Besluit experiment prestatiebekostiging hoger onderwijs

Besluit van 31 oktober 2012, houdende bepalingen voor een experiment met het oog op verbetering van de kwaliteit van het hoger onderwijs door de invoering van prestatiebekostiging (Besluit experiment prestatiebekostiging hoger onderwijs)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 8 oktober 2012, nr. WJZ/447430 (10252), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie; Gelet op artikel 1.7a, eerste en tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 oktober 2012, nr. W05.12.0418/I); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 26 oktober 2012, nr. WJZ/450460 (10252), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie; Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artículos 1 a 4
Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:a. wet:

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;b. Besluit:

Uitvoeringsbesluit WHW 2008;c. Onze Minister:

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor zover het betreft het onderwijs en onderzoek op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie; d. wetenschappelijk onderwijs:

onderwijs als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel c, van de wet;e. hoger beroepsonderwijs:

onderwijs als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel d, van de wet;f. instelling:

instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel a, van de wet;g. opleiding:

opleiding als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel m, van de wet;h. onderwijskwaliteit en studiesucces: 1° kwaliteit en excellentie, 2° studiesucces en 3° maatregelen met betrekking tot onderwijsintensiteit, docentkwaliteit en indirecte kosten bij een instelling; i. profilering en zwaartepuntvorming:

versterking van de zwaartepunten in het onderzoeks- en onderwijsbeleid van een instelling en differentiatie van het onderwijsaanbod van een instelling naar niveau, inhoud en vorm van het onderwijs; j. valorisatie:

proces van waardecreatie uit kennis binnen een instelling in verband met economische en maatschappelijke benutting van die kennis; k. Reviewcommissie:

de commissie, bedoeld in het Instellingsbesluit Reviewcommissie hoger onderwijs en onderzoek; l. Beoordelingskader:

het Beoordelingskader, opgenomen in bijlage 1 bij dit besluit;m. indicator:

definitie ten behoeve van de kwaliteitsmeting van een instellingsprestatie;n. inspectie:

inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht.o. tijdvak:

een aantal volledige kalenderjaren die op elkaar aansluiten.

Artikel 2 Doel van het experiment

Met het experiment wordt beoogd op basis van plannen van instellingen de prestaties van die instellingen door middel van bekostiging ten aanzien van de volgende aspecten te verhogen: a. onderwijskwaliteit en studiesucces; b. profilering en zwaartepuntvorming; en c. valorisatie.

Artikel 3 Duur van het experiment

Het experiment duurt van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2017.

Artikel 4 Afwijkingen van de wet

Met dit besluit wordt afgeweken van de artikelen 2.5 en 2.6 van de wet.

HOOFDSTUK 2 INHOUD, VORMGEVING EN UITVOERING VAN HET EXPERIMENT Artículos 5 a 13
Artikel 5 Toekenning bekostiging
  1. Onze Minister kan op aanvraag aan een instelling voor het tijdvak 2013 tot en met 2017 bekostiging toekennen in verband met het doel, bedoeld in artikel 2. 2. Een toekenning vindt voor ten hoogste vier jaar plaats.

Artikel 6 Begrotingsvoorbehoud
  1. Een toekenning ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. 2. In geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de toegekende bedragen verlaagd tot het bedrag van de toekenning dat na de vaststelling van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap of van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ter beschikking staat, een en ander naar rato van het aantal instellingen waaraan een bedrag op grond van dit besluit is toegekend en naar rato van de hoogte van die toekenningen.

Artikel 7 Indiening aanvraag
  1. Een aanvraag voor bekostiging wordt voor 6 mei 2012 elektronisch en schriftelijk ingediend. 2. Elektronische indiening vindt plaats via het e-mailadres «prestatieafspraken-ho@minocw.nl». 3. Schriftelijk wordt de aanvraag in drievoud ingediend bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, postbus 16375, 2500 BJ Den Haag.

Artikel 8 Inhoud aanvraag
  1. De aanvraag betreft de plannen van de aanvrager voor het tijdvak 2013 tot en met 2015 met betrekking tot: a. onderwijskwaliteit en studiesucces; b. profilering en zwaartepuntvorming; en c. valorisatie. 2. Voor het bepalen van de beoogde prestaties in 2015 ten aanzien van onderwijskwaliteit en studiesucces maakt de aanvrager in ieder geval gebruik van de indicatoren die in bijlage 2 bij dit besluit zijn opgenomen. Voor de indicatoren voor onderwijskwaliteit en studiesucces waarover geen landelijke gegevensbestanden beschikbaar zijn, gebruikt de aanvrager een eigen indicator. 3. De aanvraag omvat naast het weergeven van de beoogde prestaties: a. een beschrijving van het huidige instellingsprofiel; b. een analyse van de sterktes en zwaktes van de instelling; c. een beschrijving van de voorgenomen wijzigingen of aanscherpingen in het instellingsprofiel; en d. een beschrijving van de wijze waarop het instellingsbestuur werkgevers, studenten, docenten en onderzoekers of andere relevante belanghebbenden bij de besluitvorming over de ingediende plannen, bedoeld in het eerste lid, heeft betrokken. 4. In afwijking van het tweede lid, eerste volzin, kan de Open Universiteit voor het bepalen van de beoogde prestaties in 2015 ten aanzien van onderwijskwaliteit en studiesucces gebruik maken van eigen indicatoren.

Artikel 9 Toekenningscriteria, beoordelingswijze en tijdstip van toekenning
  1. Onze Minister kent bekostiging toe op basis van een ingediend plan, bedoeld in artikel 8. 2. Bekostiging wordt uitsluitend toegekend, indien de voor het jaar 2015 door de instelling gestelde doelen naar het oordeel van Onze Minister voldoende ambitieus en realistisch zijn en de voorgestelde plannen naar het oordeel van Onze Minister voldoende aansluiten bij de gewenste ontwikkelingen op stelselniveau. 3. Bekostiging voor onderwijskwaliteit en studiesucces wordt geheel toegekend of geheel geweigerd. 4. Voor een toekenning van bekostiging voor profilering en zwaartepuntvorming geldt als aanvullend toekenningscriterium, dat het plan naar het oordeel van Onze Minister voldoende uitvoerbaar is. 5. Bekostiging voor profilering en zwaartepuntvorming wordt in het hoger beroepsonderwijs niet toegekend, indien bij één of meer opleidingen die onderdeel uitmaken van de plannen voor profilering of zwaartepuntvorming, sprake is van een «herstelperiode accreditatie» of een «toets nieuwe opleiding onder voorwaarden» als bedoeld in artikel 5a.12a van de wet dan wel indien over één of meer van deze opleidingen een negatief rapport door de inspectie is uitgebracht. 6. Onze Minister beoordeelt de ingediende plannen aan de hand van het Beoordelingskader. 7. Onze Minister kan in individuele gevallen één of meer onderdelen van het Beoordelingskader buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het doel van het experiment, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. 8. De bekostiging wordt vóór 1 december 2012 toegekend.

Artikel 10 Berekening en betaling bedrag
  1. De voor het tijdvak 2013 tot en met 2016 toe te kennen bedragen worden jaarlijks bepaald. Daarbij wordt in ieder geval rekening gehouden met de loon- en prijscompensatie, voorzover Onze minister in enig jaar besluit tot uitkering daarvan, en met de budgettaire herverdelingseffecten als gevolg van bezwaar- en beroepsprocedures. 2. Een toekenning van bekostiging voor onderwijskwaliteit en studiesucces wordt berekend op basis van het aandeel van de aanvrager in de studentgebonden financiering, bedoeld in artikel 4.7 van het Besluit, en de onderwijsopslag in percentages, bedoeld in artikel 4.11, tweede lid, van het Besluit, van de desbetreffende groep instellingen voor het desbetreffende begrotingsjaar. 3. Bedragen voor bekostiging voor onderwijskwaliteit en studiesucces die als gevolg van afwijzingen door Onze Minister niet worden toegekend, worden volgens de uitgangspunten van het tweede lid verdeeld over de instellingen, waaraan wel een bedrag is toegekend. 4. Indien Onze minister in enig jaar ten opzichte van het voorafgaande jaar aanvullend budget voor onderwijskwaliteit en studiesucces beschikbaar stelt, wordt uitsluitend dat aanvullende budget verdeeld op de wijze, bedoeld in het tweede lid, De verdeling vindt plaats over de instellingen, waaraan ook in het voorafgaande jaar een bedrag is toegekend. 5. Een toekenning van bekostiging voor profilering en zwaartepuntvorming wordt berekend door het beschikbare budget volgens de rekenregels die in het Beoordelingskader zijn opgenomen, te verdelen over de plannen die volgens dat Beoordelingskader voldoen aan de criteria, bedoeld in artikel 9. 6. Onze Minister betaalt een voor enig jaar toegekend bedrag op dezelfde wijze als en gelijktijdig met de jaarlijkse rijksbijdrage, bedoeld in de artikelen 2.5 en 2.6 van de wet.

Artikel 11 Verantwoording door de instelling
  1. Het instellingsbestuur rapporteert...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT