Besluit van 8 juni 2020 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie van de richtlijn (EU) 2018/1673 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 inzake de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen van geld (PbEU 2018, L 284)

Besluit van 8 juni 2020 tot wijziging van het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie van de richtlijn (EU) 2018/1673 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 inzake de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen van geld (PbEU 2018, L 284)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 6 maart 2020, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2850274; Gelet op artikel 6 van het Wetboek van Strafrecht;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 maart 2020 en No.W16.20.0047/II); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 22 april 2020, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2874209; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht wordt als volgt gewijzigd: AArtikel 4 wordt als volgt gewijzigd:1. Onder vernummering van het zevende lid en achtste lid tot achtste en negende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende: 7. De Nederlandse strafwet is toepasselijk op de Nederlander of de vreemdeling die in Nederland een vaste woon- of verblijfplaats heeft, die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een van de misdrijven omschreven in de artikelen 420bis tot en met 420ter van de wet, voor zover het feit valt onder de omschrijving van de artikelen 3 en 4 van richtlijn (EU) 2018/1673 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 inzake de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen van geld (PbEU 2018, L 284). 2. In het negende lid (nieuw) wordt «eerste tot en met zesde lid» vervangen door «eerste tot en met vijfde lid». BIn de bijlage vervalt het onderdeel met het opschrift «Artikel 4, zesde lid».

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 8 juni 2020Willem-AlexanderDe Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de twaalfde juni 2020 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit wijzigt het Besluit internationale verplichtingen extraterritoriale rechtsmacht in verband met de implementatie van de bepalingen inzake de uitoefening...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT