Besluit van 7 juli 2022, houdende wijziging van het Besluit van 8 april 2021, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het stellen van regels over digitale verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen (Stb. 2021, 192) en het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met enkele aanpassingen ten aanzien van de startmelding en de noodvoorziening

Besluit van 7 juli 2022, houdende wijziging van het Besluit van 8 april 2021, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het stellen van regels over digitale verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen (Stb. 2021, 192) en het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met enkele aanpassingen ten aanzien van de startmelding en de noodvoorziening

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 1 april 2022, nr. WJZ / 22117511; Gelet op de artikelen 15, eerste lid, en 34 van de Meststoffenwet;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 1 juni 2022, nr. W11.22.00044/IV);Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 6 juli 2022, nr. WJZ / 22254919; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit van 8 april 2021, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het stellen van regels over digitale verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen (Stb. 2021, 192) wordt als volgt gewijzigd: AIn artikel I, onderdeel F, wordt artikel 51 als volgt gewijzigd:1. Het derde lid, onderdeel a, komt te luiden: a. een melding op een bij ministeriële regeling te bepalen moment voorafgaand aan het laden waarmee de vervoerder de gegevens van de mededeling, bedoeld in artikel 50, eerste lid, bevestigt; 2. Het zesde lid komt te luiden: 6. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de gegevens, bedoeld in het derde lid, en over wie deze gegevens verstrekt. BIn artikel I, onderdeel G, komt de tekst van artikel 52 te luiden:

Artikel 52
  1. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld voor situaties waarin het niet mogelijk is om gebruik te maken van dan wel gegevens te verstrekken aan het door de minister beschikbaar gestelde systeem, bedoeld in artikel 51, eerste lid. 2. De regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen betrekking hebben op: a. een voorziening, bestaande uit een softwareapplicatie waarmee het mogelijk is om gegevens vast te leggen ingeval er geen netwerkverbinding is of het systeem, bedoeld in artikel 51, eerste lid, tijdelijk niet beschikbaar is; b. een voorziening voor het op andere wijze verstrekken van gegevens dan langs elektronische weg voor het geval waarin naar het oordeel van de minister sprake is van een uitzonderlijke situatie, waarbij de voorziening, bedoeld in onderdeel a, niet toereikend is; c. een verplichting tot het doen van een melding langs elektronische weg via het systeem, bedoeld in artikel 51, eerste lid, na gebruik van een voorziening als bedoeld in de onderdelen a of b. 3. De regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen voorts zien op: a. een nadere omschrijving van situaties waarin gebruik gemaakt kan worden van de voorzieningen zoals omschreven in het tweede lid; b. de eisen die aan de voorziening, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, worden gesteld, waaronder eisen over het bewaren en op een later moment verstrekken van gegevens aan het systeem, bedoeld in artikel 51, eerste lid, alsmede eisen aan de voor deze voorziening te gebruiken apparatuur en applicaties; c. de eisen die aan de andere wijze van verstrekken, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, worden gesteld; d. een omschrijving van de gevallen waarin de melding, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, is vereist, alsmede de eisen aan die melding, waaronder het moment waarop deze melding uiterlijk plaatsvindt; e. een procedure om: 1.° vast te stellen dat er sprake is van een situatie waarin de voorziening, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, kan worden toegepast, en 2.° vast te stellen dat de aanleiding voor het toepassen van de voorziening, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, niet langer aanwezig is, en 3.° de wijze van communiceren over het moment van openstellen van de voorziening alsmede over het moment waarop deze voorziening niet meer kan worden toegepast.

ARTIKEL II
Artikel 73

a van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste, tweede en vierde lid, wordt «Besluit van 8 april 2021, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het stellen van regels over digitale verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen (Stb. 2021, 192)» telkens vervangen door «Besluit van 8 april 2021, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het stellen van regels over digitale verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen (Stb. 2021, 192) zoals gewijzigd bij Besluit van 7 juli 2022, houdende wijziging van het Besluit van 8 april 2021, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het stellen van regels over digitale verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen (Stb. 2021, 192) in verband met enkele aanpassingen ten aanzien van de startmelding en de noodvoorziening (Stb. 2022, 297)». 2. In het vijfde lid, onderdeel d, vervalt «op een bepaalde vracht dierlijke meststoffen».

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 7 juli 2022Willem-AlexanderDe Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

Uitgegeven de veertiende juli 2022 De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

NOTA VAN TOELICHTING

  1. Doel en aanleiding

    In april 2021 is een wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet (hierna: Ubm) tot stand gekomen waarmee is voorzien in een nieuwe wijze van verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen (Besluit van 8 april 2021, Stb. 2021, 192). Het papieren Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen dat tot op heden de basis vormt voor de verantwoording van de meststromen zal worden vervangen door een volledig digitaal systeem waarmee zoveel als mogelijk real time meldingen kunnen worden verzonden. Dit systeem wordt aangeduid als rVDM.

    Na publicatie van deze wijziging is gebleken dat nog enkele aanpassingen noodzakelijk zijn om rVDM te laten functioneren. Deze aanpassingen vormen de aanleiding tot de onderhavige wijziging van het Ubm. Het is van belang dat deze wijzigingen zo spoedig mogelijk worden aangebracht in de regelgeving, zodat bij het traject voorafgaand aan de volledige invoering van rVDM de toekomstige regels voor iedereen kenbaar zijn en men zich er beter op kan voorbereiden Hierna zal achtereenvolgens worden ingegaan op het systeem voor rVDM, de aanleiding voor de aanpassingen en zullen deze aanpassingen per onderwerp worden besproken. Ook zal worden ingegaan op de stand van zaken rondom de invoering van rVDM.

    Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat ook de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (hierna: Urm) nog zal worden aangepast aan de nieuwste inzichten over het systeem rVDM.

  2. rVDM

    2.1 Hoofdlijnen van het systeem in het kort

    De aanleiding voor introductie van rVDM wordt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT