Besluit van 9 juni 2023 tot wijziging van het Besluit inburgering 2021 in verband met het wijzigen van de bronnen en peildata voor de berekeningswijze van de voorlopige uitkering aan gemeenten voor de kosten van voorzieningen die bijdragen aan het voldoen aan de inburgeringsplicht, en in verband met een technische wijziging en tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit uitsluitend in verband met een verlenging van de aanwijzing van certificerende instellingen

Besluit van 9 juni 2023 tot wijziging van het Besluit inburgering 2021 in verband met het wijzigen van de bronnen en peildata voor de berekeningswijze van de voorlopige uitkering aan gemeenten voor de kosten van voorzieningen die bijdragen aan het voldoen aan de inburgeringsplicht, en in verband met een technische wijziging en tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit uitsluitend in verband met een verlenging van de aanwijzing van certificerende instellingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 31 maart 2023, nr. 2023-0000185107; Gelet op de artikelen 32, tweede lid, 40, vierde lid, van de Wet inburgering 2021 en 20 van de Arbeidsomstandighedenwet; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 26 april 2023, No. W12.23.00084/III);Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 juni 2023, nr. 2023-0000279293, Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit inburgering 2021 wordt als volgt gewijzigd: AIn artikel 8.2, derde lid, wordt «en is niet ouder dan zes maanden op het moment van aanvang van de werkzaamheden» vervangen door «en is op het moment van overlegging aan de cursusinstelling niet ouder dan zes maanden». BArtikel 10.1, vierde lid, komt te luiden:

GG =

GPAS (cohort jaar t)

* PA (jaar t)

* [a]

+

GHT (cohort jaar t-1)

* PA (jaar t-1)

* [b]

+

VAA (cohort jaar t-2)

* [c]

+

AIA (jaar t-2)

* [d]

Waarbij:a. GPAS staat voor gemeentelijke prognose aantal asielstatushouders in het betreffende jaar; b. PA staat voor het te verwachten percentage asielstatushouders in de gemeentelijke huisvestingstaakstelling onderscheidenlijk de gemeentelijke prognose aantal asielstatushouders in het betreffende jaar; c. GHT staat voor de gemeentelijke huisvestingstaakstelling in het betreffende jaar welke wordt vastgesteld op basis van de landelijke huisvestingstaakstelling, bedoeld in het vijfde lid, onderdeel a, en wordt verdeeld onder gemeenten op basis van het aantal inwoners conform de formule, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014; d. VAA staat voor het voorlopig aantal asielstatushouders van het betreffende cohort jaar t-2 in de gemeente; e. Cohort het jaar aangeeft waarin de asielstatushouders in een Nederlandse gemeente zijn gehuisvest; f. AIA staat voor het aantal met een inburgeringsdiploma of inburgeringscertificaat afgeronde inburgeringstrajecten van asielstatushouders in het aangegeven jaar t-2 in de gemeente; en g. [a t/m d] staat voor de gewichten die toegekend worden aan de afzonderlijke variabelen in de formule. CArtikel 10.1, vijfde lid, komt te luiden:

TBA =

LPAS (cohort jaar t)

* PA (jaar t)

* [a]

+

LHT (cohort jaar t-1)

*PA (jaar t-1)

* [b]

+

LVAA (cohort jaar t-2)

* [c]

Waarbij:a. LPAS staat voor landelijke prognose aantal asielstatushouders in het betreffende cohort; b. PA staat voor het te verwachten percentage asielstatushouders in de landelijke huisvestingstaakstelling onderscheidenlijk de landelijke prognose aantal asielstatushouders in het betreffende jaar; c. LHT staat voor de landelijke huisvestingstaakstelling; d. LVAA staat voor het landelijk voorlopig aantal asielstatushouders van het betreffende cohort; e. Cohort het jaar aangeeft waarin de asielstatushouders in een Nederlandse gemeente zijn gehuisvest; en f. [a t/m c] staat voor de bedragen per asielstatushouder per variabele in de formule. DArtikel 10.3 wordt als volgt gewijzigd:1. Het tweede lid komt te luiden: 2. Bij ministeriële regeling wordt het te verwachten percentage asielstatushouders in de gemeentelijke huisvestingstaakstelling onderscheidenlijk de gemeentelijke prognose aantal asielstatushouders, bedoeld in artikel 10.1, vierde lid, onderdeel b, en het te verwachten percentage asielstatushouders in de landelijke huisvestingstaakstelling onderscheidenlijk de landelijke prognose aantal asielstatushouders, bedoeld in artikel 10.1, vijfde lid, onderdeel b, vastgesteld. 2. In het vierde lid wordt «bedoeld in artikel 10.1, vierde lid, onderdeel f» vervangen door «bedoeld in artikel 10.1, vierde lid, onderdeel g». EArtikel 10.4 wordt als volgt gewijzigd:1. onderdeel c komt te luiden: c. de landelijke huisvestingstaakstelling, bedoeld in artikel 10.1, vijfde lid, onderdeel c, bepaald wordt aan de hand van de op die jaren betrekking hebbende landelijke halfjaarlijkse huisvestingstaakstellingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. 2. onder verlettering van de onderdelen d tot en met f tot f tot en met h worden twee onderdelen ingevoegd, luidende: d. de landelijke prognose aantal asielstatushouders, bedoeld in artikel 10.1, vijfde lid, onderdeel a, wordt afgeleid van het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat voor het jaar t van onze Minister zoals bekend op de derde dinsdag van september voorafgaand aan het betreffende jaar. e. de gemeentelijke prognose aantal asielstatushouders, bedoeld in artikel 10.1, vierde lid, onderdeel a, wordt vastgesteld op basis van de landelijke prognose aantal asielstatushouders, bedoeld in artikel 10.1, vijfde lid, onderdeel a, en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT