Besluit van 11 augustus 2003, houdende wijziging van het Besluit draagkracht vervolgden en het Besluit draagkracht burger-oorlogsslachtoffers tot wijziging van de berekening van de financiële draagkracht

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2003

325

Besluit van 11 augustus 2003, houdende wijziging van het Besluit draagkracht vervolgden en het Besluit draagkracht burger-oorlogsslachtoffers tot wijziging van de berekening van de financiële draagkracht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 januari 2003, kenmerk DVVB/MB-U-2344582;

Gelet op artikel 21, vierde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en artikel 33, vierde lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945;

De Raad van State gehoord (advies van 28 februari 2003, nummer W13.03.0015/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 31 juli 2003, kenmerk DVVB/MB-U-2387782;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit draagkracht vervolgden1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 vervalt de Staatsbladaanduiding.

B

Artikel 2

komt te luiden:

Artikel 2
  1. Bij het bepalen van de financiële draagkracht van de vervolgde ter zake van de toekenning van een tegemoetkoming in kosten van voorzieningen als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet wordt als zijn inkomen aangemerkt: a. de uitkering berekend op grond van hoofdstuk II, paragraaf 3, van de wet met uitzondering van de toeslagen, bedoeld in de artikelen 10, derde lid, 15 en 16; b. de inkomensbestanddelen welke op grond van artikel 19 van de wet

Staatsblad 2003 325 1

op de uitkering in mindering worden gebracht indien een uitkering wordt genoten, dan wel in mindering zouden worden gebracht indien een uitkering zou worden genoten met dien verstande dat: 1. in afwijking van artikel 19, eerste lid, onder a, van de wet voor de vaststelling van de bruto-inkomsten uit tegenwoordige arbeid in beroep of bedrijf, na aftrek van verwervingskosten, geen rekening wordt gehouden met een vrijlating van 20% van de uitkeringsgrondslag; 2. in afwijking van artikel 19, eerste lid, onder b, van de wet voor de vaststelling van de inkomsten uit ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet van een gehuwde gerechtigde rekening wordt gehouden met 50% van het aan de gerechtigde en de echtgenoot toegekende ouderdomspensioen krachtens deze wet; 3. geen rekening wordt gehouden met inkomsten uit vermogen als bedoeld in artikel 19, eerste lid, onder c, van de wet. 2. Bij de vaststelling van het inkomen volgens het eerste lid, wordt uitgegaan van het inkomen zoals dit bij de definitieve vaststelling van de uitkering, bedoeld in artikel 59a van de wet, is of zou worden berekend over de maand met ingang waarvan de tegemoetkoming wordt toegekend. Indien een uitkering als bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt genoten en in de maand met ingang waarvan de tegemoetkoming wordt toegekend een eenmalige grondslagverhoging is uitgekeerd, wordt deze verhoging buiten beschouwing gelaten. 3. Wanneer toepassing is gegeven aan de artikelen 14 of 20, derde lid, van de wet wordt als inkomen aangemerkt het percentage van de grondslag, genoemd in artikel 14, eerste lid, onder a, b of c, van de wet.

C

In artikel 3 wordt in de aanhef «op jaarbasis» vervangen door «eenmalig» en vervalt in de onderdelen a en b telkens «, op jaarbasis,».

D

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3

a.

  1. De ingevolge artikel 3 bepaalde financiële draagkracht wordt herzien: a. op schriftelijk verzoek van de gerechtigde, indien de bepaalde draagkracht meer dan 30% in zijn nadeel afwijkt van de volgens artikel 3 bepaalde draagkracht, of b. bij het door de gerechtigde bereiken van de 65-jarige leeftijd. 2. Indien toepassing is gegeven aan het eerste lid, onder a, vindt de herziening plaats met ingang van de maand waarin het verzoek is gedaan. Indien toepassing is gegeven aan het eerste lid, onder b, vindt de herziening plaats met ingang van de maand waarin de gerechtigde 65 jaar wordt.

E

In artikel 5 wordt «bijzondere kosten» vervangen door «kosten van voorzieningen», en vervalt «jaarlijks».

F

Artikel 5

a vervalt.

Staatsblad 2003 325 2

ARTIKEL II

Het Besluit draagkracht burger-oorlogsslachtoffers2 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 vervalt de Staatsbladaanduiding.

B

Artikel 2

komt te luiden:

Artikel 2
  1. Bij het bepalen van de financiële draagkracht van het burgeroorlogsslachtoffer ter zake van de toekenning van een tegemoetkoming in kosten van voorzieningen als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de wet wordt als zijn inkomen aangemerkt: a. de uitkering berekend op grond van hoofdstuk II, paragraaf 3, van de wet met uitzondering van de toeslagen, bedoeld in de artikelen 19, 21 en 22; b. de inkomensbestanddelen welke op grond van artikel 28 van de wet op de uitkering in mindering worden gebracht indien een uitkering wordt genoten, dan wel in mindering zouden worden gebracht indien een uitkering zou worden genoten met dien verstande dat: 1. in afwijking van artikel 28, eerste lid, onder a, van de wet voor de vaststelling van de bruto-inkomsten uit tegenwoordige arbeid in beroep of bedrijf, na aftrek van verwervingskosten, geen rekening wordt gehouden met een vrijlating van 20% van de uitkeringsgrondslag; 2. in afwijking van artikel 28, eerste lid, onder b, van de wet voor de vaststelling van de inkomsten uit ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet van een gehuwde gerechtigde rekening wordt gehouden met 50% van het aan de gerechtigde en de echtgenoot toegekende ouderdomspensioen krachtens deze wet; 3. geen rekening wordt gehouden met inkomsten uit vermogen als bedoeld in artikel 28, eerste lid, onder c, van de wet. 2. Bij de vaststelling van het inkomen volgens het eerste lid, wordt uitgegaan van het inkomen zoals dit bij de definitieve vaststelling van de uitkering, bedoeld in artikel 60 van de wet, is of zou worden berekend over de maand met ingang waarvan de tegemoetkoming wordt toegekend. Indien een uitkering als bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt genoten en in de maand met ingang waarvan de tegemoetkoming wordt toegekend een eenmalige grondslagverhoging is uitgekeerd, wordt deze verhoging buiten beschouwing gelaten. 3. Wanneer toepassing is gegeven aan de artikelen 18 of 32, vierde lid, van de wet wordt als inkomen aangemerkt het percentage van de grondslag, genoemd in artikel 18, eerste lid, onder a, b of c, van de wet.

C

Artikel 3

wordt gewijzigd als volgt:

  1. Het tweede lid alsmede de aanduiding «1» voor het eerste lid vervallen. 2. In de aanhef van het eerste lid wordt «op jaarbasis» vervangen door «eenmalig» en in de onderdelen a en b vervalt telkens «, op jaarbasis,».

Staatsblad 2003 325 3

D

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3

a.

  1. De ingevolge artikel 3 bepaalde financiële draagkracht wordt herzien: a. op schriftelijk verzoek van de gerechtigde, indien de bepaalde draagkracht meer dan 30% in zijn nadeel afwijkt van de volgens artikel 3 bepaalde draagkracht, of b. bij het door de gerechtigde bereiken van de 65-jarige leeftijd. 2. Indien toepassing is gegeven aan het eerste lid, onder a, vindt de herziening plaats met ingang van de maand waarin het verzoek is gedaan. Indien toepassing is gegeven aan het eerste lid, onder b, vindt de herziening plaats met ingang van de maand waarin de gerechtigde 65 jaar wordt.

E

In artikel 4 wordt «bijzondere kosten» vervangen door «kosten van voorzieningen» en vervalt «jaarlijks».

F

Artikel 5

vervalt.

ARTIKEL III

A

Indien de draagkracht van een vervolgde of een burger-oorlogsslacht-offer voor 1 januari 2001 is bepaald en het recht op de tegemoetkoming op deze datum nog bestond, wordt de financiële draagkracht opnieuw bepaald. In afwijking van de eerste volzin van de artikelen 2, tweede lid, van het Besluit draagkracht vervolgden en het Besluit draagkracht burger-oorlogsslachtoffers, wordt uitgegaan van het inkomen zoals dit is of zou worden berekend over de maand januari 2001.

B

Bij het bepalen van de financiële draagkracht in de periode tussen 1 januari 2001 en het moment van inwerkingtreding van dit besluit wordt de in artikel 3, tweede lid, van het Besluit draagkracht burgeroorlogsslachtoffers genoemde vermindering op maandbasis van het vastgestelde inkomen afgetrokken.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt voor wat betreft artikel I, onderdelen B tot en met F en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT