Besluit van 30 juni 2016 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, het Besluit markttoegang financiële ondernemingen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PbEU 2014, L 60)

Besluit van 30 juni 2016 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, het Besluit markttoegang financiële ondernemingen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PbEU 2014, L 60)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 18 april 2016, 2016-0000033688, directie Financiële Markten; Gelet op richtlijn nr. 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PbEU 2014, L 60) en de artikelen 1:80, tweede lid, 1:81, eerste en tweede lid, 2:124b, tweede lid, 4:9, tweede lid, 4:15, tweede lid, aanhef en onderdeel b, 4:20, eerste lid en derde lid, aanhef en onderdeel b, 4:22, eerste lid, 4:25, eerste lid, 4:33, derde lid, 4:74b, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 mei 2016, nr. W06.16.0098/III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 24 juni 2016, 2016-0000088587, directie Financiële Markten; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt: 1. De definitie van «hypothecair krediet» vervalt. 2. De definitie van «jaarlijks kostenpercentage» komt te luiden: jaarlijks kostenpercentage:

totale kosten van een krediet voor de consument, bij een consumptief krediet uitgedrukt in een percentage op jaarbasis van het totale kredietbedrag, berekend volgens de basisvergelijking en aanvullende hypothesen, opgenomen in bijlage A, of de bij de uitvoering van een overeenkomst inzake hypothecair krediet aan de consument in rekening te brengen totale kosten van het hypothecair krediet, uitgedrukt in een percentage op jaarbasis, berekend volgens de basisvergelijking en aanvullende hypothese, opgenomen in bijlage B;. 3. De definitie van «totale kosten van het krediet voor de consument» komt te luiden: totale kosten van het krediet voor de consument:

alle kosten inzake een krediet, met uitzondering van notariskosten, die de consument in verband met een krediet moet betalen en die de aanbieder bekend zijn, vergoedingen van welke aard ook en kosten in verband met nevendiensten met betrekking tot het krediet, indien het sluiten van een overeenkomst met betrekking tot die diensten verplicht is om het krediet op de geadverteerde voorwaarden te verkrijgen, en indien het hypothecair krediet betreft met inbegrip van de kosten voor de waardebepaling van het onroerend goed, indien die waardebepaling verplicht is om het krediet te verkrijgen en met uitzondering van de kosten voor de registratie van de eigendomsoverdracht van het onroerend goed;. B Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt: 1. Aan het slot van onderdeel b vervalt «en». 2. Aan het slot van onderdeel c wordt de punt vervangen door: ;. 3. Er worden twee onderdelen toegevoegd, luidende: d. bij financiële dienstverlening met betrekking tot hypothecair krediet, de feitelijk leidinggevenden van de personen, bedoeld in artikel 4:9, tweede lid, van de wet, voldoen aan de in bijlage III van de richtlijn hypothecair krediet opgenomen eisen; en e. bij het aanbieden van of bemiddelen in hypothecair krediet door financiële dienstverleners met zetel in een andere lidstaat die door middel van het verrichten van diensten in Nederland hun bedrijf aanbieden, de personen, bedoeld in artikel 4:9, tweede lid, van de wet, en hun feitelijk leidinggevenden, voldoen aan de in onderdeel I, subonderdeel b), c), e) en f) van bijlage III van de richtlijn hypothecair krediet opgenomen eisen. C Artikel 33 komt te luiden:

Artikel 33

Een aanbieder van krediet als bedoeld in artikel 4:15, eerste of derde lid, van de wet bewaart: a. de informatie die hij ingevolge de artikelen 4:34, eerste lid, van de wet en 113, 114 en 115 heeft ingewonnen, alsmede de door hem aangeboden overeenkomst inzake krediet, indien die overeenkomst tot stand is gekomen, ten minste gedurende vijf jaren na de dag waarop die overeenkomst is afgewikkeld; b. indien het een overeenkomst inzake hypothecair krediet met een variabele rente betreft, de indexen die bij de berekening van de debetrentevoet worden gebruikt ten minste gedurende vijf jaren na de dag waarop de index voor de laatste maal is gebruikt. D Artikel 51b komt te luiden:

Artikel 51

b.

Een aanbieder van hypothecair krediet heeft op zijn website of op papier of een andere duurzame drager ten minste de volgende algemene informatie beschikbaar met betrekking tot het op dat moment aangeboden hypothecair krediet: a. zijn naam en adres en, indien de aanbieder een rechtspersoon is, de statutaire naam en handelsnaam of handelsnamen; b. de doeleinden waarvoor het krediet gebruikt mag worden; c. de vormen van zekerheid alsmede, indien van toepassing, de vermelding dat de zekerheid zich ook in een andere lidstaat mag bevinden; d. de mogelijke duur van de overeenkomsten inzake hypothecair krediet; e. de actuele vaste debetrentevoet bij de mogelijke rentevastperiodes en, indien van toepassing, de variabele debetrentevoet, met een beschrijving van de kenmerken van een vaste debetrentevoet en variabele debetrentevoet en de gevolgen daarvan voor consumenten; f. indien leningen in vreemde valuta beschikbaar zijn, de vermelding van de vreemde valuta, met een toelichting van de gevolgen voor de consument; g. een representatief voorbeeld van het totale kredietbedrag, de totale kosten van het krediet voor de consument, het totale door de consument te betalen bedrag en het jaarlijks kostenpercentage; h. een indicatie van de mogelijke bijkomende kosten die ter zake van een hypothecair krediet vereist zijn, die geen onderdeel zijn van de totale kosten van een krediet voor de consument; i. de verschillende mogelijkheden voor het aflossen van het krediet, met inbegrip van het aantal, de periodiciteit en het bedrag van de termijnen; j. indien van toepassing, een toelichting dat de naleving van de kredietovereenkomst niet hoeft te betekenen dat het totale krediet aan het einde van de looptijd is afgelost; k. een beschrijving van de voorwaarden met betrekking tot vervroegde aflossing; l. of een waardebepaling van het onroerend goed vereist is om het hypothecair krediet te verkrijgen, of de consument deze waardebepaling moet laten uitvoeren en of daaraan kosten zijn verbonden voor de consument; m. een indicatie van de nevendiensten bedoeld in artikel 4:18, derde lid, van de wet die de consument dient af te nemen teneinde het krediet, onder de geadverteerde voorwaarden te verkrijgen, en indien van toepassing, een vermelding dat de nevendiensten kunnen worden afgenomen bij een andere financiëledienstverlener; n. een waarschuwing betreffende de gevolgen van niet-naleving van de aan de kredietovereenkomst verbonden verplichtingen. E Artikel 53, eerste lid, komt te luiden: 1. Indien een financiële onderneming in een reclame-uiting over krediet melding maakt van een debetrentevoet of andere gegevens betreffende de kosten van een krediet, verstrekt zij daarbij tevens informatie over: a. de vaste of variabele debetrentevoet en de andere kosten die deel uitmaken van de totale kosten van het krediet voor de consument; b. het totale kredietbedrag; c. het jaarlijks kostenpercentage; d. de identiteit en het adres van de aanbieder van krediet of van de bemiddelaar inzake krediet; en, indien van toepassing, e. de duur van de kredietovereenkomst; f. in geval van goederenkrediet, de contante waarde en contante betalingen, genoemd in de definitie van kredietsom in artikel 1; g. het totale door de consument te betalen bedrag; h. het aantal termijnen en de termijnbedragen; i. in geval van hypothecair krediet, dat de kredietovereenkomst gewaarborgd wordt door een hypotheek of vergelijkbare zekerheid, danwel een recht op voor bewoning bestemde onroerende zaken en in voorkomend geval een waarschuwing dat schommelingen van de wisselkoers van invloed kunnen zijn op het door de consument te betalen bedrag. F In artikel 54 wordt «en de wijze van berekening van de kosten van verzekeringen en zekerheidsrechten als bedoeld in artikel 53, eerste lid, onderdeel e en tweede lid, onderdeel b, onder 3°» vervangen door: en de wijze van berekening van kosten en het bepalen van een representatief krediet als bedoeld in artikel 53. G Aan artikel 57 wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Een bemiddelaar in hypothecair krediet verstrekt de consument in aanvulling op de informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, gegevens aan de hand waarvan deze inschrijving kan worden gecontroleerd. H Na artikel 59aa wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 59

ab.

  1. Voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake hypothecair krediet verzoekt de aanbieder van hypothecair krediet de consument om de informatie en bewijsstukken te verstrekken die noodzakelijk zijn om de kredietwaardigheid van de consument te kunnen beoordelen. 2. Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, vermeldt welke informatie en bewijsstukken verstrekt dienen te worden en binnen welke termijn aan dit verzoek dient te worden voldaan. 3. De aanbieder waarschuwt de consument dat het krediet niet kan worden verleend als de consument onvoldoende informatie verstrekt ten behoeve van de beoordeling van de kredietwaardigheid. I Na artikel 63 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 63

a.

Een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT