Besluit van 5 december 2018, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 53, derde lid, tweede volzin, van de Rijksoctrooiwet 1995

Besluit van 5 december 2018, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 53, derde lid, tweede volzin, van de Rijksoctrooiwet 1995

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 3 december 2018, nr. WJZ / 18033009; Gelet op artikel 111 van de Rijksoctrooiwet 1995;Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel 53

derde lid, tweede volzin, van de Rijksoctrooiwet 1995 treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst. Wassenaar, 5 december 2018Willem-AlexanderDe Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Uitgegeven de achttiende december 2018 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit voorziet in de inwerkingtreding van artikel 53, derde lid, tweede volzin, van de Rijksoctrooiwet 1995 (Stb. 1995, 51 en 52) en is reeds aangekondigd in de brief van de Ministers voor Medische Zorg en van Economische Zaken en Klimaat aan de Tweede Kamer van 15 juni 2018 (Kamerstukken II 2017/18, 29 477, nr. 491).

De achtergrond hiervan is de volgende. Het octrooirecht is in artikel 53 van de Rijksoctrooiwet 1995 geformuleerd als, kort gezegd, een uitsluitend recht om een geoctrooieerd voortbrengsel of geoctrooieerde werkwijze te vervaardigen, toe te passen of de andere in dat artikel genoemde handelingen te verrichten. Artikel 53, derde lid, tweede volzin, van de Rijksoctrooiwet 1995, dat met dit besluit in werking treedt en waarin de zogenoemde apothekersvrijstelling is geregeld, vormt een uitzondering op dit uitsluitend recht. Deze vrijstelling is bedoeld voor de bereiding van geneesmiddelen voor direct gebruik ten behoeve van individuele patiënten en op medisch voorschrift in apotheken. Daarmee wordt het mogelijk dat een apotheker in individuele gevallen het geoctrooieerde geneesmiddel zelf bereidt (de zogenoemde magistrale bereiding), bijvoorbeeld wanneer een voor een individuele patiënt geschikte dosering of toedieningswijze niet beschikbaar is. De uitzondering...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT