Wet van 25 juni 1998 tot wijziging van enige onderdelen van de wet van 25 juni 1998, Stb. 445 tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de sanering van schulden van natuurlijke personen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1998

447

Wet van 25 juni 1998 tot wijziging van enige onderdelen van de wet van 25 juni 1998, Stb. 445 tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de sanering van schulden van natuurlijke personen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het wetsvoorstel tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de sanering van schulden van natuurlijke personen (22 969) op enige onderdelen te wijzigen teneinde een vereenvoudigde afwikkeling van schuldsaneringsregelingen mogelijk te maken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Indien het bij koninklijke boodschap van 28 december 1992 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de sanering van schulden van natuurlijke personen (22 969)1 tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

  1. Aan artikel 285, eerste lid, wordt een nieuw onderdeel e toegevoegd, luidende: e. een met redenen omklede verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldsanering te komen, alsmede over welke aflossingsmogelijkheden de verzoeker beschikt, afgegeven door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente van de woon- of verblijfplaats van de schuldenaar. Het college kan deze bevoegdheid mandateren aan een kredietbank als bedoeld in de Wet op het consumentenkrediet of aan krachtens artikel 48, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op het consumentenkrediet aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen, dan wel categorieën daarvan.

  2. Aan artikel 285 wordt een nieuw vierde lid toegevoegd, luidende: 4. De colleges van burgemeester en wethouders, een daartoe gemandateerde kredietbank of een daartoe aangewezen natuurlijke persoon of

    Staatsblad 1998 447 1

    rechtspersoon zijn verplicht hun medewerking te verlenen aan de afgifte van verklaringen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e.

  3. Aan artikel 287, vijfde lid wordt een tweede zin toegevoegd, luidende: De rechtbank kan de definitieve toepassing wel uitspreken indien de verklaring, bedoeld in artikel 285, eerste lid, onderdeel e, ontbreekt op grond van een weigering of verzuim van de gemeente, de door haar gemandateerde kredietbank of van de aangewezen natuurlijke persoon of rechtspersoon om de verklaring af te geven, en de rechtbank van oordeel is dat de afgifte van de door de schuldenaar verzochte verklaring in redelijkheid niet geweigerd had mogen worden.

  4. Artikel 289 komt te luiden:

Artikel 289
  1. Het vonnis waarbij de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt uitgesproken, kan tevens de vaststelling inhouden van de dag, uur en plaats waarop de verificatievergadering zal worden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT