Wet van 14 september 2000 tot wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2000 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2000

455

Wet van 14 september 2000 tot wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2000 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2000, vastgesteld bij de wet van 25 april 2000, Stb. 240;

Zo is het, dat Wij, met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De begroting van de uitgaven van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2000 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit kolom 2 van de bij deze wet behorende begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen.

Artikel 2

De begroting van de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2000 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit kolom 2 van de bij deze wet behorende begrotingsstaat, onderdeel ontvangsten.

Artikel 3

De vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten, als bedoeld in artikel 1 respectievelijk 2, geschiedt in duizenden guldens.

Artikel 4

De begroting van baten en lasten en van kapitaaluitgaven en -ontvangsten van de agentschappen ITO, KLPD, BPR, CAS en IVOP voor het jaar 2000 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit kolom 2 van de bij deze wet behorende begrotingsstaat, onderdeel agentschappen.

Staatsblad 2000 455 1

Artikel 5

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juni van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de datum van 1 juni, dan treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 juni van het onderhavige begrotingsjaar.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 14 september 2000 Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K. G. de Vries

De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, R. H. L. M. van Boxtel

Uitgegeven de zesentwintigste oktober 2000

De Minister van Justitie, A. H. Korthals

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal: Kamerstukken II 1999/2000, 27 125. Handelingen II 1999/2000, blz. 5971-5975; 6104.

Kamerstukken I 1999/2000, 27 125 (309, 307a). Handelingen I 1999/2000, blz. 1742.

STB5895 ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 2000

Staatsblad 2000 455 2

Begrotingsstaat behorende bij de Wet van 14 september 2000, Stb. 455

Begroting 2000, inclusief eerste suppletore begroting Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) Onderdeel uitgaven en verplichtingen

(1) (2)

Art. Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT