Besluit van 7 december 2022, houdende wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met een nieuwe opzet van de aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie inzake de risico’s zware ongevallen met gevaarlijke stoffen

Besluit van 7 december 2022, houdende wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met een nieuwe opzet van de aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie inzake de risico’s zware ongevallen met gevaarlijke stoffen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie en Veiligheid, van 23 augustus 2022, nr. 2022-0000168415; Gelet op de artikelen 6, eerste en derde lid, 16, eerste, tweede, derde, zevende, tiende en elfde lid, 28a, eerste en zevende lid, 28b, 33, tweede lid, 34, vierde tot en met zevende en negende lid, van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 31, vierde lid, van de Wet op de veiligheidsregio’s; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 28 september 2022, no. W12.22.00106/III); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie en Veiligheid, van 5 december 2022, nr. 2022-0000251298, Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Arbeidsomstandighedenbesluit wordt als volgt gewijzigd:AHoofdstuk 2, Afdeling 2, komt te luiden:

Afdeling 2 Aanvullende voorschriften risico-inventarisatie en -evaluatie ter voorkoming en beperking van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen Artículos 2.2 a 2.5
Artikel 2.2 Definities

In deze afdeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:aanwezigheid van gevaarlijke stoffen:

de werkelijke of verwachte aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in het bedrijf of de inrichting of van gevaarlijke stoffen waarvan redelijkerwijs kan worden voorzien dat deze kunnen ontstaan bij verlies van controle over de processen, met inbegrip van opslagactiviteiten, in installaties in het bedrijf of de inrichting, in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de drempelwaarden, opgenomen in de lijst, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, in voorkomend geval met gebruikmaking van de in die lijst vermelde sommatieregel; gevaarlijke stof:

een onder deel 1 van de lijst, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, vallende stof of vallend mengsel of een in deel 2 van deze lijst opgenomen stof of mengsel; installatie:

de technische eenheid binnen een bedrijf of inrichting waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd, gebruikt, verwerkt of opgeslagen; zwaar ongeval:

gebeurtenis als gevolg van ongecontroleerde ontwikkelingen tijdens de bedrijfsuitoefening in een bedrijf of inrichting, waardoor onmiddellijk of na verloop van tijd ernstig gevaar voor de veiligheid of gezondheid van werknemers ontstaat en waarbij één of meer gevaarlijke stoffen zijn betrokken.

Artikel 2.3 Toepasselijkheid algemeen
  1. Deze afdeling is, met inachtneming van het tweede en derde lid en de artikelen 2.4 en 2.5h, derde lid, van toepassing bij de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in bedrijven en inrichtingen, in hoeveelheden gelijk aan of groter dan de hoeveelheden, opgenomen in de lijst, vastgesteld bij ministeriële regeling. 2. Deze afdeling is van overeenkomstige toepassing bij de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen op arbeidsplaatsen gelegen in de nabijheid van het bedrijf of de inrichting waarvoor de werkgever verantwoordelijk is. 3. Deze afdeling is niet van toepassing op: a. vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, per spoor, over binnenwateren, over zee of door de lucht en rechtstreeks aan dit vervoer gerelateerde tijdelijke opslag, tenzij deze activiteiten onderdeel zijn van het bedrijf of de inrichting dan wel dat het gaat om onderdelen van hoofdspoorwegen die krachtens artikel 30 van het Besluit spoorverkeer zijn aangewezen als spoorwegemplacementen, en waar met gevaarlijke stoffen wordt gerangeerd zoals bedoeld in artikel 29 van het Besluit spoorverkeer, of bedrijven of inrichtingen waar containers van en op schepen worden geplaatst en waar uitwisseling plaatsvindt tussen een of meer vervoersmodaliteiten; b. arbeid verricht in de ondergrondse winningsindustrie en de winningsindustrie die delfstoffen wint met behulp van boringen; of c. offshore ondergrondse gasopslag, waaronder begrepen specifieke opslaglocaties en locaties waar eveneens aan exploratie en exploitatie van delfstoffen wordt gedaan. 4. Bij ministeriële regeling kunnen categorieën van bedrijven of inrichtingen worden aangewezen waarop deze afdeling, gelet op de beperkte gevaren of risico’s van zware ongevallen, geheel of gedeeltelijk niet van toepassing is.

Artikel 2.4 Toepasselijkheid op Seveso-inrichtingen
  1. Deze afdeling, met uitzondering van artikel 2.5d, is mede van toepassing op Seveso-inrichtingen als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het betreft de gevaarlijke stoffen, opgenomen in de lijst, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid. 2. Een Seveso-inrichting die een hogedrempelinrichting als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving is, wordt vermoed te voldoen aan de artikelen 2.5, 2.5a, 2.5b en 2.5c, eerste lid, aanhef en onder b en c, en tweede lid. 3. Een Seveso-inrichting die geen hogedrempelinrichting als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving is, wordt vermoed te voldoen aan de artikelen 2.5, eerste lid, tweede lid, onder a, derde lid, vierde lid en zesde lid, voor zover het gaat om het beleid, 2.5a en 2.5c, eerste lid, aanhef en onder a, b, voor zover het gaat om de aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie, en c, voor zover het gaat om de getroffen maatregelen.

Artikel 2.5 Aanvullende voorschriften betreffende beleid inzake beheersing risico’s van zware ongevallen en risico-inventarisatie en -evaluatie
  1. De werkgever legt de algemene doelstellingen en beginselen van het beleid inzake de beheersing van de risico's van zware ongevallen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de wet, schriftelijk vast. Het beleid bevat tevens de verbintenis om de beheersing van de risico’s van zware ongevallen continu te verbeteren en hoge beschermingsniveaus te waarborgen. 2. Bij het voeren van het beleid, bedoeld in het eerste lid, en in aanvulling op de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet, worden: a. de gevaren en risico’s van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen systematisch geïdentificeerd en geëvalueerd aan de hand van daartoe door de werkgever schriftelijk vastgelegde procedures, zowel bij normale werking als bij abnormale werking van de installatie of het industrieel chemisch proces, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van andere stoffen die in een specifieke situatie bij kunnen dragen aan het risico van een zwaar ongeval; en b. de scenario's voor mogelijke zware ongevallen schriftelijk vastgelegd, waarbij rekening wordt gehouden met alle gevaren van en voor de installatie en van de betrokken gevaarlijke stoffen. 3. De werkgever treft alle maatregelen die noodzakelijk zijn om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers te beperken en legt deze maatregelen ook schriftelijk vast. 4. De werkgever kan te allen tijde aantonen aan de toezichthouder dat hij alle noodzakelijke maatregelen heeft getroffen. 5. Uit de scenario's, bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder b, en de beschrijving van de getroffen maatregelen blijkt dat de gevaren en risico’s van zware ongevallen op adequate wijze worden beheerst met het complete stelsel van getroffen technische en organisatorische maatregelen. 6. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het beleid, bedoeld in het eerste lid, de procedures, bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder a, en de beschrijving van scenario's, bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder b, en vijfde lid.

Artikel 2.5

a. Nadere voorschriften betreffende veiligheidsbeheerssysteem.

  1. Voor het uitvoeren van het beleid, bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, is een veiligheidsbeheerssysteem aanwezig. Het veiligheidsbeheerssysteem is afgestemd op de gevaren, de industriële werkzaamheden en de complexiteit van de organisatie in de inrichting en is gebaseerd op de evaluatie van de risico's. In het veiligheidsbeheerssysteem is dat gedeelte van het algemene beheerssysteem opgenomen waaronder de organisatorische structuur, verantwoordelijkheden, gebruiken, procedures, procedés en hulpmiddelen die het mogelijk maken het beleid, bedoeld in de eerste zin, vast te stellen en uit te voeren. 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het veiligheidsbeheerssysteem.

Artikel 2.5

b. Intern noodplan.

  1. Ten behoeve van de planning voor noodsituaties en de externe communicatie ter zake wanneer zich een zwaar ongeval voordoet, wordt door de werkgever schriftelijk een intern noodplan opgesteld dat wordt gebaseerd op de aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 2.5, tweede lid, de getroffen maatregelen, bedoeld in artikel 2.5, derde lid, en het veiligheidsbeheerssysteem, bedoeld in artikel 2.5a. 2. Bij het opstellen of wijzigen van het intern noodplan wordt, bij het ontbreken van een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging, overleg gevoerd met de belanghebbende werknemers. Over het intern noodplan en de wijziging daarvan wordt tevens overleg gevoerd met de werknemers van andere werkgevers, die op basis van een langlopende overeenkomst tot opdracht of aanneming van werk mede in het bedrijf of de inrichting werkzaam zijn. 3. Het intern noodplan wordt zo vaak als nodig en tenminste eenmaal per drie jaar beproefd, geëvalueerd en indien nodig gewijzigd. Daarbij houdt de werkgever rekening met in de het bedrijf of de inrichting...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT