2017 De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

Bijlage behorende bij artikel 6 van het Besluit Participatiewet

Deze bijlage bevat een nadere toelichting bij de verdeelsystematiek zoals deze is beschreven in artikel 3 van het Besluit. Daarnaast bevat deze bijlage een toelichting op het verdeelmodel zoals genoemd in artikel 6 van het Besluit.

Algemene beschrijving verdelingssystematiek

De wijze waarop de uitkering voor gemeenten wordt vastgesteld is afhankelijk van het aantal inwoners. Er zijn drie categorieën te onderscheiden. Gemeenten met 15.000 inwoners of minder, gemeenten met meer dan 40.000 inwoners en de gemeenten met 15.000 tot 40.000 inwoners.

Gemeenten met 15.000 inwoners of minder

Voor gemeenten met 15.000 inwoners of minder (kleine gemeenten) wordt de uitkering volledig historisch bepaald op basis van de gerealiseerde gemeentelijke lasten, waarbij rekening wordt gehouden met de groei of krimp van het aantal huishoudens in de tussenliggende periode. Concreet betekent dit voor deze kleine gemeenten dat het aandeel van de gemeentelijke uitgaven in de totale landelijke uitgaven wordt bepaald in jaar t-2. Hierbij worden voor iedere afzonderlijke gemeente de gemeentelijke uitgaven gecorrigeerd voor de groei en krimp van huishoudens tussen 1 januari t-2 en 1 januari t-1. Het resulterende uitgavenaandeel in jaar t-2 bepaalt het budgetaandeel voor jaar t. Voor de bepaling van de uitkering wordt dit budgetaandeel ten slotte vermenigvuldigd met het voor jaar t beschikbare macrobudget.

Gemeenten met meer dan 40.000 inwoners

Voor de vaststelling van de uitkering voor gemeenten met meer dan 40.000 inwoners (grote gemeenten) wordt gebruik gemaakt van objectief vastgestelde gemeentelijke uitkeringslasten. Deze worden op grond van artikel 6 van het besluit bepaald aan de hand van een objectief verdeelmodel. Een toelichting op dit objectief verdeelmodel is opgenomen in het vervolg van deze bijlage. Voor de uitkering aan dak- en thuislozen en instellingsbewoners ontvangen deze gemeenten een aparte extra uitkering. Een nadere toelichting hierop is ook opgenomen in deze bijlage.

Gemeenten met 15.000 tot 40.000 inwoners

Voor de vaststelling van de uitkering voor gemeenten tussen de 15.000 en 40.000 inwoners (middelgrote gemeenten) wordt deels gebruik gemaakt van de objectief vastgestelde gemeentelijke uitkeringslasten (plus de uitkering voor dak- en thuislozen en instellingsbewoners) en wordt deels gebruik gemaakt van de gerealiseerde gemeentelijke lasten (gecorrigeerd voor groei of krimp van huishoudens). Voor deze groep gemeenten bestaat de uitkering dus uit een objectief en een historisch bepaald deel. Welk deel objectief en welk deel historisch wordt bepaald hangt af van het aantal inwoners. Bij een stijgend aantal inwoners loopt het aandeel dat objectief wordt bepaald lineair op van 0% bij 15.000 inwoners tot 100% bij 40.000 inwoners. Voor deze gemeenten wordt allereerst berekend wat het budgetaandeel zou zijn als dit volledig historisch zou zijn bepaald. Net als bij kleine gemeenten wordt hierbij rekening gehouden met de groei of krimp van het aantal huishoudens in de afzonderlijke gemeenten. Dit budgetaandeel wordt vermenigvuldigd met het beschikbare macrobudget net als bij kleine gemeenten. Het resultaat hiervan wordt ten slotte vermenigvuldigd met het percentage dat de gemeente historisch wordt verdeeld. De uitkomst hiervan is het historisch verdeelde deel van de uitkering.

Objectief vastgestelde (deel van de) uitkering voor gemeenten met meer dan 15.000 inwoners

Het resterende deel van de uitkering voor middelgrote gemeenten wordt net als voor grote gemeenten objectief bepaald (inclusief een uitkering voor dak- en thuislozen en instellingsbewoners). De objectief vastgestelde gemeentelijke uitkeringslasten worden bepaald op basis van de uitkomsten van het objectieve verdeelmodel. Het verdeelmodel berekent een objectieve grondslag die vervolgens gebruikt wordt om een budgetaandeel te berekenen in het objectief te verdelen deel van het macrobudget. De formule hiervoor is terug te vinden in artikel 3 van het Besluit. In woorden betekent de formule het volgende. Het budgetaandeel wordt berekend door eerst het product te berekenen van 1) het deel van het budget dat objectief wordt verdeeld (100% voor grote gemeenten) en 2) de objectieve grondslag zoals bepaald door het verdeelmodel. Dit product wordt vervolgens gedeeld door de som van dit product voor alle gemeenten. De uitkomst hiervan (een aandeel) wordt vermenigvuldigd met het objectief te verdelen deel van het beschikbare macrobudget. Het resultaat is het objectief vastgestelde deel van de gemeentelijke uitkering.

Het objectief te verdelen deel van het beschikbare macrobudget wordt bepaald door op het totaal beschikbare macrobudget alle historisch verdeelde (delen van de) uitkeringen en de uitkeringen voor dak- en thuislozen en instellingsbewoners in mindering te brengen. Deze systematiek garandeert dat de historisch verdeelde uitkeringen en de uitkeringen ten behoeve van dak- en thuislozen en instellingsbewoners onafhankelijk van de objectieve verdeling worden vastgesteld.

De totale (voorlopige) uitkering en de bekendmaking daarvan

Voor alle gemeenten worden ten slotte het objectief berekende deel van de uitkering, het historisch berekende deel van de uitkering en de uitkering ten behoeve van dak- en thuislozen en instellingsbewoners bij elkaar opgeteld. Alle gemeenten ontvangen daarnaast een uitkering ten behoeve van vergunninghouders die in de periode januari tot en met juli van het jaar voorafgaand aan het uitkeringsjaar gehuisvest zijn. Een toelichting hierop is opgenomen in deze bijlage.

Alle uitkeringsdelen bij elkaar opgeteld vormen het voorlopig budget van gemeenten. Dit budget wordt uiterlijk drie maanden voor het begin van het uitvoeringsjaar bekend gemaakt aan gemeenten. Op basis van het voorlopig budget wordt voor elke gemeente het aandeel berekend in het totaal beschikbare voorlopige macrobudget. Dit budgetaandeel wordt per beschikking aan gemeenten bekend gemaakt en wijzigt daarna in principe niet meer. Slechts indien onverhoopt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT