Besluit van 30 november 2022, houdende wijziging van het Besluit prijsaanduiding producten in verband met de implementatie van artikel 2 van Richtlijn (EU) 2019/2161

Besluit van 30 november 2022, houdende wijziging van het Besluit prijsaanduiding producten in verband met de implementatie van artikel 2 van Richtlijn (EU) 2019/2161

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 12 mei 2022, nr. WJZ/22191688; Gelet op Richtlijn (EU) 2019/2161 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en Richtlijnen 98/6/EG, 2005/29/EG en 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de Unie (PBEU 2019, L 328) en artikel 2b, tweede lid, van de Prijzenwet; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 augustus 2022 nr. W18.22.00059/IV); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 28 november 2022, nr. WJZ/ 22404952; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Na artikel 5 van het Besluit prijsaanduiding producten wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5

a.

  1. Bij aankondigingen van prijsverminderingen geeft de verkoper de laagste verkoopprijs aan die door hem is toegepast gedurende een periode die niet korter is dan dertig dagen voor de toepassing van de prijsvermindering. 2. In afwijking van het eerste lid mag de verkoper voor producten van bij ministeriële regeling aangewezen categorieën die snel bederven of een beperkte houdbaarheid hebben, de verkoopprijs aangeven die direct voorafgaand aan de prijsvermindering is toegepast. 3. Ingeval een prijsvermindering progressief wordt verhoogd, mag de verkoper, in afwijking van het eerste lid, gedurende een periode tot drie kalendermaanden na aanvang van de eerste prijsvermindering de laagste verkoopprijs aangeven die door hem is toegepast gedurende een periode die niet korter is dan dertig dagen voorafgaand aan de toepassing van de eerste prijsvermindering. 4. Indien een product minder dan dertig dagen op de markt is, mag de verkoper, in afwijking van het eerste lid, de laagste verkoopprijs aangeven in een door hem te vermelden periode.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 30 november 2022Willem-AlexanderDe Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Uitgegeven de vijfde december 2022 De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

  1. Algemeen

    1.1 Inleiding

    Dit besluit strekt tot implementatie van artikel 2 van Richtlijn (EU) 2019/2161 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en Richtlijnen 98/6/EG, 2005/29/EG en 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de Unie (PbEU 2019, L 328, hierna: de Richtlijn modernisering consumentenbescherming, of: de Richtlijn). Artikel 2 wijzigt Richtlijn 98/6/EG1 (hierna: Richtlijn prijsaanduiding producten). Dit besluit voorziet in regels voor het bekendmaken van prijsverminderingen en uitzonderingen op die regels.

    Het overige deel van de Richtlijn modernisering consumentenbescherming is opgenomen in de Implementatiewet richtlijn modernisering consumentenbescherming.2 Vanaf 28 mei 2022 moeten de bepalingen worden toegepast. In de bijlage bij deze toelichting is voor de omzetting van artikel 2 van de Richtlijn modernisering consumentenbescherming een transponeringstabel opgenomen.

    Deze toelichting is als volgt opgebouwd: paragraaf 1.2 gaat in op de wijzigingen in de Richtlijn prijsaanduiding producten. Paragraaf 2 gaat in op de bepalingen uit het Besluit prijsaanduiding producten die worden gewijzigd en gaat in op de uitzonderingsmogelijkheden waarvan het kabinet gebruikmaakt. Paragraaf 3 geeft uitleg over de effecten van de nieuwe regels op het bedrijfsleven en geeft een inzage in de reacties van publieke en commerciële organisaties op de (internet)consultatie. Paragraaf 4 gaat in op de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Paragraaf 5 bevat een uitleg over de EU-notificatie. Daarna volgt het artikelsgewijze deel, waarin de wetsartikelen worden toegelicht.

    1.2 Richtlijn prijsaanduiding producten

    De Richtlijn prijsaanduiding producten faciliteert de prijsbeoordeling en -vergelijking van producten door consumenten, door ondubbelzinnige, herkenbare en duidelijk leesbare prijzen voor te schrijven. Artikel 2 van de Richtlijn modernisering consumentenbescherming voegt hieraan nieuwe bepalingen toe, die zien op aankondigingen van prijsverminderingen (kortingen).

    Het doel van de nieuwe bepalingen is te voorkomen dat verkopers3 consumenten misleiden met prijsverminderingsacties, door het eerst voor korte tijd verhogen van de prijs om deze vervolgens te verlagen en dit als een (significante) prijsvermindering te presenteren. Informatie aan de consument over een prijsvermindering in het kader van de nieuwe bepalingen gebeurt door een referentie aan de vorige prijs («van-voor») of door een vermindering die is aangegeven in procenten of een bedrag dat van de vorige prijs afgaat, waarbij de «vorige prijs» wordt vermeld om de korting inzichtelijk te maken.

    Lidstaten mogen uitzonderingen op deze nieuwe verplichting introduceren voor producten die snel bederven of een beperkte houdbaarheid hebben en voor nieuwe producten, die minder dan dertig dagen op de markt zijn. Lidstaten mogen ook bepalen dat wanneer de prijsvermindering progressief wordt verhoogd, de «vorige prijs» die de verkoper mag blijven vermelden de «vorige» prijs is zoals vermeld bij de eerste prijsvermindering. Deze prijs moet dan wel de laagste zijn in een periode van ten minste dertig dagen voordat de progressieve prijsvermindering startte.

    In Nederland is de Richtlijn prijsaanduiding producten geïmplementeerd in de Prijzenwet en het Besluit prijsaanduiding producten. De nieuwe bepaling in de Richtlijn prijsaanduiding producten is daarom opgenomen in het Besluit prijsaanduiding producten.

    Uiterlijk op 28 mei 2024 dient de Europese Commissie een evaluatieverslag in bij het Europees Parlement en de Raad inzake de toepassing van de Richtlijn modernisering consumentenbescherming.4 Het kabinet zal de Commissie verzoeken om de wijzigingen van de Richtlijn prijsaanduiding producten5, waar dit besluit het gevolg van is, mee te nemen in haar evaluatie.

    1. Inhoud

      2.1 Algemene regel

      Met de Richtlijn modernisering consumentenbescherming is in de Richtlijn prijsaanduiding producten een standaardbepaling voor prijsverminderingen (kortingen) geïntroduceerd (hierna: de algemene regel). Deze algemene regel is opgenomen in het nieuwe artikel 5a, eerste lid, van het Besluit prijsaanduiding producten. Deze bepaling schrijft voor dat de verkoper, bij aankondigingen van prijsverminderingen van producten ten opzichte van een eerder door hem gehanteerde prijs, als «vorige prijs» (de prijs waaraan de prijsvermindering wordt gerelateerd) de laagste verkoopprijs hanteert die door hem is toegepast in een periode van ten minste dertig dagen voorafgaand aan de prijsvermindering.

      Gegeven de interpretatie van de Europese Commissie6, gaat het kabinet er voorshands van uit dat de algemene regel niet alleen geldt voor kortingsacties van specifieke producten, maar ook voor algemene kortingsacties waarbij een specifieke (meetbare) prijsvermindering wordt aangekondigd.7 Als bijvoorbeeld de prijsvermindering wordt aangekondigd door middel van een algemene mededeling, zoals een banner aan de gevel of op de website met: «vandaag 20% korting op alles», dan hoeft de «vorige prijs» niet te zijn aangegeven op het medium waarop de algemene mededeling staat. In plaats daarvan moet de «vorige prijs» voor de betreffende individuele producten zijn aangegeven bij het product zelf, dat wil zeggen op het schap of op het prijskaartje of in de online prijsaanduiding van het individuele product.

      Het is toegestaan om binnen een groep identieke producten onderscheid te maken welke referentieprijs wordt gehanteerd, zo lang het voor de consument voldoende duidelijk is wat de aard van de gebruikte referentieprijs is. Met betrekking tot het aangeven van de «vorige prijs» voor individuele producten die vallen onder een aankondiging van een algemene prijsvermindering, worden twee situaties onderscheiden: • Als de verkoper in de afgelopen dertig dagen de prijs van de individuele producten die onder de aankondiging van de algemene prijsvermindering vallen niet heeft verhoogd, en als hij geen andere (algemene) prijsvermindering heeft gehanteerd in die periode, dan geldt als de «vorige prijs» de prijs die voor de prijsvermindering gold, dat wil zeggen de prijs die al op het schap of het (online) prijskaartje stond. Als gevolg daarvan hoeft de verkoper de prijs op het schap of het (online) prijskaartje niet aan te passen. • Als de verkoper in de afgelopen dertig dagen de prijs heeft verhoogd, of een andere (algemene) prijsvermindering heeft gehanteerd, dan mag de prijs op het schap of op het (online) prijskaartje niet als «vorige prijs» worden gebruikt, aangezien (en voor zover) deze prijs niet de laagste prijs in de afgelopen dertig dagen is zoals de algemene regel voorschrijft. De verkoper moet dan de relevante prijsaanduiding van de producten die onder de algemene prijsvermindering vallen aanpassen zodat deze de correcte «vorige prijs» aangeeft.

      Het blijft de verkoper...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT