Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2002

33

Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 20 september 2001, nr. MJZ2001102504, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst;

Gelet op de artikelen 24, 32, tweede en vierde lid, en artikel 39, derde lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen, artikel 3 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 2c, derde lid, van de Wet rampen en zware ongevallen en de artikelen 16 en 20 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998, artikel 74c van het Wetboek van Strafrecht, artikel 18, derde lid, van de Wet politieregisters, artikel 9, vijfde lid, onder b, van de Wet wapens en munitie, voor zover het betreft artikel 5.1.3, gelet op de artikelen 8.2, tweede lid, 8.5 en 8.7 van de Wet milieubeheer, voor zover het betreft de artikelen 1.1.4, 1.2.2, eerste lid, onder b, 1.4.3,

2.1.2, 2.2.1, 2.2.3, 2.2.4 en 5.1.9 tot en met 5.1.14, gelet op de artikelen 8.19, 8.40 en 8.41 van de Wet milieubeheer, voor zover het betreft de artikelen 1.1.4, 1.2.2, eerste lid, onder b, en

tweede lid, onder b, 1.4.3, 2.1.2, 2.2.2, 2.2.3, 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.3, gelet op artikel 8.44 van de Wet milieubeheer, voor zover het betreft de artikelen 4.1 tot en met 4.4, gelet op de artikelen 5.1 en 5.3 van de Wet milieubeheer, en voor zover het betreft artikel 5.1.6, gelet op artikel 18.4 van de Wet milieubeheer;

De Raad van State gehoord (advies van 13 december 2001, nr. W08.01.0495/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21 januari 2002, nr. MJZ2002005975, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Staatsblad 2002 33 1

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artículos 1.1.1 a 1.4.3

§ 1. Begripsomschrijvingen en reikwijdte

Artikel 1.1.1
  1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

ADR: de op 30 september 1957 te Genève tot stand gekomen Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (Trb. 1959, 171); bijlage: bij dit besluit behorende bijlage; bedrijfsmatig: in de uitoefening van een beroep of bedrijf of tegen vergoeding; bestemmingsgrens: grens van het perceel waarop de bouw, vestiging of plaatsing van een kwetsbaar object op grond van het voor het betrokken gebied geldende bestemmingsplan geëffectueerd of toelaatbaar is; bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is of zou zijn een vergunning krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer te verlenen, voor een inrichting waar consumentenvuurwerk of professioneel vuurwerk wordt opgeslagen of bewerkt; bouwstrook: gedeelte van het perceel dat op grond van het voor het betrokken gebied geldende bestemmingsplan voor de bouw van een kwetsbaar object is bestemd; consumentenvuurwerk: vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik; fop- en schertsvuurwerk: door Onze Minister aangewezen consumentenvuurwerk; geprojecteerd kwetsbaar object: nog niet aanwezig kwetsbaar object dat op grond van het voor het betrokken gebied geldende bestemmingsplan toelaatbaar is; inspecteur: de ter plaatse bevoegde inspecteur van het staatstoezicht op de volksgezondheid, die door Onze Minister is aangewezen; kwetsbare objecten: a. woningen: gebouwen of afzonderlijke gedeelten van een gebouw die voor bewoning bestemd zijn, met uitzondering van dienst- en bedrijfswoningen die binnen inrichtingen als bedoeld in de artikelen 2.2.1, 2.2.2 of 3.2.1 zijn gelegen; b. woonketen of woonwagens als bedoeld in de Woningwet; c. woonschepen die uitsluitend of in hoofdzaak voor bewoning bestemd zijn; d. gebouwen waar dagopvang van minderjarigen plaatsvindt; e. gebouwen die gebruikt worden door een onderwijsinstelling; f. ziekenhuizen, verpleeginrichtingen en zorginstellingen; g. gebouwen of terreinen die in verband met het verrichten van arbeid worden of plegen te worden gebruikt of die daartoe bestemd zijn; h. winkels, hotels, restaurants en cafés; i. gebouwen ten behoeve van het belijden van godsdienst of levensovertuiging; j. sport-, kampeer- en recreatieterreinen; k. andere objecten en terreinen die met die onder a tot en met j gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de aard van hun functie of de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven; l. rijkswegen en spoorwegen; primaire verpakking: verpakking waarin zich meer dan één exemplaar bevindt van eenzelfde type vuurwerk, bedoeld om in zijn geheel aan de consument ter beschikking te worden gesteld; onverpakt vuurwerk: vuurwerk inclusief de primaire verpakking voor

Staatsblad 2002 33 2

zover het vuurwerk zich daarin bevindt, doch exclusief de vervoersverpakking als bedoeld in het ADR; verpakt vuurwerk: vuurwerk, inclusief de vervoersverpakking als bedoeld in het ADR; professioneel vuurwerk: vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk; pyrotechnische stof of pyrotechnisch preparaat: stof of preparaat bestemd om als gevolg van niet-detonatieve, zichzelf onderhoudende exotherme chemische reacties een effect te veroorzaken in de vorm van warmte, licht, geluid, gas of rook of een combinatie daarvan; sas: ontstekingsmiddel, bestaande uit een pyrotechnische stof, een pyrotechnisch preparaat of een andere stof of preparaat met een gelijksoortige werking als een pyrotechnische stof of pyrotechnisch preparaat, met inbegrip van eventuele toevoegingen; veiligheidsafstand: afstand die met het oog op de kwaliteit van het milieu voor zover het betreft externe veiligheid tenminste moet zijn gelegen tussen een inrichting als bedoeld in de artikelen 2.2.1, 2.2.2 en 3.2.1, of een onderdeel van een zodanige inrichting, dan wel een zodanige inrichting waarvoor het geldende bestemmingsplan verlening van een bouwvergunning toelaat enerzijds en kwetsbare objecten en geprojecteerde kwetsbare objecten anderzijds; vuurwerk: een product of voorwerp waarin of waarop een sas aanwezig is en dat bestemd is om voor vermakelijkheidsdoeleinden tot ontbranding gebracht te worden. 2. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. bewerken van professioneel vuurwerk: bewerken, verwerken, verpakken, herverpakken, voormonteren, monteren en assembleren; b. bewerken van consumentenvuurwerk: handelingen gericht op het positief beïnvloeden van de stabiliteit, waardoor de kans op omvallen of afbreken tijdens het afsteken wordt verkleind, waarbij geen pyrotechnische stof wordt verwijderd of toegevoegd. 3. Onder professioneel vuurwerk wordt mede verstaan: een door Onze Minister aangewezen stof of een preparaat, een voorwerp of een onderdeel van een voorwerp dan wel een stof of een preparaat, een voorwerp of een onderdeel van een voorwerp dat behoort tot een door Onze Minister bij ministeriële regeling aangewezen categorie, voor zover die stof of dat preparaat, dat voorwerp of dat onderdeel van een voorwerp kennelijk is bestemd of wordt gebruikt om voor vermakelijkheidsdoeleinden effecten te bewerkstelligen.

Artikel 1.1.2
  1. Vuurwerk wordt in ieder geval aangemerkt als vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik in de zin van artikel 1.1.1, eerste lid, indien: a. het tot ontbranding wordt gebracht door een particulier, b. het te koop wordt aangeboden of ter beschikking wordt gesteld aan, gekocht of besteld door een particulier, c. het aangetroffen wordt bij een particulier, d. het binnen het grondgebied van Nederland wordt gebracht of voorhanden wordt gehouden met het oogmerk het aan particulieren ter beschikking te stellen, of e. het is voorzien van de aanduiding: Geschikt voor particulier gebruik. 2. Vuurwerk waarvan de bestemming niet kan worden vastgesteld, wordt aangemerkt als professioneel vuurwerk.

Artikel 1.1.3

Dit besluit is niet van toepassing op vuurwerk: a. waarvoor regels zijn gesteld bij het Warenwetbesluit Speelgoed;

Staatsblad 2002 33 3

  1. dat bij de Nederlandse krijgsmacht, bij de krijgsmacht van een bondgenootschappelijke mogendheid of bij de politie in gebruik of beheer is; c. dat in het kader van internationaal vervoer per zeeschip of vliegtuig binnen het grondgebied van Nederland wordt gebracht en niet in Nederland wordt gelost of rechtstreeks wordt overgeladen naar een ander zeeschip onderscheidenlijk vliegtuig.

Artikel 1.1.4
  1. De artikelen 2.2.1 tot en met 2.2.4 en de artikelen 3.2.1 en 3.2.2 zijn niet van toepassing op de opslag van vuurwerk in inrichtingen waarvoor een vergunning krachtens artikel 8.1 van de Wet milieubeheer is verleend die betrekking heeft op de opslag van vuurwerk, voor zover deze plaatsvindt gedurende ten hoogste 72 uur te rekenen vanaf het moment van opslaan en in afwachting van aansluitend vervoer naar een vooraf bekende ontvanger, met inbegrip van het laden en lossen van het vuurwerk en de overbrenging daarvan naar een andere tak van vervoer, voor zover daadwerkelijk in aansluitend vervoer is voorzien en het betrokken vuurwerk in de oorspronkelijke verpakking blijft. 2. Voor de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT