Wet van 30 september 2010, houdende bepalingen over de politie en over de brandweerzorg, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Veiligheidswet BES)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang

2010

0

362

Wet van 30 september 2010, houdende bepalingen over de politie en over de brandweerzorg, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing op Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Veiligheidswet BES)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om regels te stellen met betrekking tot de politie alsmede de brandweerzorg, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing en over de voorbereiding daarop op Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: algemeen commandant: degene die op grond van artikel 27, vijfde lid, belast is met de dagelijkse leiding over het brandweerkorps; ambtenaar van politie: ambtenaar van politie als bedoeld in artikel 3 van de rijkswet; brandweerkorps: brandweerkorps als bedoeld in artikel 27, eerste lid; buitengewoon agent van politie: buitengewoon agent van politie als bedoeld in artikel 10 van de rijkswet; crisis: een situatie waarin een vitaal belang van de samenleving is aangetast of dreigt te worden aangetast; crisisbeheersing: het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarvan, dat het eilandsbestuur in een crisis treft ter handhaving van de openbare orde, indien van toepassing in samenhang met de maatregelen en voorzieningen die de overheid treft op basis van een bij of krachtens enige andere wet toegekende bevoegdheid ter zake van een crisis; geneeskundige hulpverlening: geneeskundige hulpverlening in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing door daartoe aangesteld personeel, als onderdeel van een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines, door tussenkomst van een meldkamer;

Staatsblad 2010 362 1

hoofdofficier van justitie: de hoofdofficier van justitie, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba; korpsbeheerder brandweer: degene bij wie op grond van artikel 27, vierde lid, het beheer van het brandweerkorps berust; korpsbeheerder politie: degene bij wie op grond van artikel 47, derde lid, van de rijkswet het beheer van het politiekorps berust; korpschef: de korpschef, bedoeld in artikel 6 van de rijkswet; lokaal commandant: degene die op grond van artikel 27, zesde lid, onder het gezag van de algemeen commandant belast is met de dagelijkse leiding over een vestiging van het brandweerkorps;

Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Onze Ministers: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister van Justitie; openbaar lichaam: openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba; politiekorps: het politiekorps voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, bedoeld in artikel 4 van de rijkswet; politietaak: de taken, bedoeld in artikel 5 van de rijkswet; procureur-generaal: de procureur-generaal, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba; ramp: een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veel personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken; rampenbestrijding: het geheel van maatregelen en voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarop, dat het eilandsbestuur treft met het oog op een ramp, het voorkomen van een ramp en het beperken van de gevolgen van een ramp;

Rijksvertegenwoordiger: Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba als bedoeld in artikel 187, eerste lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Rijkswet: de Rijkswet politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba; taken ten dienste van de justitie: de taken, bedoeld in artikel 1, onder n, van de rijkswet.

HOOFDSTUK 2 POLITIE Artículos 2 a 84
§ 1 Aanvullende regels over de taak en samenstelling Artículos 2 a 9
Artikel 2

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Ministers worden nadere regels gesteld over de inrichting en organisatie van het politiekorps, waarbij in ieder geval wordt voorzien in de taakgebieden, genoemd in artikel 7, tweede lid, onder a tot en met d, van de rijkswet, alsmede in een meldkamerfunctie ten behoeve van de politietaak.

Artikel 3

Zij die op grond van artikel 185 van het Wetboek van Strafvordering BES en de buitengewone agenten van politie die tot opsporing van strafbare feiten bevoegd zijn, werken samen met de politie.

Staatsblad 2010 362 2

Artikel 4

Bij algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Ministers worden regels gesteld over de taken die kunnen worden uitgevoerd door ambtenaren als bedoeld in artikel 3, onder c, van de rijkswet.

Artikel 5
  1. Aan de Koninklijke marechaussee zijn, onverminderd het bepaalde bij of krachtens andere wetten, de volgende politietaken opgedragen: a. het waken voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen; b. de uitvoering van de politietaak ten behoeve van de Nederlandse en andere strijdkrachten en ten aanzien van tot die strijdkrachten behorende personen; c. de uitvoering van de politietaak op de door Onze Ministers en Onze Minister van Defensie aangewezen luchthavens op Bonaire, Sint Eustatius en Saba alsmede de beveiliging van de burgerluchtvaart; d. de verlening van bijstand alsmede de samenwerking met de politie krachtens deze wet, daaronder begrepen de assistentieverlening aan de politie bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit; e. de uitvoering van de politietaak op plaatsen onder beheer van Onze Minister van Defensie en op verboden plaatsen die krachtens de Wet bescherming staatsgeheimen ten behoeve van de landsverdediging zijn aangewezen; f. de uitvoering van de bij of krachtens de Wet toelating en uitzetting BES opgedragen taken, waaronder begrepen de bediening van de daartoe door Onze Minister van Justitie aangewezen doorlaatposten en het, voor zover in dat verband noodzakelijk, uitvoeren van de politietaak op en nabij deze doorlaatposten, alsmede het verlenen van medewerking bij de aanhouding of voorgeleiding van een verdachte of veroordeelde; g. de bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten; h. het in opdracht van Onze Ministers van Justitie en van Defensie ten behoeve van De Nederlandse Bank N.V. verrichten van beveiligingswerkzaamheden; i. de uitvoering van de politietaak in Sint Eustatius en Saba onverminderd de politietaken van het politiekorps. 2. Onder personen die behoren tot de andere strijdkrachten, bedoeld in het eerste lid, onder b, worden mede begrepen personen, aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister van Defensie. 3. Onze Minister van Justitie kan de commandant van de Koninklijke marechaussee de nodige algemene en bijzondere aanwijzingen geven, voor zover het betreft: a. de uitoefening van de taken, bedoeld in het eerste lid, onder a en h; b. het waken voor de veiligheid van door Onze Minister van Justitie aangewezen personen als bedoeld in het eerste lid, onder b; c. de uitoefening van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder c, ten behoeve van de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en de beveiliging van de burgerluchtvaart. 4. De politietaak, bedoeld in het eerste lid, onder i, wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de korpschef. Hij bepaalt, na overleg met de commandant van de Koninklijke marechaussee, de inzet van de militairen van de Koninklijke marechaussee.

Staatsblad 2010 362 3

Artikel 6
  1. Behoeft de gezaghebber bij de handhaving van de openbare orde bijstand van een onderdeel van de krijgsmacht, dan richt hij een verzoek daartoe aan de Rijksvertegenwoordiger. De Rijksvertegenwoordiger richt zich met het verzoek tot Onze Minister van Defensie. 2. Onze Minister van Defensie verleent, na overleg met Onze Minister en, indien het mede betrekking heeft op de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel de taken ten dienste van de justitie, met Onze Minister van Justitie, bijstand door de Koninklijke marechaussee, tenzij dringende reden zich daartegen verzetten. 3. In bijzondere gevallen verleent Onze Minister van Defensie, na overleg met Onze Minister en, indien het mede betrekking heeft op de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel de taken ten dienste van de justitie, met Onze Minister van Justitie, bijstand door andere onderdelen van de krijgsmacht. 4. De gezaghebber bepaalt, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie, de wijze waarop de bijstand wordt verleend.

Artikel 7
  1. Behoeft de procureur-generaal voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde dan wel voor het verrichten van taken ten dienste van de justitie bijstand van een onderdeel van de krijgsmacht, dan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT